‘Oké.’ Gray hing op, duwde zijn mobiel in zijn zak en liep naar de ruimte waar camera B hing. Hij paste de hoek iets aan en belde Connor om de positie te bevestigen. Daarna ging hij op zoek naar Pop.
‘Ik ben klaar,’ zei hij toen hij hem had gevonden. ‘Connor zei dat hij nog wel een tijdje bezig is met het computersysteem en dat we niet op hem hoeven te wachten.’
Pop knikte. ‘Dan gaan we een hapje eten.’
Twintig minuten later zaten ze in een klein eettentje koffie te drinken terwijl ze op hun eten wachtten. Gray wilde Pop naar Faith vragen en haar relatie met haar moeder, maar hij wist niet hoe hij dat onderwerp nonchalant ter sprake kon brengen zonder argwaan te wekken. Pop was dan wel extravert en gul, maar Connor had zijn geslotenheid niet van een vreemde. En toch moest Gray zoveel mogelijk informatie zien te verzamelen over Celia Martin en de mogelijke link met Faith.
‘Hoe bevalt je het werk tot nu toe?’ vroeg Pop.
Gray knikte. ‘Prima.’ En dat was waar. Hij vond het zelfs veel leuker dan hij had verwacht. ‘Ik had zo mijn twijfels toen Mick dit voorstelde, maar het is een opluchting om uit Dallas weg te zijn.’
‘Mick is toch de vader van je partner?’
Gray knikte weer. Hij slikte om de brok in zijn keel weg te krijgen die plotseling op was komen zetten.
Pop maakte een meelevend geluid. ‘Ik weet dat het moeilijk moet zijn om je partner te verliezen. Ik heb zelf een eeuwigheid geleden bij de politie gezeten. Om een van je collega’s te verliezen… Nou, het is alsof je een broer verliest.’
‘Hij wás mijn broer,’ zei Gray somber. ‘Op alle vlakken, behalve dan door bloed.’
Herinneringen uit zijn jeugd trokken aan hem voorbij. Alex die lachte. Samen over straat rennen, met de honkbal gooien, avonden bij Alex thuis en maaltijden die zijn moeder had bereid, worstelpartijen met Mick in de achtertuin. Al die dingen die Gray nooit met zijn eigen familie had gehad. Alex en Mick waren zijn familie – de enige familie die hij had.
Pop knikte begrijpend. ‘Bloedverwantschap is soms niet het belangrijkste. Faith is mijn dochter, net zozeer als Connor mijn zoon is. Dat zou niet anders zijn als ze ook biologisch gezien mijn dochter was. Ik hou van hen allebei evenveel.’
Gray dacht snel na of iemand hem had verteld dat Pop Faith had geadopteerd. Hij wist het dankzij Micks onderzoek, maar niemand zou van hem verwachten dat hij dit wist.
Pop zag zijn zwijgen kennelijk voor verwarring aan, want hij begon de situatie uit te leggen. ‘Ik heb Faith geadopteerd. Drie jaar geleden.’
Gray trok zijn wenkbrauwen op. ‘Maar ze was al volwassen.’
‘Dat is waar. Maar ik wilde dat ze mijn naam kreeg. Ik wilde haar de liefde en acceptatie bieden waaraan het haar ontbrak.’
‘Dat klinkt niet alsof ze een gelukkige jeugd heeft gehad,’ zei Gray zacht. Dat hadden ze dan met elkaar gemeen.
‘Ik was jaren geleden een tijdje met haar moeder getrouwd.’ Pop maakte een achteloos handgebaar, alsof hij dat deel van zijn leven wegveegde.
‘Wat is er met haar moeder gebeurd?’ vroeg Gray tussen neus en lippen door. ‘Niemand heeft het over haar. Ik dacht eigenlijk dat ze dood was.’
Pop fronste zijn wenkbrauwen en er verscheen een boze blik in zijn ogen. ‘Haar moeder is een parasiet, meer niet. Ze gebruikt mensen, zelfs haar eigen dochter, en als ze heeft wat ze wil gaat ze verder naar de volgende.’
‘Dus Faith heeft niets meer met haar te maken?’ vroeg Gray.
‘Nee, en dat is maar goed ook. Faith is te aardig. Ze heeft heel wat jaren voor Celia gezorgd. Jaren waarin ze gewoon een kind had moeten zijn, met een moeder die voor haar zorgde, niet andersom,’ zei Pop woedend. Hij slikte eens en nam een slok koffie.
‘Ik ben met Celia getrouwd toen Faith veertien was. Ze was zo’n lieve meid. Een beetje stil. Het duurde even voor ze zich iets ontspande bij mij. Connor had net ontslag genomen uit het leger. Het was duidelijk dat het tussen mij en Celia niet zou werken, maar ik wilde er geen eind aan maken omdat ik me zorgen maakte om Faith. Ik wilde haar een goed thuis bieden. Maar vervolgens vertrok haar moeder opeens midden in de nacht, en ze nam Faith mee. Ik werd bijna gek toen ik haar niet kon vinden. Vijf jaar later kreeg ik ’s nachts opeens een telefoontje dat Celia een overdosis had genomen. Connor en ik gingen erheen om Faith op te halen. Ze had al die jaren keihard gewerkt om de eindjes aan elkaar te kunnen knopen. Ik heb haar mee naar huis genomen, en ze is gebleven.’
‘Hard,’ mompelde Gray.
‘Ja,’ zei Pop. Hij ademde diep in en ging met zijn hand door zijn grijzende haar. ‘Ik moet je niet met dit verhaal lastigvallen, maar ik maak me de laatste tijd een beetje zorgen om Faith. Ik wil dat ze gelukkig wordt.’