Was ze een slecht mens omdat ze zich veel beter voelde als haar moeder niet in de buurt was, en als ze zich niet druk om haar hoefde te maken? Als ze niet aan haar hoefde te denken, zich af hoefde te vragen welke problemen ze zich nu weer op de hals had gehaald?
De tranen sprongen haar weer in de ogen, en ze knarste gefrustreerd met haar tanden. Laat haar je dit niet nog eens aandoen! Ze heeft je voor de rest van je leven al genoeg emotionele bagage bezorgd.
Faith ademde een paar keer diep in en uit terwijl ze haar emoties, het verdriet, onder controle probeerde te krijgen. Ondanks al haar moeite om zich te wapenen tegen de emotionele drama’s van haar moeder, raakte het haar iedere keer weer als een mokerslag. Er ging te veel leed en spijt schuil achter de beschermende muur die Faith had opgetrokken om haar moeder op afstand te houden.
‘Dit is niet jouw schuld,’ fluisterde ze. ‘Jij hebt hier geen schuld aan.’
Ze dwong zich terug te lopen naar haar kantoor. Ze toverde een kalme uitdrukking op haar gezicht en hoopte maar dat niemand merkte hoe erg ze van streek was. Toen ze bijna bij haar bureau was keek Pop op.
‘Wij gaan weer, Faith. Kom je vanavond bij me eten? Dan maak ik je lievelingskostje.’
Ze grijnsde. ‘Zou ik nee zeggen tegen knakworstjes en diepvriesaardappeltjes?’
‘Bijdehand. Ik maak lasagne met knoflookbrood. Connor komt ook, dus dan kunnen jullie in één auto komen als jullie willen.’
Ze keek even naar Connor, die vragend zijn wenkbrauwen optrok. ‘Tuurlijk, gezellig, Pop. Ik heb er zin in.’
Pop legde een hand op haar schouder en kuste haar boven op haar hoofd. ‘Doe rustig aan en ga op een fatsoenlijk tijdstip naar huis. Wij zijn de rest van de middag weg, dus bel maar als er iets is.’
Ze gaf hem spontaan een knuffel en drukte haar gezicht tegen zijn borst.
Het leek hem eerst te verrassen, maar toen sloeg hij zijn armen om haar heen en drukte haar stevig tegen zich aan. ‘Zie je vanavond,’ bromde hij.
8
Gray voerde het tempo op en zijn voeten stampten op de binnenbaan. Hij voelde zich nog steeds niet honderd procent na die kogel die hij in zijn been had gekregen, die nacht dat Alex was gestorven, en zijn lichaam herinnerde hem daar nu aan.
Het zweet rolde langs zijn nek en werd opgezogen door de stof van het mouwloze shirt dat hem als een tweede huid omhulde. Hij kon Faith maar niet uit zijn hoofd zetten, en daar werd hij erg chagrijnig van.
Sinds zijn komst naar Houston had hij aan van alles en nog wat gedacht, behalve aan zijn doel: de moordenaar van Alex.
Hij voelde zich ontzettend schuldig. De waarheid was dat hij zich lichter voelde sinds hij Dallas achter zich had gelaten. In Dallas was hij elke dag wakker geworden met het keiharde besef dat Alex was vermoord. Hij had gegeten, gedronken en geslapen terwijl de herinneringen aan die nacht als pingpongballen door zijn hoofd schoten.
Maar hier… Hier voelde hij zich veel vrijer. Wat lichter. Als hij bij Faith was, vergat hij Alex, Mick, en het feit dat Faith zijn enige wezenlijke aanknopingspunt was om Samuels te vinden.
Zijn lichaam protesteerde en hij besefte dat hij aan het sprinten was. De spieren in zijn zwakke been beefden en trokken. Hij dwong zich langzamer te rennen, tot stilstand te komen. Zijn longen brandden.
Hij zette zijn handen op zijn knieën en hapte naar adem. Door zichzelf af te straffen zou hij ook niets bereiken. Misschien voelde hij er zich iets beter door, omdat hij het voor zijn gevoel verdiende, maar het zou niets veranderen.
Hij pakte de handdoek op die hij eerder op de vloer had laten vallen en hing die om zijn nek. Hij veegde met een punt het zweet van zijn voorhoofd en liep naar de kleedkamer.
Na een korte douche trok hij zijn spijkerbroek en een T-shirt aan. Hij liet zijn mobiel in zijn broekzak glijden, maar hij was nog niet eens bij de deur toen die trilde. Hij zuchtte geïrriteerd en haalde hem tevoorschijn. ‘Montgomery.’
‘Hallo, Gray. Met Faith.’
Haar zachte stem streelde zijn huid, en hij liet als vanzelf zijn schouders iets zakken toen de spanning daar afnam.
‘Hé,’ zei hij. Tot zijn grote ergernis haperde zijn stem.
‘Ik wilde even vragen hoe het met je gaat.’
Schuldbewust bedacht Gray dat hij ziek thuis zou moeten zitten, en in plaats daarvan was hij hondsbrutaal in de sportschool bezig. Niet zo slim.
Hij schermde de telefoon af toen hij naar buiten liep, de parkeerplaats op. Hij ging snel naar zijn auto en stapte in zodat Faith de geluiden van de stad niet zou horen.
‘Prima, dankzij jouw kookkunsten,’ zei hij.
Ze lachte zacht. Door het geluidje laaide er een sprankje vreugde in hem op. ‘Ik wilde je straks wat te eten komen brengen.’
Hij werd al blij van de gedachte dat hij haar weer zou zien. Hij schudde ongelovig zijn hoofd. Hij leek wel een smoorverliefde puber.