‘Zoals jij mijn naam uitspreekt, is het een uitnodiging,’ mompelde hij. Met hartstochtelijke gulzigheid kuste hij haar.
Als vanzelf werd ze zo vloeibaar vanbinnen als honing. Het was onmogelijk hem te weerstaan. Met een spijtige kreun rukte ze zich los.
Hij bekeek haar met een blik alsof ze een insect was. Zijn gezicht leek uit graniet gehouwen, met een bleekheid onder de olijfkleurige huid alsof er kil marmer onder zat. ‘Ik had gezworen dat ik nooit meer zou trouwen,’ sprak hij afgemeten, op een toon zo somber dat ze er kippenvel van kreeg. ‘Voor jou ben ik veranderd. Ik had gezworen dat ik nooit kinderen zou krijgen. Ik heb onze zoons leren accepteren en liefhebben. Ik dacht dat je anders was. Warm, eerlijk en gul. Waar is dat allemaal gebleven?’
Zijn bittere toon sneed door haar huid, vervulde haar met triestheid. Opeens voelde ze dat ze een heel belangrijke fout had gemaakt, al wist ze niet precies hoe of waarmee. Ze kon aan zijn ogen zien dat ze hem had verraden, dat ze hem had laten vallen. Het was een beschuldiging die haar vervulde met pijn. Ze was anders, had hij gezegd, maar anders dan wie? Ze had hem nog nooit zo geëmotioneerd gezien, en het raakte haar tot in het diepst van haar ziel.
Ze lag nog steeds te denken toen ze de deur achter hem dicht hoorde vallen. Ze had haar doel bereikt. Ze had op haar strepen gestaan, maar ze had niet precies kunnen uitleggen waarom ze handelde zoals ze deed. De boodschap was echter overgekomen, en dat was al heel wat.
Langzaam kwam ze overeind. Daar zat ze dan, met haar prachtige jurk en haar antieke tiara, omringd door een bloemenzee… Híj had die jurk van haar lijf moeten pellen… Zonder waarschuwing, verscheurd door twijfel, barstte ze in tranen uit.
De volgende dag ging Katie om acht uur naar beneden om te ontbijten. Ze was midden in de nacht nog op zoek gegaan naar Zandros, maar uiteindelijk waren de tweehonderdtweeëndertig kamers er ongeveer tweehonderdtwintig te veel geweest, vooral nadat ze enkele personeelsleden had getroffen of gewekt. Ze had geprobeerd hem mobiel te bellen, maar hij had zijn toestel uitgeschakeld. En áls ze hem al had gevonden, had ze niet geweten wat ze had moeten zeggen. Waarschijnlijk zou het toch niet hebben geholpen.
Ze had de hele nacht geen oog dichtgedaan. Ze had gehoopt dat hij haar zou komen opzoeken, en had tegelijkertijd duizenden angsten uitgestaan. Wat als hij het huwelijk inderdaad nietig wilde laten verklaren? Wat zou er dan met de tweeling gebeuren? Of dat hij het land had verlaten? Zou hij de huwelijksreis willen annuleren?
Om zes uur was ze opgestaan om haar koffers te controleren, en daarna was ze wel een uur met make-up in de weer geweest om haar rode ogen te verhullen. Uiteindelijk had ze een groen rokje met bijpassend topje aangetrokken. Zelf vond ze het rokje te kort, maar ze had het gekocht omdat hij het mooi zou vinden.
De eetkamer was leeg. In een vergeefse poging haar verdriet te vergeten, at ze de halve tafel leeg.
Toen Zandros een tijdje later nonchalant naar binnen wandelde, elegant gekleed in een beige broek en een Italiaanse trui, werd ze duizelig van opluchting.
‘Ben je klaar?’ vroeg hij.
Dus de huwelijksreis ging door! Ze stond op.
‘Leuke rok,’ mompelde hij toen ze even later in de limousine naar de luchthaven stapten.
‘Wil je nog wel met me praten?’ vroeg ze.
‘Heb je nog meer van dat soort rokjes bij je?’
‘Zandros…’
Hij leunde over haar heen en legde een vinger tegen haar lippen. ‘Zeg het niet, agape mou. “We moeten praten” is de engste zin die een man kan horen.’ Hij leunde weer achterover en poogde zichtbaar er op zijn allerknapst uit te zien.
Ze knikte en slikte. Ze moesten inderdaad praten, maar ze was te bang om het te riskeren. Hij had gezegd dat hij voor haar was veranderd, en daar wilde ze meer over weten. Betekende het dat hij hun huwelijk en het vaderschap als een offer beschouwde dat hij had moeten brengen? Het besef deed intens pijn.
Ze werden opgewacht door een heel contingent journalisten, die door Cyrus en zijn sterke mannen op afstand werden gehouden. Zandros sloeg een arm om Katie heen en wandelde snel, de luid in hun richting geschreeuwde vragen negerend. Katies bloed werd ijzig koud toen ze een vraag over het ‘nieuwe verhaal’ hoorde. Wat voor verhaal? Had Leanne weer iets verteld? Ze durfde het Zandros niet te vragen.
Even later arriveerden ze bij zijn privévliegtuig. Meteen begon ze in het stapeltje kranten op zijn bureau te graven. Het ergste roddelblad had een nogal korrelige foto op de voorpagina waarop zij en Zandros elkaar kusten op de dansvloer.
Zandros legde gauw een hand op de hare. ‘Dat is alleen maar tijdverspilling.’
Katie kon het echter niet weerstaan. Ze bladerde door de krant, tot ze de twee pagina’s vond die aan hun huwelijk waren gewijd. Er stond slechts één andere foto bij, van haarzelf in haar jurk, maar de dag zelf was tot in de kleinste details beschreven. Met tranen in de ogen staarde ze door het raam. Het was naïef en dom geweest om Leanne weer te vertrouwen. ‘Het spijt me,’ mompelde ze.