‘Ze was nog maar een kind,’ zei Andreas. ‘Jij, als volwassene had de nodige aanpassingen moe –’
‘Nee, wacht!’ Gemma onderbrak Andreas en draaide zich naar haar stiefmoeder. ‘Marcia, ik heb veel spijt van mijn gedrag toen jij in ons leven verscheen. Andreas heeft in zoverre gelijk dat ik nog maar een kind was, maar ik was een erg verwend kind en ik heb je geen kans gegeven. Ik heb je leven inderdaad tot een hel gemaakt. Ik was jaloers en ik miste mijn moeder. Ik weet dat je in de kern geen slecht mens bent; ik denk dat niemand echt alleen maar slecht kan zijn.’ Ze haalde diep adem en vervolgde: ‘Ik schaam me diep en ik vind het vreselijk dat je de kinderen die je graag wilde niet hebt gekregen. Ik wist niet dat mijn vader je door mijn toedoen dat recht ontzegd heeft.’
‘Cara,’ zei Andreas waarschuwend, en hij legde een hand op Gemma’s arm.
Maar Gemma ging onverstoorbaar door. ‘Vergeef me alsjeblieft voor wat ik gedaan heb. Je verdiende het niet om zo behandeld te worden. Het spijt me.’
Met diepe fronsen in het gezicht schudde Marcia haar hoofd, vol wroeging en spijt over wat ze gedaan had, en voordat Andreas er iets aan kon doen had Gemma zich uit zijn armen losgemaakt om haar stiefmoeder te omhelzen.
Het duurde enige minuten voordat Marcia en Gemma, beide met betraand gezicht, elkaar weer loslieten.
‘Je mag hebben wat je wilt uit mijn vaders nalatenschap,’ zei Gemma op zachte toon tegen haar stiefmoeder. ‘Ik heb alleen wat geld nodig om me een aantal maanden te kunnen redden, en ik moet Andreas nog wat geld terugbetalen, maar de rest is van jou. Ik zou je graag ook het hotel hebben gegeven, maar ik heb al aan Andreas beloofd dat ik het hem zou verkopen. Misschien kunnen we iets regelen, je weet wel, zodat je huurvrij in het hotel kunt blijven wonen.’
Marcia keek haar sprakeloos aan en knikte.
‘Kom, piccola,’ zei Andreas droogjes. ‘Mijn huishoudster is, eh… hoe zeg je dat ook alweer… een emotioneel wrak?’
Gemma lachte naar Susanne, die nog steeds de tranen uit haar ogen aan het vegen was. ‘Ze is geen wrak, Andreas. Ze heeft een klein hartje.’
‘Dio mio!’ Met een theatraal gebaar sloeg hij zijn handpalm tegen zijn hoofd. ‘Zeg nu niet dat ik twee van zulke vrouwen in mijn leven heb!’
Nadat Andreas Susanne naar haar auto had gebracht, kon Gemma hem eindelijk onder vier ogen spreken. Hij sloot de deur achter zich en nam haar in zijn armen. Het liefst had ze zich voorgoed verloren in de warmte van zijn omhelzing, maar ze had het een en ander op te biechten. ‘Andreas,’ begon ze, ‘ik moet met je praten.’
‘Nee, niet praten,’ zei hij. ‘Ik wil met je vrijen.’
Ze staarde hem in de ogen. ‘Meende je dat, toen je zei dat je blij was met me getrouwd te zijn en dat je daar nog geen dag spijt van had gehad?’
‘Het heeft even geduurd voordat ik het kon toegeven,’ antwoordde hij met spijt in zijn ogen. ‘Maar het klopt, ik ben blij dat ik met je getrouwd ben, hoewel mijn motieven aanvankelijk niet zo nobel waren. Ik had allerlei wraakplannen, maar alles veranderde toen ik je na al die jaren weer zag. Je was veranderd, en ik werd weer helemaal verliefd op je, hopeloos verliefd zelfs, hoe hard ik daar ook tegen vocht.’
‘Ik moet je iets bekennen,’ zei ze, niet in staat hem in de ogen te kijken. ‘Ik lijd weliswaar aan geheugenverlies, en tot mijn frustratie heb ik grote gaten in mijn geheugen, maar het enige wat ik nooit vergeten ben, is hoe ik jou behandeld heb. Zul je me dat ooit kunnen vergeven? En ook dat ik de laatste weken zo vaak tegen je gelogen heb?’
Hij lachte en trok haar naar zich toe. ‘Ik heb al een tijdje het vermoeden dat je me niet vergeten was, cara. Ik voelde het in je kus, in je aanraking, het was te zien aan te manier waarop je mijn blik ontweek.’
‘Je wist het dus?’
‘Je bent geen goede leugenaar, cara. Heb ik dat nog nooit gezegd? Je versprak je nogal eens, en ik spaarde al die versprekingen op om je er vroeg of laat mee te confronteren. Maar ik realiseerde me dat ik te veel van je hield om je te kwetsen.’
‘Er is nog iets…’ Ze sloeg haar ogen weer neer.
‘Als je van plan bent op te biechten wat je gedaan hebt met die honderdduizend dollar: dat weet ik al.’
Geschrokken keek ze hem aan. ‘Echt waar?’
‘Ik heb het nagetrokken, maar je hoeft je geen zorgen te maken, niemand komt het te weten. Ik vermoedde al dat je iemand van het opvangcentrum aan het helpen was. Ik heb een privédetective ingeschakeld, en hij vertelde me dat het geheim moest blijven voor de veiligheid van de moeder en haar kind. Hij was bang dat hij je vriendin had laten schrikken. Hij was iets te dicht bij haar gekomen toen hij haar schaduwde, en ze leek opeens erg opgejaagd. Maar ze zijn nu allebei veilig, en binnenkort krijg je vast ook nog te horen dat de operatie geslaagd is.’