Home>>read Wraak & verlangen free online

Wraak & verlangen(37)

By:Lynne Graham


Toby en Connor, besefte hij. Ze huilden.

Hoewel zijn instinct hem zei naar hen toe te gaan, richtte zijn plotseling verwilderde blik zich op de wijd open deur vóór hem, die naar Katies slaapkamer leidde.

Vanaf de drempel zag hij het naakte stel op het bed. Hij herkende Damon Bourikas onmiddellijk. Hij stond juist op het punt zijn neef van het bed te sleuren, toen hij besefte dat de vrouw niet Katie was, maar Maribel. De uitermate weelderig bedeelde blondine was druk bezig een handeling te verrichten waar hij zo gauw de naam niet van wist.

Zandros werd overspoeld door een combinatie van afkeer en opluchting. Zijn hoofd werd er licht van. Zonder er werkelijk bij na te denken strekte hij zijn hand uit om de stereo uit te schakelen. Tegelijkertijd zag hij een klein bergje wit poeder met daarnaast een opgerold bankbiljet op het blad van de kaptafel.

Strak van woede sprak hij: ‘Het feest is afgelopen. Maak dat je wegkomt voor ik mijn beveiligingsteam oproep om je zo de deur uit te zetten!’

In lacherig Grieks probeerde Damon zich te verontschuldigen, maar Zandros had er geen oren naar. Hij dreigde dat hij de politie ging bellen als ze niet stante pede vertrokken, om daarna naar de kinderkamer te benen zonder het stel nog een woord waardig te keuren.

Met één blik op de rood aangelopen gezichtjes van Toby en Connor concludeerde hij dat de jongetjes bepaald langer dan een paar minuutjes moesten hebben gehuild. Zijn handen balden zich tot vuisten. Hij kende zijn zoontjes eigenlijk alleen maar vrolijk en blij. Hun hulpeloze, zielige uitdrukkingen deden zijn hart zwellen van liefde, terwijl hij eerst de een, toen de ander oppakte en tegen zich aan hield. Hij ging zitten en wiegde de jongetjes tot ze rustig werden. Toen legde hij ze terug in bed.

Eigenlijk voelde hij zich vooral heel vreemd, besefte hij toen hij een hand door zijn haar haalde en zag dat die hand trilde. Keer op keer dacht hij terug aan de misselijkmakende seconden waarin hij had gedacht dat Katie met een andere man in bed lag. Met iemand anders vrijde, hem bedroog en verraadde… Het zweet brak hem uit, en een golf van misselijkheid ging door hem heen. Net op tijd bereikte hij de badkamer. Theos mou, wat was er met hem aan de hand? Was hij soms ziek?

Nog geen tien minuten tevoren had hij zich fantastisch gevoeld na een zeer succesvolle zakenreis. Hij was rechtstreeks van het vliegveld naar het appartement gereden. De scène die hij daar had aangetroffen, had tegen al zijn principes in gedruist. Drugs in een woning die op zijn naam stond, die viezerik van een Bourikas in de slaapkamer van zíjn Katie, het kindermeisje dat zijn kinderen negeerde… Maar sinds wanneer werd hij misselijk van onappetijtelijke taferelen? Sinds wanneer kreeg hij daardoor het gevoel alsof er een gebouw boven op hem was gestort?

Hij schrok op uit zijn mijmeringen door het hernieuwde gesnik van een van de jongens. Katie had hier niets mee te maken gehad, hield hij zichzelf voor. Ze had met niemand in bed gelegen, en hij zou ervoor zorgen dat ze later die dag bij hém in bed lag in Dove Hall. Hij had lang genoeg gewacht. Zijn geduld was op. Van nu af aan bepaalde híj wat er ging gebeuren. Eerst moest hij de praktische zaken maar eens oplossen.

Ze zaten zonder kindermeisje. Katie was in geen velden of wegen te bekennen. Hij kon haar bellen, of een van zijn mensen bellen om zolang op de tweeling te passen. Of, zo besloot hij, hij kon zelf bij de jongens blijven. Hij was hun in elk geval vertrouwd.

Een voor een tilde hij ze weer uit hun bedjes. Ze moesten verschoond worden waarschijnlijk, en ze hadden vast en zeker honger. Hij trok zijn colbert uit en maakte zijn das en zijn met diamanten ingelegde manchetknopen los. In de kast zocht hij wat droge kleren uit, waarna hij druk aan de slag ging. Twee uur later belde hij Cyrus om hem op te dragen naar het appartement te komen om de kinderen naar de limousine te helpen brengen.

‘Niets vragen,’ bromde hij waarschuwend, toen hij Toby enkele minuten later aan zijn beveiligingshoofd overhandigde. Het jochie droeg slechts een luier en was half in een met chocoladevlekken besmeurde deken gewikkeld. Zijn broertje zag er vergelijkbaar uit. Maar Zandros zelf was er het ergst aan toe: zijn zijden shirt zat vol spatten badwater, chocoladevlekken, koekkruimels, melk en vruchtensap. Zelfs zijn haren hadden een vreemde chocolademelkachtige glans en zaten hier en daar samengekoekt in vettige plukjes ter grootte van een peuterhand.

Toen de kinderen in hun stoeltjes zaten en de auto zich in beweging zette, slaakte hij een diepe zucht. Voor het eerst in twee uur durfde hij zich te ontspannen. Prompt viel hij in slaap. Ze waren al bijna bij Dove Hall, toen hij eindelijk weer genoeg bij zinnen was om de telefoon te pakken en Katies nummer in te toetsen.



‘Je bent een lieve meid.’ Calliope Christakis gaf een bemoedigend kneepje in Katies hand. ‘Ik hoop dat je die baan krijgt.’