Er waren bijna drie maanden verstreken sinds hij haar dat aanzoek had gedaan. Het was bij die ene keer gebleven; hij was er nooit op teruggekomen. Nu pas realiseerde ze dat hij zich gekwetst en beledigd kon hebben gevoeld door haar reactie.
‘Dat is niet eerlijk,’ protesteerde ze desondanks. ‘Ik was op dat moment boos, ik was overstuur. Ik kon me gewoon niet voorstellen dat je het meende. En het is nog steeds zo dat ik niet de eerste de beste zou trouwen alleen maar omdat ik zwanger ben.’
‘Tja, zo is het leven: wat je wilt hebben, is niet altijd gelijk aan wat je krijgt,’ zei hij op sarcastische toon. ‘Hoe dan ook, ik trouw met je, en wel zo gauw mogelijk. We hebben geen keus.’
Om kalm te blijven haalde ze een paar maal diep adem. Iemand zou hem toch eens moeten bijbrengen hoe een man een vrouw ten huwelijk vraagt, dacht ze bij zichzelf, want dit lijkt weer nergens op.
Niettemin had ze deze keer geen enkele behoefte om dwars te liggen. Ze hield van hem, hij was de vader van het kind in haar buik, en eigenlijk wilde ze niets liever dan met hem trouwen.
Alleen wilde ze niet dat hij enkel en alleen uit plichtsbesef met haar trouwde. ‘Ik weet niet of we geen keus hebben, Rafaello,’ zei ze daarom. ‘Eigenlijk zou ik wel eens willen weten waarom je per se met me wilt trouwen.’
‘Nou ja, dat lijkt me nogal voor de hand liggen. We zitten immers in een lastig parket.’
Ze was diep teleurgesteld. Als hij nu had gezegd dat hij met haar wilde trouwen omdat hij haar zo aantrekkelijk vond, of omdat hij zich zo prettig voelde in haar gezelschap, of omdat ze samen altijd zo’n plezier hadden, dan zou ze zonder meer akkoord zijn gegaan. Dan zou ze ervan overtuigd zijn geweest dat ze er wel iets van konden maken. Maar misschien dacht hij wel helemaal niet in dat soort termen en was het feit dat hij haar zwanger had gemaakt inderdaad de enige reden waarom hij met haar wilde trouwen.
‘Zal ik je eens een eindje op weg helpen, Rafaello? Wat dacht je bijvoorbeeld van deze reden: dat een kind het recht heeft om te weten wie zijn vader is,’ zei Sam fel.
Geschrokken keken Glory en Rafaello om. Ze hadden er totaal niet bij stilgestaan dat ook hij in appartement was.
‘Nou? Geef dat maar als reden op aan mijn zus,’ hoonde hij. ‘De Grazzini’s zullen niet meer bijkomen van het lachen!’
Voordat ze hem had kunnen vragen waar die opmerking op sloeg, stormde hij op Rafaello af. Ze geloofde haar ogen niet. Sam had een afkeer van geweld; hij kon niet eens tegen ruzie! Ze wist niet beter dan dat hij conflicten het liefst uit de weg ging. Gechoqueerd sloeg ze Sam en Rafaello gade. Als Rafaello nu maar niet zijn geduld verloor… ‘Sam… Toe, Sam. Hou op, alsjeblieft,’ smeekte ze.
‘En ik vertrouwde je!’ schreeuwde Sam tegen Rafaello. ‘Ik dacht echt dat je anders was dan je –’
Eindelijk kreeg Rafaello hem te pakken, en hij hield hem stevig vast. ‘Dat ben ik ook,’ bracht hij zwaar ademend uit. Hij zag krijtwit. ‘Ik ben een sufferd, Sam.’ Hij drukte de hevig tegenstribbelende jongen tegen de muur. ‘De waarheid is dat ik van je zus hou. Hoor je wat ik zeg? Dat is de reden waarom ik met haar wil trouwen.’
Sam keek hem aan alsof hij hem niet durfde te geloven. ‘Als je maar niet denkt dat Glory jou alleen maar nodig heeft omdat ze zwanger is.’
‘Dat denk ik ook niet. Het enige wat ik weet, is dat ik niet zonder haar kan,’ zei Rafaello. Hij liet Sam los.
Glory durfde hen geen van beiden aan te kijken. Ze geneerde zich ervoor dat haar broer een groot gedeelte van haar woordenwisseling met Rafaello had opgevangen en er volkomen door uit zijn doen was.
‘Denk maar niet dat ik je hiervoor mijn excuses aanbied!’ riep hij nog voor hij de kamer uit vluchtte.
Het bleef een hele tijd stil.
‘Ik ga maar even naar hem toe,’ mompelde ze ten slotte.
‘Nee. Laat hem eerst maar even afkoelen. Die jongen is totaal overstuur. Er valt zo geen land met hem te bezeilen,’ zei Rafaello. ‘Trouwens, je vader zit met smart op je te wachten. Kleed je maar gauw aan.’ Vermoeid haalde hij een hand door zijn haren. ‘Ik ga het stadhuis bellen. Eens kijken of we misschien voorrang kunnen krijgen.’
Ze kneep haar ogen stijf dicht. ‘Rafaello –’
‘We hebben al genoeg schade aangericht,’ vervolgde hij. ‘Sam zei het al: een kind heeft er recht op te weten wie zijn vader is.’ Na die woorden liet hij haar alleen achter.
Hoofdstuk 9
Glory’s vader was van de intensive care af en lag nu alleen op een kamer.
Voor zijn deur werd Glory opgewacht door Maud, die een wat zorgelijke indruk maakte. ‘Kan ik je misschien heel even spreken voor je naar binnen gaat, Glory?’ vroeg ze.