Hij schreef de namen van Irena en hemzelf op, plus hun telefoonnummers. Daarna schoof hij het blocnote terug. ‘Als u niet aan de andere kant van het glas zou zitten, zou ik u gezoend hebben, signora.’
‘Signorina Lotti,’ corrigeerde de vrouw, die een jaar of vijftig was. ‘Als er geen glas tussen ons in zat, zou ik u uw gang laten gaan.’
‘Grazie.’ Hij bedankte haar met een glimlach en ging op zoek naar de kassier. Nadat hij betaald had met zijn creditcard, wandelde hij terug naar de hal.
Hij besloot Irena niet te vertellen wat hij had gedaan. Dat zou haar alleen maar gespannener maken. Haar gezondheid was het belangrijkst. Volgens dokter Santi zou ze ongeveer drie dagen nodig hebben om te herstellen. Er zou een kleine nabloeding kunnen komen, maar dat was normaal. En verder moest ze veel bedrust nemen en zich niet inspannen.
Als hij de uitslag van het lab binnen had, zou hij haar die haar natuurlijk doorgeven, maar tot dat ogenblik zou hij zijn mond houden.
‘Signore Valsecchi?’
Oneindig opgelucht bij het horen van zijn naam, volgde hij de verpleegster naar Irena’s kamer. Ze bleek al aangekleed, zat in een rolstoel en ze maakte niet bepaald de indruk dat ze een akelige ervaring achter de rug had. Hij boog zich over haar heen om een kus op haar lippen te drukken. ‘Hoe gaat het?’
‘Prima eigenlijk. Je hebt jezelf vast zitten opvreten tijdens dat wachten.’
‘Ja, maar ik ben blij dat ik je weer kan meenemen naar huis.’
‘Ze is klaar,’ zei de verpleegster, die Irena nog een papier met instructies in de hand drukte. ‘Als u de rolstoel wilt duwen? Ik loop met u mee naar de uitgang en ik zal wachten tot u uw auto gehaald hebt.’
Voorzichtig hielp hij haar even later de auto in. ‘Heb je honger? Of dorst? Moet ik ergens stoppen om iets voor je te kopen? Zeg het maar.’
‘Nee, laten we maar meteen doorrijden naar huis.’
Hij drukte even haar hand. ‘Dat wil ik ook het liefst. Heb je ergens pijn?’
Ze zuchtte. ‘Nee. Die naald prikte een beetje, maar verder voelde alles normaal.’
‘Je ziet er ook heel normaal uit, maar vergeet niet wat dokter Santi heeft gezegd.’
‘Ik weet het. Ik doe het rustig aan.’
Bij hun aankomst stond hij erop haar het huis binnen te dragen.
Na even zwakjes geprotesteerd te hebben, gaf ze zich gewonnen. ‘Je doet veel te veel voor me. Ik voel me bezwaard.’
‘Nou, dan voel je je maar bezwaard. ik zorg voor je en daarmee uit.’
Ze gaf hem een zoen op zijn wang. ‘Dat doe je altijd al. Ik ben de gelukkigste vrouw ter wereld.’
Hopelijk heeft ze dat gevoel nog als de uitslag bekend is, dacht hij terwijl hij haar naar binnen droeg. ‘Wil je in bed of op de bank?’
‘Op de bank, maar ik moet eerst even naar het toilet.’
Voorzichtig zette hij haar neer. ‘Ik zal iets te eten voor je maken.’
De volgende ochtend werd ze met een schok wakker. Het liep tegen tienen. Ze was de vorige avond zo nerveus geweest dat ze met Vincenzo laat was opgebleven om een aantal oude films te bekijken, maar op een gegeven moment was ze zo moe geworden dat haar ogen waren dichtgevallen.
Tot haar verbazing had ze als een blok geslapen, maar nu ze wakker was, stond alles haar weer levendig voor de geest. Haastig stapte ze uit bed om naar het toilet te gaan. Even later stond ze, opgelucht omdat er geen spoortje bloed te bekennen was geweest, onder de douche. Het ontbijt was al klaar toen ze de keuken binnen liep.
Gespannen speurde Vincenzo haar gezicht af. ‘Je bent opgestaan!’
‘Het spijt me dat ik zo lang geslapen heb.’
‘Het spijt me!’ riep hij verontwaardigd uit. ‘Je had je slaap hard nodig. Ik moet je alleen bekennen dat ik de afgelopen drie uur elke tien minuten even bij je ben wezen kijken om te zien of je nog ademhaalde. Heb je ergens pijn?’
‘Nee.’
Ernstig keek hij haar aan. ‘Je liegt toch niet tegen me, hè’?’
‘Waarom zou ik dat doen?’ Ze deed een stap in zijn richting. Zijn kwetsbaarheid was een kant van hem die ze nog niet kende. Niemand die hem op dit moment zou zien, zou geloven dat dit de succesvolle, zelfverzekerde hertog van La Spezia was, die bezig was ingrijpende veranderingen door te voeren in zijn familiebedrijf. ‘Als ik me niet lekker voelde of kramp had, zou ik het je vertellen.’ Omdat ze zag dat hem iets dwarszat, vervolgde ze op luchtiger toon: ‘Moet je horen, dacht je nu echt dat ik moeite had gedaan om me in deze krappe spijkerbroek te wringen als ik me akelig voelde? Weet je nog dat je zo’n soort spijkerbroek voor me kocht toen ik pas in Italië was? Kijk nog maar eens goed naar me, want over een tijdje is mijn buik zo bol dat ik er niet meer in pas.’