‘Maar ze hebben hem geopereerd, dus dat betekent dat er nog hoop is,’ mompelde ze, meer tegen zichzelf dan tegen hem. ‘Daar moet ik me dan maar aan vasthouden.’
‘Als je een beetje opschiet met pakken, kunnen we tegen het einde van de avond terug in Londen zijn.’ Hij stond op. ‘Ik wacht beneden wel op je.’
Uit zijn woorden maakte ze op dat hij vreesde dat haar vader de volgende ochtend niet zou halen. Razendsnel pakte ze haar schaarse spullen in.
Onderweg naar het vliegveld vroeg ze zich opeens af hoe hij hierbij betrokken was geraakt. ‘Moest je voor zaken op Corfu zijn?’ vroeg ze.
‘Nee. Ik ben speciaal voor jou gekomen,’ antwoordde hij kortaf. ‘Van Sam had ik begrepen dat je ergens in de stad in een kroeg werkte. Ik heb mijn personeel verzocht alle etablissementen af te bellen. Ik had niet veel hoop, want tijdelijke krachten hebben vaak geen werkvergunning en kroegbazen zijn dus niet erg scheutig met hun informatie.’
‘Het spijt me. Ik had Sam natuurlijk mijn adres moeten geven.’ Nu had ze Rafaello een hoop werk bezorgd. Ze waarderde het erg dat hij al die moeite voor haar had willen nemen.
‘Op zeker moment besloot ik op goed geluk hierheen te komen, in de hoop dat je gevonden zou zijn tegen de tijd dat ik arriveerde,’ hernam hij op koele toon. ‘Ik zat nog in het vliegtuig toen Jon me liet weten dat je gevonden was.’
Hij had er behoorlijk de pest in, zag ze. Ze kon het hem ook niet kwalijk nemen. Met moeite wist ze haar tranen te bedwingen.
Tijdens de vlucht viel ze in slaap.
Een uur voor de landing wekte Rafaello haar, zodat ze nog de gelegenheid had om zich op te frissen en wat te eten. Ofschoon ze geen trek had, deed ze haar best om toch iets naar binnen te werken.
Ze voelde zich ellendig. Niet alleen maakte ze zich vreselijke zorgen over haar vader, ze was zich ook pijnlijk bewust van Rafaello’s afstandelijke houding. Goed, hij voelde zich duidelijk betrokken, hij was attent voor haar en hij deed alles om haar te steunen, maar de manier waarop was erg onpersoonlijk. Wanneer ze er zeker van was dat hij het niet merkte, keek ze naar zijn gezicht. Hij zag er gespannen uit, vond ze. Het was zonneklaar dat het gedwongen samenzijn met haar hem zwaar viel.
‘Ik ga wel op eigen gelegenheid naar het ziekenhuis,’ zei ze bij aankomst in Londen. ‘Je hoeft niet mee. Je hebt al zoveel gedaan. Dank je wel.’
‘Geen sprake van. Ik ga mee. Ik moet Sam proberen over te halen om wat rust te nemen, want die jongen is aan het eind van zijn Latijn,’ zei Rafaello resoluut. ‘Overigens moet je niet verbaasd zijn als je mijn huishoudster bij je vaders bed aantreft.’
‘Hè?’ Verbaasd keek ze hem aan. ‘Maud Belper? Wat heeft zij –’
‘Als ik het goed begrepen heb, heeft Archie haar vorige week ten huwelijk gevraagd.’ Blijkbaar zag hij aan haar gezicht dat dat nieuws voor haar was. Hij slaakte een diepe zucht. ‘Zo te zien heeft Sam je niet erg goed op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen aan het thuisfront.’
Nee, dat kon je wel zeggen, dacht Glory. Toch kwam deze ontwikkeling niet helemaal uit de lucht vallen. Tenslotte kenden Maud en haar vader elkaar al zowat hun hele leven.
Ze zou blij moeten zijn. Haar vader was immers al zo lang alleen? Diep in haar hart voelde ze zich echter gekwetst en buitengesloten. Waarom had hij er niets over gezegd tegen haar? Aan de andere kant, waarom zou hij? Zo veel contact hadden ze de afgelopen jaren niet gehad.
‘Het spijt me dat je hierbij betrokken bent geraakt,’ mompelde ze toen ze in het ziekenhuis in de lift stapten.
Doordringend keek hij haar aan. ‘Begrijp me niet verkeerd als ik zeg dat ik geen dankbaarheid van je verwacht, en ook geen excuses. Ik heb gedaan wat ik moest doen, en zoveel was dat niet. Kunnen we het daarbij laten?’
Ze sloeg haar ogen neer. Ze zou willen dat hij zijn armen om haar heen sloeg, maar dat zat er niet in, wist ze. De kloof tussen hen leek voorgoed onoverbrugbaar.
In de wachtkamer troffen ze Sam aan, die direct opsprong toen hij hen zag. Hij viel Glory om de hals en zei tegen Rafaello: ‘Goh, ik had niet gedacht dat je al zo snel terug zou zijn, en nog wel met Glory. Je had het wel gezegd, maar ik dacht met al die vertragingen en zo… Ik heb Maud maar zo veel mogelijk de gelegenheid gegeven om bij pap te zijn.’
‘Ik wil naar hem toe,’ zei ze, zich losmakend uit zijn omhelzing. ‘Ik moet hem zien.’
‘Dan zal Maud toch eerst de kamer uit moeten,’ zei hij. ‘Hij ligt op de intensive care. Daar mag maar één persoon tegelijk naar binnen. Er is te weinig plaats voor meer bezoek.’
Rafaello verliet de kamer.
‘Hij regelt het wel,’ zei Sam. ‘Hij heeft alles geregeld. Als hij er niet was geweest, was pap allang de pijp uit geweest. Heeft hij verteld dat ze hem hier niet konden opereren?’