Gray keek hem recht aan. ‘Ik hou van je dochter, dat moet je weten.’
Er verscheen een toegeeflijke uitdrukking op Pops gezicht. ‘Dat weet ik.’
Gray keerde zich om en liep voorzichtig en met pijn door de gang weg.
Micah haalde hem in. ‘Je kunt vanavond bij mij logeren. Je kunt beter niet alleen zijn met die verwondingen.’
Gray knikte, hij was te moe voor discussies. ‘Ik heb niets meegekregen toen het nieuws binnenkwam. Hebben ze Samuels te pakken?’
‘Ja,’ zei Micah op grimmige toon.
‘Ik kan die hufter wel vermoorden.’
‘Anders ik wel,’ zei Micah.
‘Hoe zit het met haar moeder?’ vroeg Gray. ‘Pop zei dat ze Faith bij haar ontsnapping heeft geholpen.’
‘Het laatste wat ik heb gehoord is dat ze haar aan het ondervragen waren. Ik weet niet of ze al hebben vastgesteld op welke manier ze hierbij betrokken was.’
Gray knikte. ‘Faith zal hoe dan ook overstuur zijn.’
‘Ja, dat is klote.’
Ze liepen via de uitgang van de spoedeisende hulp naar buiten en gingen naar Micahs truck. Over een paar uur werd het al licht en Gray kon wel vierentwintig uur slaap gebruiken. Hij klom de truck in, ging zitten en sloot zijn ogen.
Micah ging achter het stuur zitten en startte de motor. Hij zette hem in zijn achteruit, maar reed niet weg.
Gray deed zijn ogen open en zag dat hij naar hem staarde. ‘Wat is er?’
‘Hoe gaat het nu verder, man? Met je werk? Ga je weer aan de slag nu alles voorbij is?’
Gray verstijfde. Voorbij. De man die Alex had vermoord, die Mick had vermoord en Faith pijn had gedaan, zat vast. Zijn taak zat erop. Hij had nog even voor zijn officiële verlof erop zat. Een maand geleden zou hij hebben gezegd dat er geen reden was om te blijven, maar nu was er niets meer in Dallas wat hem daar hield.
‘Ik kan niet terug,’ zei hij. Het besluit was genomen en het was het eerste wat er in de afgelopen twee dagen was gebeurd wat hem een goed gevoel gaf.
Micah knikte. ‘Daar hoopte ik al op. Faith is een goede vrouw. Je past goed in het team. We zouden je hier permanent kunnen gebruiken.’
‘Ik weet niet of Pop dat ook vindt,’ zei Gray. ‘Maar of ik voor hem werk, of iets anders moet zoeken, ik kan Faith niet achterlaten.’
‘Ik begrijp het. Het loopt wel los.’
Dat hoopte Gray dan maar. Hij moest nog steeds met Faith praten. Hij was ontzettend dankbaar dat ze nog leefde en dat het goed met haar ging, en hij had de mogelijkheid haar duidelijk te maken hoeveel hij van haar hield.
39
Faith werd wakker met een ontzettend droge mond. Ze knipperde met haar ogen en probeerde zich te herinneren waar ze was. Het was donker. Ze kreeg echt een hekel aan het donker. Er ontsnapte haar een zacht geluidje toen ze bewoog en probeerde te ontcijferen waar ze was.
‘Gaat het, Faith?’ vroeg Connor.
‘Licht,’ zei ze schor. ‘Doe alsjeblieft het licht aan.’ Ze hoorde hem in het donker scharrelen en er verspreidde zich een zachte gloed in de kamer. Ze wendde haar gezicht af en bedekte haar ogen met haar hand.
De matras zakte in en toen ze haar hand weghaalde, zag ze dat Connor zich bezorgd over haar heen boog. ‘Hoe gaat het, lieffie?’
Ze likte langs haar lippen en dacht even na over die vraag. ‘Ik denk goed. Connor… Is Gray… Is hij dood?’ vroeg ze bang.
‘God, nee, lieverd. Het gaat goed met hem. We hebben hem naar huis gestuurd omdat hij een kogel in zijn schouder heeft gekregen en als een kip zonder kop heeft rondgerend. Hij heeft zelfs tegen doktersadvies in het ziekenhuis verlaten en heeft alleen herrie lopen schoppen.’
Ze liet zich opgelucht in de kussens zakken. ‘Ik zag hem vallen. Die man schoot hem neer. Ik dacht dat hij dood was.’ Er biggelde een traan over haar wang bij die afschuwelijke herinnering.
Connor legde zijn hand op haar voorhoofd. ‘Maak je niet druk, Faith. Ik maak me meer zorgen om jou.’
Er was zo veel gebeurd. Zelfs zonder de hoofdwond had ze al genoeg aan haar hoofd.
‘Waarom is hier verdorie het licht aan?’ vroeg Pop boos. Hij stond bij de deur met twee bekertjes koffie in zijn handen. Hij zag er afgetobd uit. Zijn bezorgdheid had diepe groeven in zijn gezicht nagelaten.
Faith vond het verschrikkelijk dat zij daar de oorzaak van was. Alles was vanwege haar gebeurd. Kon ze maar gewoon weer in slaap vallen en op een andere plek wakker worden!
Pop pakte met zijn ruwe hand die van haar vast.
Ze keek hem door haar tranen heen aan.
‘Je hebt me tien jaar van mijn leven gekost, jongedame,’ zei hij bars. ‘En ik weet niet wat er nu door dat mooie koppie van je spookt, maar ik durf te wedden dat ik het maar niets zou vinden.’
‘Het is allemaal zo’n puinhoop,’ fluisterde ze. ‘Ik wil gewoon naar huis.’