Al haar schoolvriendinnen hadden al een vriendje gehad of waren in ieder geval geregeld uitgegaan, maar zij had van haar moeder nooit mee gemogen. In haar laatste eindexamenjaar was ze echter in opstand gekomen: ze was stiekem uitgegaan. Thuis zouden ze er toch niet achter komen, had ze gedacht, want ze zou bij een vriendin blijven slapen.
Met een hele groep vrienden gingen ze naar de plaatselijke kroeg.
Glory was door haar vriendin gekoppeld aan Tim, een vriend van haar broer. Tim bleek een praatjesmaker van een jaar of vijfentwintig die vast van plan was Glory te laten kennismaken met alcohol.
‘Kijk eens wie daar staat,’ fluisterde haar vriendin op een gegeven moment in haar oor.
Rafaello! Hij stond aan de bar met een paar vrienden die zich alleen al door hun merkkleding onderscheidden van de rest van de clientèle.
Glory kon haar ogen niet van hem afhouden. Nooit eerder had ze de kans gehad hem van zo dichtbij te bekijken. Meestal zag ze hem alleen als hij voorbij scheurde in zijn snelle sportwagen.
Plotseling draaide hij zijn hoofd om en keek haar recht in het gezicht.
Hoewel ze zich dood schrok en een kleur als vuur kreeg, kon ze haar blik niet afwenden.
‘Volgens mij ziet hij wat in je,’ fluisterde haar vriendin haar toe. ‘Jammer dat je vanavond aan Tim vastzit.’
Tim had echter alleen maar aandacht voor de dartwedstrijd die achter in de kroeg werd gehouden.
En dus begon Glory, overmoedig geworden door de alcohol, schaamteloos met Rafaello te flirten. Ze was in de zevende hemel toen ze op de terugweg van het toilet door hem onderschept werd.
‘Wat zou je zeggen van een ritje in mijn Porsche?’ vroeg hij zacht.
‘Wanneer?’ pareerde ze zonder aarzelen.
‘Nu. Kom maar mee.’
Pas toen ze buiten was, merkte ze dat ze nogal wankel op haar benen stond.
‘Moet je niet even tegen je vriend zeggen dat je met mij meegaat?’ vroeg hij.
‘Het is mijn vriend niet,’ antwoordde ze. ‘Ik heb hem vanavond pas leren kennen. Je herkende me zeker, hè?’
‘Natuurlijk. Je valt nogal op.’ Hij opende het portier aan de passagierskant en was zo galant om haar te helpen instappen.
Onderweg had ze het gevoel dat ze op een wolk zat. Doordat ze haar best deed om een interessant gespreksonderwerp te bedenken, merkte ze te laat dat Rafaello rechtstreeks naar Montague Park reed.
‘Waarom breng je me naar huis?’ riep ze uit. ‘Ik zou bij mijn vriendin blijven slapen. Ik kan in deze kleren echt niet naar binnen gaan, hoor! Bovendien heb ik nog gedronken ook. Ik dacht dat we een ritje zouden maken.’
‘Nou, dat hebben we toch gedaan?’
‘Maar ik dacht –’
‘Je bent niet in staat tot normaal denken. Je bent aangeschoten. Die zogenaamde vriend van je heeft je dronken willen voeren. Je beseft totaal niet wat je doet.’
‘Waar heb je het in vredesnaam over?’ riep ze kwaad.
‘Waar ik het over heb? Ik vraag of je meegaat, en je stapt zonder pardon bij me in de auto. Zoiets doe je toch niet? Dat is vragen om moeilijkheden. Je bent nog minderjarig. Jij hoort veilig thuis te zijn en te blijven.’
‘O, mijn moeder vermoordt me!’
‘Ik praat wel even met haar,’ zei hij vlak voor hij uitstapte.
Ze barstte in tranen uit.
Met grote moeite kreeg hij haar uit de auto.
‘Ik heb wel gezien hoe die slijmbal je volgoot,’ zei hij geïrriteerd. ‘Je begrijpt toch wel wat zijn plannen voor de rest van de avond waren?’
‘Jij hebt me onder valse voorwendselen meegelokt.’
‘Je bent nog minderjarig, Glory.’
‘Je keek naar me alsof je me wel zag zitten,’ zei ze snikkend.
‘Dat leek me de gemakkelijkste manier om je die kroeg uit te krijgen. Het was nog veel gemakkelijker dan ik dacht. Je bent nu eenmaal erg aantrekkelijk en –’
‘O, vind je dat echt?’ vroeg ze hoopvol.
Hij schoot in de lach.
Op dat moment verscheen haar moeder in de deuropening.
Hoewel Talitha Little een temperamentvolle vrouw was, zei ze deze avond weinig. En ook de volgende ochtend, toen Glory met een kater aan het ontbijt verscheen, riep ze haar dochter niet op het matje. Het enige wat ze zei, was dat ze hoopte dat Glory er wat van had geleerd.
Die zomer had Glory nog vaak teruggedacht aan wat Rafaello had gezegd. Van de alcohol was ze voortaan afgebleven.
Toch vreemd, dacht ze hoofdschuddend. De man die me ooit behoedde voor een jeugdige stommiteit, dwingt me nu mezelf aan te bieden als zijn minnares. Het valt gewoon niet te rijmen.
Ze wierp een blik op haar polshorloge en zag dat ze al ruim een uur boven zat. Zou Benito Grazzini er nog zijn?
Ze sloop de slaapkamer uit en wierp net een blik over de balustrade toen ze een deur hoorde opengaan. Vervolgens zag ze Rafaello zijn bezoek uitlaten: een man met zilvergrijze haren en een brede borstkas. Geen van beiden zei iets.