‘Bijzonder. Dit smaakt nog smeriger dan het eruitziet,’ had hij de zesde dag opgemerkt, terwijl hij zijn bord opzij had geschoven.
Ze had het bord opgepakt, maar halverwege de keuken had ze zich niet langer kunnen inhouden. Ze draaide zich om, liep terug en smeet het hele dienblad voor zijn voeten. ‘Je bent de allerirritantste kerel die ik ooit heb meegemaakt!’ was ze uitgevallen. ‘Niets is ooit goed genoeg voor je!’
‘En daarom probeer je me dus maar te verwonden?’
‘Als ik je wilde verwonden, dan had ik dat gedaan, geloof me!’
Na een lange blik had hij haar hooghartig meegedeeld dat ze was ontslagen.
Terwijl ze even later de oprijlaan af fietste, had haar woede geleidelijk aan plaatsgemaakt voor spijt. Ze was haar moeders baan kwijtgeraakt, en de reputatie en referenties van haar moeder zouden eronder lijden. Ze had zich laten meeslepen door woede, met als gevolg dat haar moeder met de gebakken peren kwam te zitten… Dus had ze zich omgedraaid en was teruggefietst.
Zandros had haar niet eens laten uitpraten. ‘Nee. Je hebt geen discipline en kunt het werk niet aan.’
‘Maar ik kan leren om –’
‘Je hebt een slechte werkhouding. Ik heb geen geduld met incompetente en brutale werknemers.’
‘Geef het alsjeblieft niet door aan het bureau,’ had ze gesmeekt. Ze legde uit dat ze in feite het werk van haar moeder overnam, en dat ze eerder eigenlijk alleen kantoorwerk had gedaan.
‘Ik sta versteld. Je geeft toe dat je hebt gelogen en toch wil je dat ik je de baan teruggeef?’
‘Ja. Ik zal me beter gedragen en alles leren koken wat je wilt,’ had ze wanhopig aangeboden. ‘Als je me nog een kans geeft, zal ik alles doen wat je wilt!’
‘Ontbijt op bed? Rokken dragen in plaats van die spijkerbroek?’
Verbluft had ze hem staan aankijken.
‘Dat laatste heb ik niet gezegd,’ krabbelde hij gauw terug, ‘maar bepaalde dingen kunnen nu eenmaal op meerdere manieren worden geïnterpreteerd.’
Op dat moment pas had ze beseft dat de agressieve sfeer te wijten kon zijn aan een aantrekkingskracht die ze beiden hadden gepoogd te negeren.
‘Dat had ik niet moeten zeggen,’ herhaalde hij.
‘Maar je zei het wel.’ Ze was zich opeens intens bewust van de gouden gloed in zijn blik, die aan haar geketend leek. Van opluchting en een duizelingwekkend besef van haar macht over hem begon ze te lachen.
‘Hou op met dat geflirt.’
Ze had haar lippen op elkaar geperst en het hoofd gebogen, waarbij ze hem stiekem door haar oogharen was blijven aankijken.
‘Zelfs de manier waarop je kijkt is flirterig,’ had hij gemeend.
Ze had haar ogen dichtgeknepen. Wat moest ze anders?
‘Probeer je normaal te gedragen.’
Gedwee knikkend was ze naar de keuken vertrokken.
De volgende ochtend had de piloot van de bevoorradingshelikopter een Grieks kookboek voor haar meegenomen. Ze had Zandros moeten vragen de recepten te vertalen. Hij was in de keuken gebleven terwijl ze kookte, en had haar daarna uitgenodigd om samen te eten.
Zodoende waren ze steeds meer aan elkaar gewend geraakt. Hij negeerde haar niet meer, glimlachte soms of babbelde wat mee. Na twee dagen had ze het gevoel gehad dat ze vleugels had en dat alles mogelijk was.
In diezelfde week had haar moeder bezoek gekregen van een oude jeugdliefde, die naar Nieuw-Zeeland was geëmigreerd. De oude gevoelens waren weer opgebloeid, en Maura Fletcher had het te druk met verliefd zijn om te merken dat Katies werktijden wel erg onregelmatig begonnen te worden.
In de derde week begon ze rokken te dragen naar haar werk. Na een paar dagen had Zandros haar ervan beschuldigd dat ze flirtte met de tuinman, die oud genoeg was om haar vader te zijn. Ze kregen ruzie, waarbij Zandros haar opeens het zwijgen oplegde door haar in zijn armen te nemen en hartstochtelijk te kussen. Al kussende had hij haar naar boven gedragen, naar zijn bed, en vanaf dat moment hadden hun passie en verlangen naar elkaar geen grenzen meer gekend.
Het einde had zoveel pijn gedaan. Dan kon én mocht ze niet nogmaals laten gebeuren. Ze was verdronken in haar hartstocht, ze had zich volledig laten gaan. Nooit eerder was ze verliefd geweest, in feite had ze nooit echt begrepen waar iedereen het altijd over had. Allerlei mannen hadden weliswaar belangstelling voor haar getoond, maar ze was er nooit op ingegaan omdat ze haar koud lieten. Zandros was de eerste en enige man geweest die iets bij haar losmaakte. Ze had zich zonder een spoortje gêne of innerlijke strijd overgegeven aan haar gevoelens. Was ze misschien het soort vrouw dat alleen op heel verkeerde mannen viel?
De volgende morgen bestudeerde Zandros het velletje papier waarop in duidelijk leesbare inkt stond dat de DNA-test had uitgewezen dat het praktisch honderd procent zeker was dat hij Toby en Connor had verwekt. De uitslag bevestigde zijn duisterste vermoedens.