Hij glimlachte geamuseerd. ‘Probeer je van me af te komen?’
Ze bloosde. ‘Sorry, natuurlijk niet. Leuk je te ontmoeten. Pop en Connor hebben me veel over je verteld. Ben je al een beetje gewend? Ik heb je nog niet eerder op kantoor gezien.’
Kop dicht, Faith! Ze wilde haar hoofd op het bureau laten vallen. Wat een leeghoofd.
Hij schraapte zijn keel. ‘Ook leuk jou te ontmoeten. Ze hebben me ook veel over jou verteld. Het appartement bevalt prima, en dit is de eerste keer dat ik op kantoor kom.’ Hij keek haar geamuseerd aan.
Zijn ogen twinkelden en hij bleef naar haar glimlachen. Schitterende ogen. Intens, diepblauw. Hij had kort haar, maar bovenop liep het een beetje in een kuif. Hij hoefde het waarschijnlijk alleen met een handdoek droog te wrijven en er een kam door te halen.
‘Ik hoopte eigenlijk dat je me mijn werkplek kon laten zien?’
Ze rukte haar blik los van al zijn attributen en knipperde met haar ogen. Ze stond op en stootte haar knie tegen het bureau. De pijn schoot door haar dijbeen en haar gezicht vertrok.
Ze trok de bovenste lade van haar bureau open en rommelde er even in voor ze een sleutelbosje te pakken had.
‘Dit zijn de sleutels van je kantoor en het gebouw. Pop heeft je vast alle alarmcodes gegeven, maar mocht dat niet zo zijn dan schrijf ik ze wel even voor je op.’
Ze stak hem de sleutels toe en hij sloot zijn hand om die van haar. Er schoot een warm, tintelend gevoel over haar huid toen hij met zijn duim over haar knokkels streek. Ze rukte haar hand los en liep om het bureau heen naar de deur. Eenmaal op de gang keek ze om en zag dat hij nog steeds tegen haar bureau leunde en haar bestudeerde. Ze was er vrij zeker van dat hij naar haar achterwerk had gestaard, maar zodra ze zich had omgedraaid was zijn blik omhoog geschoten.
‘Loop even mee, dan laat ik je jouw kantoor zien.’
Hij kwam overeind.
Ze liep drie deuren verder, naar het lege kantoor dat nu van hem was. Ze deed de deur open, maar ging niet naar binnen. Ze gebaarde naar de kamer. ‘Voilà. Roep maar als je iets nodig hebt.’
‘Zal ik doen,’ zei Gray met zijn diepe stem terwijl hij langs haar heen naar binnen liep. Hij voelde haar blik op zich rusten. Ze hadden allebei hun ogen goed de kost gegeven. Toen Mick hem over Faith Malone had verteld, had Gray niet verwacht dat ze zo mooi zou zijn. Of dat ze er zo onschuldig zou uitzien.
‘Ik, eh, ik ga maar weer. Ik zie je nog wel. Geef maar een gil als je iets nodig hebt.’ Ze ging er als een speer vandoor.
Hij schudde met een glimlach zijn hoofd. Hij maakte haar nerveus. Ze was gespannen vanaf het moment dat hij haar kantoor binnen was gelopen.
Op het moment hij er zeker van was dat ze weg was, deed hij de deur dicht en belde Mick op zijn mobiel.
‘Ik heb eindelijk Faith Malone ontmoet,’ zei hij toen er werd opgenomen.
‘En?’
‘Niet wat ik had verwacht,’ zei Gray.
‘Wat bedoel je?’
Gray haalde zich het beeld voor de geest van hoe ze overstuur achter haar bureau had gezeten. Haar verdriet deed hem meer dan hij wilde toegeven.
‘Ze is jong en mooi, lijkt heel aardig, keurig, zelfs. Volgens Pop is ze ontzettend slim en lief.’
Mick zuchtte eens ongeduldig. ‘Ben je al opgeschoten met de afluisterapparatuur? Heeft haar moeder al gebeld?’
‘Ik ben vandaag voor het eerst op kantoor. Ik plaats zo snel mogelijk de apparatuur op het werk en bij haar thuis. Volgens mij heeft haar moeder trouwens vandaag gebeld.’
Micks ademhaling versnelde, echode door de telefoon. ‘Weet je dat zeker? Wat werd er gezegd?’
‘Geen idee. Ik kwam binnen terwijl Faith telefonisch in gesprek was. Ze zei niet veel, maar ze was duidelijk van streek. Ze hing op een gegeven moment op en weigerde op te nemen toen er weer werd gebeld. Ik heb opgenomen, en er vroeg een vrouw naar haar, maar ze liet geen boodschap achter toen ik haar vertelde dat Faith niet beschikbaar was.’
‘Waarom heb je de telefoon verdomme niet aan Faith gegeven?’ vroeg Mick geërgerd.
‘Omdat ze die niet had aangepakt,’ antwoordde Gray. ‘Geduld, Mick. Ik zoek dit tot op de bodem uit, dat beloof ik. Geef me een paar dagen om de afluisterapparatuur te installeren. Deze gasten zijn bepaald niet op hun achterhoofd gevallen. Ik zal voorzichtig te werk moeten gaan.’
‘Bel me als je iets vindt,’ zei Mick.
‘Doe ik.’
Gray duwde zijn mobiel weer in zijn broekzak. Hij dacht even na over alles wat hij moest doen. Tot zijn verrassing voelde hij zich een beetje schuldig, en dat gevoel was onverwacht hardnekkig.
Hij was op Pop gesteld. Deze baan was leuk, ook al had hij hem onder valse voorwendselen gekregen. Hij paste goed in Pops team. Connor, Micah en Nathan waren allemaal van zijn leeftijd, en ze hadden veel met elkaar gemeen. Hij vroeg zich voor het eerst af of hij nog wel echt bij de politie wilde werken. Het zou zonder Alex niet meer hetzelfde zijn.