‘Tenzij je te moe bent,’ zei ze snel. ‘Ik wil je niet storen.’
‘Nee, juist niet,’ zei hij vlug. ‘Ik ben de hele middag al wakker.’
‘Oké, dan kom ik rond half zes langs, als het uitkomt.’
‘Ik kijk ernaar uit,’ zei Gray gemeend.
Hij beëindigde het gesprek en keek op zijn horloge. Genoeg tijd om naar huis te gaan voor Faith en de anderen thuiskwamen.
Ze maakte er bijna een gewoonte van zenuwachtig bij Gray op de stoep te staan. Belachelijk natuurlijk. Hij was maar een man. Oké, misschien niet zomaar een man. Maar toch, het zou fijn zijn als ze niet bij elke ontmoeting knikkende knieën kreeg.
Ze klopte op de deur en wachtte, vastberaden om zelfverzekerd en kalm te zijn. Toen hij de deur opende, plakte ze haar stralendste glimlach op haar gezicht, en stak hem de ovenschotel toe.
‘Een stoofpotje van worst en aardappel. Geneest gegarandeerd alles. Doet wonderen als je je niet top voelt.’
Hij nam de schotel met een glimlach aan en zijn vingers streken langs die van haar. ‘Kom binnen.’
Ze voelde het, een niet te ontkennen aantrekkingskracht die er was ook als die er niet was. Als dat ergens op sloeg.
Hij zette de schotel op het barretje en liep de keuken in, naar de koelkast. ‘Ik heb net ijsthee gemaakt. Wil je ook een glas?’
Ze knikte en ging op een barkruk zitten terwijl hij wat ijsblokjes in glazen liet vallen. Hij schonk de thee in en het ijs kraakte en tikte tegen het glas waarna hij er een voor haar neus zette. Ze nam een grote slok en genoot van de zoete smaak.
‘Lekker?’ vroeg hij met een knikje naar de ijsthee.
‘Mmm, heerlijk,’ zei ze. Ze liet haar tong over haar onderlip glijden om wat druppeltjes weg te halen.
Hij grijnsde. ‘Het recept van mijn oma. Zonnethee. Toen ik klein was, zette ze een kan met een paar liter erin op een hoge plek in haar tuin. Ze liet het dan de hele dag buiten staan. Het beste onder de zon, zei ze altijd.’
‘Ik ben overtuigd,’ zei Faith na nog een grote slok. Ze dronk het glas leeg, zette het neer en liet langzaam haar blik over Gray glijden. ‘Volgens mij voel je je een stuk beter,’ zei ze.
‘Ja, dat klopt. Dankzij jouw goede zorgen.’
Ze bloosde en boog haar hoofd. Hij grinnikte alsof dat precies de reactie was die hij had verwacht.
Ze keek hem verlegen aan. ‘Ga je morgen weer werken?’
‘Reken maar van yes,’ zei hij.
Ze legde haar hand op het barretje en liet zich van de kruk zakken. ‘Dan zie ik je morgenochtend.’
Hij keek enigszins humeurig, alsof hij haar nog niet wilde laten gaan. Zijn woorden bevestigden haar vermoeden. ‘Moet je nu al weg?’
Ze glimlachte. ‘Ja, ik heb Pop beloofd dat ik met Connor bij hem kwam eten. Het is lasagne-avond.’
Hij liep om de bar heen en kwam vlak voor haar staan, zo dichtbij dat ze zijn warmte voelde en zijn frisse geur rook. Hij rook alsof hij zo onder de douche vandaan was gekomen.
‘Een dezer dagen zet je het niet meer op een lopen als we zo dicht bij elkaar zijn,’ mompelde hij. ‘Je bent nog moeilijker te grijpen dan een varken in de modder.’
‘Een varken?’ Haar mond viel open. ‘Vergeleek je me nu net met een varken?’
Hij lachte en ging met een hand door zijn korte haar. ‘Shit, dat klonk niet al te best. Ik bedoelde dat ik een dezer dagen graag wil dat je langer blijft dan twee minuten. Je hebt de neiging om er als een speer vandoor te gaan zodra we alleen zijn. Ik ga het nog persoonlijk opvatten als daar geen verandering in komt.’
Haar wangen gloeiden en ze kreeg een warm gevoel vanbinnen. ‘Ik zal het onthouden,’ fluisterde ze.
Hij leek ongemerkt nog dichterbij te zijn gekomen. Ze likte nerveus langs haar lippen. Als ze nu niet ging, dan zou hij haar kussen. Dat wist ze. Wilde ze dat?
Ergens wel. Heel graag zelfs. Maar ze genoot ook van de spanning, het subtiele kat-en-muisspel wat ze speelden. De aantrekkingskracht tussen hen werd alleen groter, en het was slechts een kwestie van tijd voordat het kookpunt werd bereikt.
Hij kwam nog iets dichterbij. Ze deed haar ogen dicht en leunde naar hem toe, maar in plaats van haar op de mond te kussen, plaatste hij zijn hand om haar achterhoofd en drukte hij zijn mond kort tegen haar voorhoofd.
Ze sperde haar ogen wijd open en moest bijna lachen. Dus nu kreeg ze een koekje van eigen deeg, ja? Ze ging op haar tenen staan en streek kort met haar lippen langs die van hem. Dat was absoluut geen echte zoen.
Ze glimlachte toen ze het vuur in zijn ogen zag oplaaien, en zijn pupillen groter werden. Ze liep heupwiegend naar de voordeur. Daar draaide ze zich even om.
‘Tot morgen dan maar.’
9
Net op het moment dat Faith de pot onder het koffiezetapparaat schoof, drongen de eerste druppels hete koffie door de filter heen.