‘Eerst heb ik dit nog nodig.’ Het onvermijdelijke gebeurde voor ze het wist. Hij trok haar in zijn armen en kuste haar. Sinds de avond ervoor had ze naar zijn armen verlangd. Onbewust gleden haar handen over zijn borst en vouwde zich rond zijn nek om hem nog dichter tegen zich aan te trekken.
Wat was hij knap. Elke liefkozing deed haar zintuigen op hol slaan en haar bloed begon te koken. Het zou niet lang duren voordat ze hem zou smeken om te blijven. Met uiterste wilskracht maakte ze haar mond los en duwde hem snakkend naar adem weg.
‘Ik kom terug. Ik hoop dat je me een beetje zult missen.’ Na een laatste kus op haar bevende mond beende hij weg. Ze deed de deur dicht en leunde ertegenaan.
Toen ze de auto niet meer kon horen, maakte ze flesjes klaar, legde de tweeling in hun wagen, en liep naar buiten voor een lange wandeling. Al had haar leven er vanaf gehangen, ze had geen seconde langer binnen kunnen blijven. Ze zat boordevol opgekropte energie en ze was niet van plan naar huis terug te gaan voor ze elk winkeltje in het dorp had gezien en doodmoe was.
De volgende dag ging ze weer rond het middaguur naar buiten om met de tweeling te gaan lunchen in een leuk restaurantje dat ze de avond tevoren had gespot. Gelukkig was Andreas niet teruggekomen.
Blozend bedacht ze hoe vrijpostig ze bij het afscheid was geweest. Dat was de tweede keer dat ze met vuur had gespeeld. Als ze nog eens toeliet dat hij zo dicht bij haar kwam, zou ze zich branden.
Tijdens de heerlijke lunch zorgde de tweeling bij klanten en personeel voor een sensatie. Op weg naar buiten vroegen verschillende toeristen of ze een foto mochten nemen omdat de jongens er zo engelachtig uitzagen.
Dat kon geen kwaad zolang niemand wist dat ze de zoontjes van Leonides Simonides waren. Als dat bekend werd, zouden de foto’s in alle kranten en op tv verschijnen.
Even later was ze weer thuis en wilde de deur openmaken maar ze werd geroepen door een vrouw. Ze draaide zich om en zag de manager die zich naar haar toe haastte. ‘Gelukkig dat je terug bent. Er zit al een hele tijd iemand op je te wachten op kantoor.’
‘Wie is het?’
‘Mrs. Simonides.’
Haar hart miste een slag. Deline? Was dat mogelijk? Waar was Leon? Of was het Andreas’ moeder? Had hij haar hier afgezet met de bedoeling haar later weer op te halen? Bij de gedachte hem terug te zien stokte haar adem.
‘Ik neem de kinderen mee naar binnen, dan kun jij haar hierheen brengen, Lena.’
‘Ja, dat is goed.’ Ze haastte zich weg.
Gabi keek naar de kinderen. ‘Kom maar, schatjes. Er is iemand om jullie te zien. Ik wil dat jullie er op je best uitzien.’
Ze duwde de wagen naar binnen en spreidde de grote plaid uit op de vloer van de woonkamer om hen te verschonen. Daarna trok ze hen hun wit met gele kruippakjes aan. Het geel deed hun olijfkleurige huid nog beter uitkomen. Ze kuste hen in hun halsjes. ‘Mmm, wat ruiken jullie lekker.’
Toen er geklopt werd, sprong ze overeind om open te doen. De grote, slanke brunette kon niet veel ouder zijn dan vijfentwintig, net als zijzelf. De make-up die ze droeg kon de veelzeggende sporen van pijn niet maskeren. Ze was bleek en haar oogleden waren gezwollen van het huilen.
‘Jij moet Deline zijn.’ Haar hart deed pijn voor de vrouw die de moed had gehad om naar de kinderen van haar man te komen kijken.
‘Ja. Ik heb begrepen dat jij Gabriella bent, het halfzusje van Thea Paulos.’
‘Dat klopt. Kom binnen, alsjeblieft.’ Ze zat vol vragen maar ze hield zich in. Op een moment als dit wilde ze zich niet aan Deline opdringen. Ze volgde haar naar de woonkamer waar de tweeling op hun rug lag te brabbelen. Hun compacte lijfjes waren constant in beweging.
Met ingehouden adem wachtte Gabi op een reactie van Leons vrouw. Die liet niet lang op zich wachten.
Alsof haar benen haar niet langer konden dragen, liet ze zich met een kreet van pijn op de bank zakken. De tranen stroomden haar over de wangen. ‘Ze lijken als twee druppels water op hem maar het hadden onze kinderen moeten zijn,’ fluisterde ze gekweld.
Het zweet brak Gabi uit. ‘Het spijt me zo, Deline. Ik kan me voorstellen dat je me haat omdat ik contact heb opgenomen met Andreas. Toen ik naar zijn kantoor ging, dacht ik dat h-hij de vader was,’ stamelde ze.
‘Andreas heeft me alles verteld.’ Deline schudde haar hoofd. ‘Hem zou iets dergelijks nooit zijn overkomen. In tegenstelling tot Leon verliest hij nooit zijn hoofd als hij teleurgesteld is of boos. Dat is de reden dat hij na de hartaanval van hun vader hoofd van het bedrijf is geworden en niet Leon.’
‘Dat wist ik niet.’ Ze wist werkelijk bijna niets van hem.
‘Als Andreas trouwt, zal hij zijn vrouw trouw zijn tot in de dood.’
Het bloed gonsde in haar oren. ‘Gaat hij dan binnenkort trouwen?’