Zandros volgde haar weer. Ze bevonden zich al in de marmeren hal toen hij bulderde: ‘Wat is er nu persoonlijker dan wat wij met elkaar doen?’
De woede in zijn toon deed haar stilhouden. ‘Dat is alleen maar lichamelijk,’ mompelde ze, een tikje minachtend.
‘Nou en?’ Als een vertoornde jager die zijn prooi zag ontsnappen, keek hij op haar neer. ‘Ik zou de wereld rondvliegen om een uurtje met jou in bed te kunnen doorbrengen! We hebben de beste seks die ik ooit heb beleefd, en voor mij is dat genoeg. Meer dan genoeg zelfs. Waarom geldt dat niet voor jou?’
Ze kleurde dieprood. Had ze hem goed verstaan? ‘Zandros…’
Ergens achter zich hoorde ze iemand kuchen. Het was het soort kuchje dat iemand maakte om de overige aanwezigen op diens bijzijn te wijzen.
Zandros keek langs haar heen en verstijfde voor haar ogen. Zijn gezicht gleed in de plooi, en zijn wimpers daalden als gordijnen half neer over zijn ogen.
‘Zandros…’
Langzaam draaide Katie zich om. Wie was degene die waarschijnlijk de laatste paar opmerkingen had gehoord?
Het was een oude man met wit haar, die hen breed toelachte. Toby zat op zijn arm alsof hij de man al weken kende.
‘Pelias Christakis,’ stelde hij zich op vriendelijke toon voor. ‘En jij bent zeker –’
‘Katie Fletcher,’ maakte Zandros zijn zin af. Bijna onmerkbaar legde hij zijn hand op de hare om daar de beha uit over te nemen en hem ergens te verstoppen; ze had geen idee waar. ‘Dit is mijn opa, Katie.’
Pelias legde zijn arm rond haar stramme rug om haar een zitkamer in te loodsen. ‘En hier is mijn vrouw, Calliope.’
Een mollige dame met zilveren haar en Connor op haar schoot begroette haar, in Engels met een zwaar accent.
Zandros vertelde de gouvernante, die bij de deur stond, dat ze de kamer mocht verlaten, terwijl Katie haar uiterste best deed om niet hysterisch te worden. Hoelang hadden Zandros’ grootouders al op hen zitten wachten? Zouden ze weten waarom ze zo lang weg waren geweest? Ze durfde te wedden dat haar haren een grote warboel waren en dat haar mascara was uitgelopen, en ze kon zelf zien dat Zandros geen jasje en sokken aan had. Bovendien was het duidelijk geweest dat ze zojuist vreselijk hadden lopen ruziën.
Toch lieten geen van beiden een spoortje van afkeuring of verbazing blijken. Toen Toby zijn armen naar Katie uitstrekte, overhandigde Pelias het kindje stralend. ‘Ah, natuurlijk wil hij zijn moeder. Calliope en ik waren zo blij toen we hoorden dat ze bestonden! Ik hoop dat je begrijpt dat we geen dag langer konden wachten om ze te ontmoeten. Op onze leeftijd telt iedere dag!’
Zandros, die besefte dat hij er mijlenver naast had gezeten met zijn vermoeden dat zijn grootouders helemaal kapot zouden zijn van het schandaal van zijn buitenechtelijke kinderen, sloeg het tafereel knarsetandend gade. De oudjes zaten verdorie te stralen of het Kerstmis was. Hij boog zich voorover om een zoen op zijn oma’s poederige wang te drukken.
‘Pelias wilde je waarschuwen dat we kwamen, maar je weet hoeveel ik van verrassingen houd,’ liet ze hem vrolijk weten.
‘Het is een fantastische verrassing,’ reageerde Zandros zonder aarzeling.
Calliope legde Katie uit dat ze door haar reuma zelf niet veel kon, en tikte op het plekje naast haar ten teken dat Katie daar moest gaan zitten. ‘Het zijn prachtige jongetjes, sterk, gezond en levenslustig. Je zult wel erg trots op ze zijn.’ Vertederd aaide ze Connor, die zich alle aandacht tevreden liet welgevallen.
Pelias streelde intussen Toby’s donkere krullen. Zijn ogen waren vochtig. ‘We zijn dolblij met ze,’ verzuchtte hij. Hij keek Katie recht aan en deelde haar rustig mee: ‘Ik wil dat je weet dat we jou en je kinderen, ongeacht wat er tussen jou en Zandros gebeurt, voor altijd als deel van de familie zullen beschouwen. Jullie zijn altijd welkom bij ons.’
Nu was het Katies beurt om tranen in haar ogen te krijgen. Ze zette Toby op de grond, waar hij meteen naar zijn vader toe kroop.
De beste seks die ik ooit heb beleefd… Terwijl de woorden zo ongepast in haar hoofd weerklonken, voelde ze haar dijen weer warm worden. De heftige vrijpartij had haar overvallen, zozeer zelfs dat ze Zandros nauwelijks aan durfde kijken.
‘Jullie blijven zeker wel een paar dagen?’ vroeg Zandros. ‘Helaas moet ik vanavond weg omdat ik morgenochtend een meeting in Brussel heb, maar ik weet zeker dat Katie blij zal zijn met jullie gezelschap.’
Een schuldgevoel bekroop haar. Bedacht hij nu een smoes omdat ze ruzie hadden gehad, waardoor hij zelf geen tijd met zijn grootouders zou kunnen doorbrengen? Ze zag dat het gemak waarmee hij Toby oppakte om hem even aan te halen de oude mensen evenmin ontging als haar. Het was duidelijk dat de tweeling al van hun vader begon te houden. Had ze de juiste beslissing genomen? Ze wist het niet meer. Ze wist helemaal niets meer…