‘Nou ja, iemand moet de boel gladstrijken. Jij en Nathan zijn die arme Connor zo tot last.’
‘Tja, jemig, iemand moet dat toch doen? Niemand mag zo serieus zijn.’
Faith probeerde zich in te houden, maar uiteindelijk moest ze toch giechelen. ‘Oké, hij is wat stijfjes.’
Micah drukte zijn sigaret uit. ‘Wat stijfjes? Volgens mij slaapt hij staand.’
‘Over wie hebben we het?’ vroeg Nathan, die net binnen kwam slenteren.
‘Nou, Micah schijnt opeens geobsedeerd te zijn door Connor,’ zei Faith heel onschuldig.
Micah stak zijn middelvinger naar haar op.
‘Jezus, gast, ben je weer aan het roken?’ vroeg Nathan terwijl hij zijn neus ophaalde. ‘Het ruikt hier verdomme alsof je een kroeg binnenloopt.’
Faith zuchtte geërgerd en pakte een bus luchtverfrisser uit een lade. De mannen kuchten terwijl ze met de bloemenspray in het rond spoot.
‘Niet zo zaniken, man,’ mopperde Micah. ‘Ik doe mijn best.’
‘Dat is ook zo,’ zei Faith loyaal. ‘Maar ik zou in het vervolg graag zien dat je buiten mijn kantoor je best doet.’
Nathan grinnikte en duwde zijn handen in zijn zakken. Zijn warrige lichtbruine haar viel tot over zijn oren en krulde opstandig in zijn nek. Hij had een sik die nodig moest worden getrimd en ondeugende groene ogen die werden omlijst door belachelijk lange wimpers. Het was gewoon niet eerlijk dat een man zulke schitterende ogen had.
‘Wanneer ga je eens naar de kapper?’ vroeg ze.
Micah gniffelde.
Nathan ging met zijn hand door zijn haar en keek haar verbaasd aan. ‘Wat is er mis met mijn haar? Je zegt toch ook niet tegen Micah dat hij zijn haar moet laten knippen, en dat van hem is langer dan dat van mij.’
‘Het staat hem goed, jou niet.’
‘Au,’ mompelde Nathan. Hij keek Micah even jaloers aan.
Ze schudde haar hoofd. ‘Jullie hebben een vrouw nodig om je in het gareel te houden. Ik hoop maar dat jullie er allebei snel een vinden zodat ik niet langer voor jullie hoef te zorgen.’
‘Je kunt ook aanbieden om het fulltime te doen,’ zei Micah met een verleidelijke blik. Irritante vent.
‘Ik denk niet dat John blij zou zijn als hij wist dat je zijn vriendin allerlei oneerbare voorstellen zit te doen,’ merkte Nathan droogjes op.
Faith verstijfde en leunde naar achteren. ‘Eh, over John gesproken...’
Ze keken haar nieuwsgierig aan.
‘Is er iets, Faith?’ vroeg Micah. De plagende klank was uit zijn stem verdwenen, en hij leunde met een dodelijk serieuze blik in zijn ogen naar voren.
Ze was even vergeten hoe beschermend ze konden zijn. Dat was normaal gesproken Connors taak. Maar hoewel Micah en Nathan haar graag plaagden, hielden ze haar altijd scherp in de gaten. ‘Nee, er is niets,’ zei ze luchthartig. ‘Ik wilde alleen zeggen dat het uit is met John.’
Nathan trok zwijgend zijn wenkbrauwen op.
‘Rustig maar, het was mijn beslissing,’ zei ze. ‘Het werkte gewoon niet. En jullie hoeven hem niet aan een verhoor te onderwerpen.’
Ze voelde haar gezicht alweer warm worden. Het laatste wat ze wilde was dat John hen zou vertellen waarom ze uit elkaar waren gegaan.
‘En vertel het alsjeblieft niet aan Connor,’ mompelde ze.
Ze lagen allebei dubbel van het lachen.
‘Oké,’ zei Micah met een ondeugende blik. ‘Ik zeg niets als jij mijn gerook niet verklikt.’
Ze zuchtte geïrriteerd. ‘Wat ben je toch een etterbak!’
Hij grijnsde. ‘Maar je houdt van me.’
Ze glimlachte onwillekeurig. ‘Ja. En nu mijn kantoor uit, ik heb werk te doen. Dat geldt trouwens ook voor jullie grapjassen.’ Ze keek op haar horloge. ‘Pop krijgt een hartaanval als hij erachter komt dat jullie hier zitten te niksen.’
Tot haar schrik ging op dat moment de telefoon. Ze reikte er aarzelend naar, maar toen ze merkte dat Micah en Nathan haar achterdochtig aankeken, slikte ze hard en nam ze op. ‘Malone.’
Pop bromde een begroeting. ‘Faith, zeg tegen die twee nietsnutten dat ze als de sodemieter je kantoor verlaten en doen waar ik ze voor betaal.’
Ze barstte opgelucht in lachen uit. ‘Ook goedemorgen.’
Hij grinnikte kort. ‘Goedemorgen. Alles oké op kantoor?’
‘Tuurlijk. Ben je hier voor de lunch?’
Hij zuchtte. ‘Helaas niet. Connor, Gray en ik halen wel iets. Dit beveiligingssysteem vertoont kuren, dus het houdt ons nog wel een tijdje zoet.’
‘Oké, Pop. Tot later dan maar.’ Ze legde lachend de telefoon neer.
‘Ja, ja,’ bromde Micah, en hij stond op. ‘Ik kon Pop hier helemaal horen. Ik zweer het je, hij luistert de boel gewoon af.’
Nathan lachte. ‘Ik zie het die ouwe nog doen ook.’