‘Als het maar een vleeswond is, dan kan ik hier als de sodemieter weg,’ bromde Gray.
‘Je moet rusten. Misschien laat ik je morgen gaan, al hou ik je liever een paar dagen hier. Er mag geen ontsteking optreden.’
‘Ik vertrek vandaag,’ zei Gray tussen op elkaar geklemde tanden. ‘Geef me maar een recept voor pijnstillers en antibiotica, dan kan ik gaan.’
‘Dan moet je wel een verklaring ondertekenen dat je dat tegen medisch advies doet.’
‘Lekker belangrijk. Ik ga, met of zonder jouw toestemming.’ Hij keek Micah aan in de verwachting dat die tegen zou sputteren, maar hij zweeg.
De arts zuchtte. ‘Oké, maar dat formulier moet je tekenen. Ik schrijf de recepten wel voor je uit. Je moet de hele antibioticumkuur afmaken. Als je koorts krijgt of als de wond er rood en ontstoken uitziet of nog meer opzwelt, dan kom je linea recta terug.’
Gray kwam weer overeind en viel bijna flauw van de pijn. Hij kreunde en zocht steun met zijn vrije hand.
Micah greep zijn arm vast. ‘Leun maar op mij en probeer niet te snel op te staan.’
Met zijn hulp lukte het Gray uit bed te komen.
De arts kwam even later terug en gaf de recepten aan Micah. Toen stak hij Gray een klembord toe.
Gray nam het aan en tekende het formulier zonder het te lezen. Hij wist wat erop stond – een heel verhaal over dat het ziekenhuis niet verantwoordelijk was als hij dood neerviel op het parkeerterrein. Ja ja, hij kende het wel. Hij gaf het klembord weer terug. Hij liet Micah voorgaan en volgde hem voorzichtig. Hij weigerde toe te geven aan de duizeligheid die hem dreigde te nekken, maar voelde zich zo slap als een vaatdoek.
Tegen de tijd dat Micah hem half naar de receptie had gesleept, zweette Gray als een otter en hij was er vrij zeker van dat hij lijkbleek zag.
‘Gast, ik weet niet of dit wel zo’n goed idee was,’ zei Micah. ‘Je ziet er bar slecht uit. Red je het wel?’
‘Ik moet haar vinden,’ zei hij wanhopig. ‘Heb je al iets gehoord? Wat is er aan de hand?’ Ze liepen door de uitgang naar buiten, het oogverblindende zonlicht in. Hij knipperde met zijn ogen en schudde zijn hoofd. ‘Waar zijn we in godsnaam?’
‘Houston,’ zei Micah kortaf. ‘Jij blijft hier. Ga maar op dat bankje daar zitten, dan haal ik mijn truck. Ben zo terug.’
Gray liet zich op het bankje zakken. God, wat was hij misselijk. Hij veegde met de rug van zijn hand het zweet van zijn voorhoofd en probeerde niet toe te geven aan de paniek.
Faith. God, wat moest zij nu wel niet denken? Ze was ongetwijfeld doodsbang en dacht dat hij haar had verraden. Haar had gebruikt. Fuck. Dat was ook waar, maar niet op zoals ze dacht. Hij deed zijn ogen dicht en telde langzaam tot tien.
Enkele minuten later voelde hij een hand op zijn schouder. Toen hij opkeek zag hij Micah voor zich staan. Hij leunde op hem en stond kreunend op. En hoewel hij er enorm van baalde, had hij Micahs steun hard nodig om bij de truck te komen.
‘Ik breng je recepten wel naar die apotheek bij het werk, die haal ik dan later wel op,’ zei Micah terwijl hij achter het stuur kroop.
‘Praat me bij,’ zei Gray. ‘Hoe zit dat met Mick en een of ander nieuwsitem op TV? En Faith. Heb je iets waar we wat mee kunnen? Heeft die hufter al contact opgenomen met Pop?’
‘Rustig, gast. Een vraag tegelijk graag. Het spijt me overigens vreselijk van Mick.’
Gray sloot zijn ogen en leunde met zijn hoofd tegen de stoel. ‘Ik wil die klootzak in handen krijgen, Micah. Eerst Alex, daarna Mick, en nu heeft hij Faith. Hij is van mij.’
‘Ik begrijp het, man. We willen hem allemaal achter tralies zien. En dat gaat ons ook lukken. Dat moet je geloven.’
‘En hoe zit het met de rest?’ vroeg Gray vermoeid.
‘Mick was kwaad omdat er volgens hem niet genoeg werd gedaan. Zijn woorden, niet die van mij. Dus wilde hij zelf Samuels uit zijn tent lokken. Het was een idiote, wanhopige stunt. Ik weet bij god niet waar hij met zijn gedachten zat. Hij nam contact op met een plaatselijke radiozender en heeft hen alles verteld. Hij kon duidelijk niet helder nadenken. Het interview sloeg nergens op en het is ongelooflijk dat ze het hebben uitgezonden. Hij was overduidelijk niet goed bij zijn hoofd. Hij heeft zijn eigen nek uitgestoken en Samuels heeft daar gebruik van gemaakt. Veel meer dan dat weet ik niet. De politie ook niet. Ze willen jou trouwens spreken. Ze zullen behoorlijk nijdig zijn als ze erachter komen dat je het ziekenhuis hebt verlaten voor ze de kans kregen je te ondervragen.’
‘Jammer joh,’ zei Gray. ‘Fuck. Waar was Mick in godsnaam mee bezig? Het is zo zinloos. Hoe heeft Samuels hem zo snel te pakken gekregen? En hoe wist Mick verdomme waar ik was?’
Micah zweeg.
Gray keek hem meteen aan. ‘Jezus, je denkt toch niet dat ik haar heb gebruikt, hè? Ik heb Mick niet verteld waar we waren. Dat wisten alleen jij en de anderen.’