Zijn gezicht was verstrakt, maar zijn ogen zagen elke beweging.
Wat betekende dat, vroeg ze zich af. Maakte hij zich zorgen over hun toekomst? Had hij er spijt van dat hij omwille van de baby met haar getrouwd was? Ze moest het weten.
‘Waarom ben je eigenlijk teruggekomen naar Italië?’
De vraag kwam zo onverwacht dat ze even sprakeloos was. ‘Dat weet je toch?’ Ze liep naar hem toe en legde haar hand op zijn arm.
Hij trok zich niet terug, merkte ze tot haar opluchting.
Ze wist dat ze hem moest overtuigen van haar gevoelens voor hem. Ze had er zo lang niet over gepraat, maar nu de test achter de rug was en de toekomst voor hen lag, voelde ze zich vrijer om het erover te hebben. ‘De avond dat we voor het eerst met elkaar naar bed gingen, ben ik smoor- en smoorverliefd op je geworden. Voor het eerst in mijn leven was ik verliefd op iemand! En die iemand was jij! Ik droomde ervan om met Andreas te trouwen, maar dat was een fantasie, een stomme droom die nergens op sloeg. Tussen Andreas en mij heeft de hartstocht altijd ontbroken. We leken het perfecte stel, maar we zijn nooit echt geliefden geworden. Andreas en ik zijn maar twee keer met elkaar naar bed geweest.’
‘Ik geloof je niet.’ Het klonk bijna wreed.
‘Je moet me geloven. Beide keren waren teleurstellend.’
Vincenzo werd bleek.
‘En toen kwam ik jou tegen. Vincenzo Antonello, de arrogantste, verrukkelijkste, onmogelijkste Italiaan die er in Italië rondloopt, met zijn oude Fiat en zijn houding, waaruit spreekt dat hij lak heeft aan de hele wereld… Die eerste keer met jou had ik het gevoel dat ik de man had ontmoet met wie ik de rest van mijn leven wilde doorbrengen. En daarna werd ik elke dag verliefder op je al vertelde je me nooit dat je ook verliefd was op mij.’
Ze haalde diep adem. ‘Ik wilde niet bij je weg toen het tijd was om terug naar huis te gaan. Ik was Andreas bijna vergeten. Daarom ben ik drie dagen langer in Italië gebleven, alleen maar omdat ik het niet kon opbrengen om bij je weg te gaan. Ik wist dat ik Andreas moest vertellen dat ik van je hield en dat het uitgesloten was dat ik weer bij hem terugkwam. Maar hij was al verliefd geworden op Gabi, dus ik heb nooit de kans gekregen om hem over ons te vertellen. Hij had haast toen hij bij me thuis kwam en hij was zo vol van haar dat hij het alleen maar over haar had.’
Omdat Vincenzo nog steeds geen woord zei, ging ze met de moed der wanhoop door. Hij moest weten hoe ze tegenover hem stond en wat ze voor hem voelde. Ze wilde hem niet verliezen, niet na alles wat ze samen hadden doorgemaakt. ‘Ik heb mijn baan bij de krant opgezegd en plannen gemaakt om terug te vliegen naar jou, maar ik werd ziek. Ik was zo misselijk dat ik in Athene moest blijven. De rest van het verhaal ken je.’
Nog steeds keek hij haar zwijgend aan.
‘Nu zijn we getrouwd. Er is een baby op komst. Eerst was ik bang dat Andreas de vader zou zijn, maar daarover maak ik me nu geen zorgen meer. Hij heeft zijn eigen weg gekozen en ik kies de mijne. Onze relatie is voorbij. Mijn leven draait nu om jou, Dino en de baby. Samen slaan we ons door alles heen. Het enige wat ik weet, is dat ik niet zonder je kan.’
Er viel een stilte.
Zonder iets te zeggen staarde hij naar de grond.
Eén afschuwelijk moment lang was ze bang dat haar huwelijk afgelopen was. Waren de spanningen hem te veel geworden? vroeg ze zich angstig af. Toen verbrak het rinkelen van de telefoon de stilte.
Automatisch nam hij de hoorn op. ‘Prego? Buongiorno. Si. Momento.’ Hij gaf haar de telefoon. ‘Het is dokter Santi. Ze vraagt hoe het met je is.’
‘O.’ Verward bracht ze de hoorn naar haar oor. ‘Buongiorno, dokter Santi.’
‘Hoe gaat het met u?’
‘Prima. Geen bloedverlies. En ook geen krampen.’
‘Aha, dat hoopte ik al. Bent u er klaar voor om goed nieuws te horen?’
Haar hart begon zwaar te kloppen. ‘Ja, natuurlijk.’
‘Uw echtgenoot heeft gisteren een gesprek met het hoofd van het lab gehad. Hij vroeg of het mogelijk was de uitslag eerder te krijgen. Ik heb de resultaten hier bij de hand. Laat ik het meteen maar zeggen: de baby is van uw man.’
Ze dacht even dat ze zou barsten van blijdschap. Ze had het gevoel alsof ze zweefde. ‘O, dokter Santi…’ Tranen druppelden uit haar ogen.
‘Is er iets mis?’ vroeg Vincenzo ontzet.
‘Dan zie ik u over drie weken bij onze volgende afspraak.’ Waarna dokter Santi het gesprek beëindigde.
In twee stappen was hij bij haar. Hij nam haar in zijn armen. ‘Zeg dan toch iets, innamorta.’
Lachend legde ze haar handen om zijn gezicht. ‘Er is niets mis. Vincenzo, jij bent de vader van mijn kind! Van jou ben ik in verwachting! Dit is onze baby!’
‘Irena…’ Hij bedekte haar gezicht met kussen, niet bij machte om ermee op te houden. ‘Onze baby?’