Andreas leek erop gebrand haar alles te laten zien. Ze verkenden uitgebreid de stadjes Sorrento en Positano en aten fantastische maaltijden in restaurants en cafés. Zijn zusjes zeiden dat als ze niet op het punt hadden gestaan om te bevallen, ze haar mee hadden genomen naar Rome of Milaan om te winkelen.
‘Ik ben niet zo’n shopaholic,’ had Gemma lachend geantwoord. Ze voelde zich ontspannen en gelukkiger dan ze zich in jaren gevoeld had, totdat ze naar Andreas keek en de verwarde blik in zijn ogen zag.
Hij had woord gehouden en het geld dat ze gevraagd had op haar rekening gestort, waarna zij binnen enkele minuten via de telefoonservice van haar bank het volledige bedrag op de rekening van Rachel had laten overmaken. Ze had ook al tickets geregeld, die Rachel alleen nog maar hoefde op te halen bij het reisbureau. Het stelde haar enorm gerust om te weten dat Rachel en Isabella veilig op weg waren naar Amerika voor Isabella’s behandeling.
Ook genoot ze van de attente en sensuele aandacht van Andreas, die met zijn nabijheid haar zintuigen constant op scherp wist te zetten.
Ze weigerde te denken aan de rechtszaak die haar in Sydney wachtte. Ze wist dat de strijd met Marcia lang kon duren en smerig kon worden, maar het urgentste probleem was opgelost, of dat zou het zijn zodra Isabella genezen werd verklaard. Alleen dan zou het veilig genoeg zijn om Andreas te vertellen waar ze zijn geld aan besteed had. Zodra ze de erfenis van haar vader binnen had, zou ze alles terugbetalen.
‘Geen shopaholic?’ zei Lucia plagend. ‘Wat hoorde ik dan over enorme creditcardrekeningen? Mijn broer zei dat je de… hoe zei hij dat ook alweer… de koopkoningin van Australië bent.’
‘Dat klopt,’ zei Andreas, terwijl hij Gemma strak aankeek. ‘Gemma heeft maar één zwakte: ze is verslaafd aan geld uitgeven.’
‘Dan ben je in goed gezelschap,’ merkte Paolo op, waarna zijn vrouw hem lachend een duw gaf.
Het gesprek ging levendig door, maar zonder bijdrage van Gemma, die de spanning achter haar ogen langzaam voelde toenemen, haar zichtveld zag vernauwen en een benauwd gevoel in haar keel begon te krijgen.
‘Gaat het?’ vroeg Gianna een paar minuten later.
Gemma lachte haar zwakjes toe. ‘Ik voel me niet zo lekker. Misschien heb ik te lang in de zon gezeten.’
‘Misschien ben je zwanger,’ zei Lucia. ‘Ik was vanaf de eerste dag van mijn zwangerschap al ziek.’
‘Nee,’ zei Gemma zonder nadenken. ‘Dat is onmogelijk. Het is gewoon hoofdpijn. Het gaat zo wel over, ik moet gewoon even gaan liggen.’
De moeder van Andreas gebaarde iedereen weg te gaan nadat een van de meisjes haar had uitgelegd wat er aan de hand was. Bezorgd alsof het haar eigen kind betrof, hielp ze haar nieuwe schoondochter de koele villa in en stopte haar in bed.
Het kostte Gemma veel moeite om haar emoties binnen te houden bij zoveel liefdevolle aandacht, en ze haatte zichzelf om het bedrog, dat nu ernstig uit de hand liep.
Toen ze zei dat ze niet zo’n shopaholic was, had ze de achterdocht zien fonkelen in de ogen van Andreas. Hij geloofde haar niet. Maar waarom had hij haar daar niet mee geconfronteerd? Waar wachtte hij op?
Ze had al een aantal keer tegen hem gezegd dat ze verliefd op hem was, en nadat ze zijn familie had ontmoet was ze weer helemaal opnieuw verliefd op hem geworden. Ze had het gevoel dat ze hem nog beter leerde kennen nu ze omringd was door de mensen die hem het best kenden en het meest van hem hielden.
Maar hij had geen woord losgelaten over zijn eigen gevoelens. Hij had haar zijn passie en zijn verlangen getoond, dat wel, hij was buitengewoon teder geweest en had zich aan zijn belofte gehouden om nooit meer te refereren aan die nacht.
Ze kreeg maar geen hoogte van hem. Ze was er bijna zeker van dat hij uit was op wraak, maar tot nu toe had ze daar nog niets van gezien. En dat maakte de op de loer liggende dreiging alleen maar groter.
Later die avond kwam hij de slaapkamer in met in zijn handen een dienblad vol eten.
‘Mijn moeder dacht dat je wel honger zou hebben.’
‘Nee, ik heb geen honger.’
‘Je moet toch wat eten,’ drong hij aan. ‘Als je inderdaad mijn kind draagt, zoals Lucia zei, dan moet je goed eten, ook als je geen trek hebt.’
‘Ik ben niet zwanger.’
‘Je bent wel erg zeker van je zaak.’
‘Ik ken mijn lichaam.’
‘Wanneer verwacht je je menstruatie?’
Ze rolde met haar ogen. ‘O, alsjeblieft zeg, moeten we het daar echt over hebben?’
‘Ja, dat vind ik wel.’ Hij zette het dienblad op het nachtkastje en ging naast haar op bed zitten.
‘Ik ben nog niet aan een zwangerschap toe.’
‘Doe je iets om zwangerschap te voorkomen?’ vroeg hij.
‘Je mag wel gaan kijken of ik pillen of een pessarium tussen mijn toiletspullen verstop, maar nee, ik doe niets om zwangerschap te voorkomen.’