Ze liet zich niet door zijn plagende toon voor de gek houden. ‘Je hebt al meer dan genoeg gedaan, Andreas. Je efficiënte secretaresse vraagt zich vast af waar je je in ’s hemelsnaam verstopt.’
Hij gaf Nikos een kus. ‘Had ik je niet verteld dat ik met vakantie ben? De komende twee weken bivakkeert de hele familie hier.’
Dit keer maakte haar hart werkelijk overuren. ‘Als ik me goed herinner, wilde je me een afspraak geven om dinsdagmiddag drie uur, gisteren dus…’
‘Zoals je weet,’ mompelde hij, en hij kwam naast haar staan zodat ze zijn warmte en verleidelijke, mannelijke geur kon ruiken, ‘is alles intussen totaal veranderd door een situatie van leven en dood.’
Ze kneep in de rand van het bedje. Hij had gelijk. Toen ze vrijdag naar zijn kantoor in Athene was gegaan, had ze nooit gedacht dat ze een paar dagen later alleen met hem op Milos zou zijn. Toch was ze nu hier…
‘Ik zal straks maar eens naar Leon toe gaan om hem te kalmeren.’ Na die opmerking verliet hij de kamer.
Ze mocht niet vergeten waarom ze tijdelijk in dit paradijselijke oord verkeerde. Leon bofte dat hij door zijn broer werd bijgestaan. Andreas was inderdaad een goed mens. Hoe goed wist niemand die niet, net als zij, sinds vrijdagavond met hem te maken had gehad.
Binnen een paar minuten was hij terug met de luiertas en de flesjes. Ze verwisselden van baby en liepen naar de woonkamer om hen te voeden. Hij was net zo op zijn gemak en efficiënt als elke doorgewinterde vader. Of Leon hen zou opvoeden of niet, Andreas had zijn neefjes al in zijn hart gesloten. Van nu af was hij deel van hun leventjes.
Nadat ze de tweeling in bed hadden gelegd, zei hij dat hij naar zijn villa ging. ‘Voor ze wakker zijn, ben ik weer terug met wat te eten.’
Toen ze de auto had horen wegrijden, begon ze haar koffer uit te pakken. Volgens hem lagen de huizen van de familie maar tien minuten met de auto van haar vandaan maar ze miste hem nu al. Om de tijd te doden verkende ze de rest van het huis.
In het goed uitgeruste keukentje vond ze wat snacks en in de koelkast stonden drankjes. Een badkamer en twee slaapkamers kwamen uit op de gang. De hare had een schaduwrijk terras met een tafeltje en ligbedden met uitzicht op het doorschijnende water. De vele bloemen in potten en de roze bougainville over de balustrade verspreidden een subtiele geur.
Het lukte haar nauwelijks haar euforie te bedwingen. Ze verkeerde in die gevaarlijke toestand waarin grenzen vervaagden en ze stelde zich iets voor wat niets te maken had met de werkelijkheid.
Het strand riep en gebruikmakend van Lena’s belofte om op de baby’s te passen trok Gabi haar aquakleurige bikini aan. Een maand geleden had ze in een winkeltje in Heraklion de eenvoudigste bikini gekocht die ze had kunnen vinden maar toch liet hij meer zien dan haar lief was. Als ze bruin was geweest, was het minder opgevallen maar deze zomer had ze nauwelijks kunnen zonnebaden.
Nadat ze zich had ingesmeerd, pakte ze een grote, gestreepte handdoek en liep naar het strand. De zee schitterde als een zeldzame aquamarijn. Ze liet de handdoek vallen en rende het kalme water in dat minstens twintig graden was.
Na wat gezwommen te hebben liet ze zich op haar rug drijven en keek naar de zeilboten en een sporadische veerboot in de verte. Iets verderop waren nog wat mensen maar dit stuk had ze voor zichzelf. Ze zwom over de ondiepe bodem. Toen ze weer boven kwam, zwom ze terug naar het strand en ging op haar handdoek liggen.
Ze lag op haar buik, dit was hemels. Ineens klonk het geluid van een motor. Er kwam een boot aan. Ze hief haar hoofd op. Een speedboot was direct het strand opgevaren.
Weer dacht ze dubbel te zien want twee Griekse goden in donkere zwembroeken sprongen lenig van de boot en liepen naar haar toe.
‘Andreas –’ Ze schoot overeind en greep de handdoek om zich te beschermen tegen zijn alziende ogen. Haar blik dwaalde naar zijn broer. ‘Hallo, Leon, hoe gaat het?’
Hij glimlachte flauwtjes. ‘Beter dan een paar dagen geleden. Ik bied je mijn excuses aan voor mijn onbeschofte gedrag toen.’
Ze schudde haar hoofd. ‘Dat hoeft niet.’
‘Ja, dat moet wel,’ hield hij vol. Dat deed haar denken aan Andreas. ‘Maar hoe gaat het met jou? Jij hebt al die tijd voor mijn zoontjes gezorgd terwijl ik niet eens van hun bestaan af wist.’
Ze glimlachte. ‘Het zijn ook mijn neefjes. Geloof me, het was absoluut geen opoffering.’
‘Mag ik ze nog een keer zien?’ Hij deed zijn best, dat moest ze hem nageven.
‘Ja, natuurlijk. Als ze druk worden, er staan flesjes in de koelkast. Je hoeft ze alleen maar op te warmen.’ Toen wendde ze zich tot zijn broer en vroeg: ‘Andreas, waarom laat je hem hun kamer niet zien, dan ga ik nog een eindje zwemmen? Wanneer ze wakker worden, zijn ze vast blij hun papa te zien.’