Toen ze de foto weer neerzette, viel haar blik op een andere foto op het bureau. Ze pakte de lijst op en staarde fronsend naar de afbeelding.
‘Dat ben jij, tien jaar geleden. Herken je jezelf niet, Gemma?’ klonk plots de diepe stem van Andreas uit de deuropening van de studeerkamer.
Van schrik liet ze de fotolijst bijna uit haar handen vallen. Ze draaide zich naar hem toe. ‘I-Ik heb je niet thuis horen komen,’ zei ze, terwijl hij de kamer in liep.
Ze zette het lijstje weer terug op het bureau en stootte daarbij een andere lijst om, die prompt op de vloer kapot viel.
‘O, nee toch! Sorry!’ zei ze. Ze bukte zich, begon de glassplinters op te rapen maar sneed zich in de haast in een van haar vingers, waarna het bloed rijkelijk begon te stromen.
‘Dio!’ Andreas trok haar omhoog, greep haar hand vast, keek of er nog glas in haar vinger zat en bond er een schone zakdoek omheen om het bloeden te stelpen. ‘Ik kan je ook geen moment alleen laten zonder dat je je bezeert, hè?’
‘Ach, het stelt niets voor.’ Ze probeerde haar hand uit zijn greep te krijgen. ‘Sorry van die lijst. Ik koop wel een nieuwe voor je.’
‘O, ik maak me totaal geen zorgen om de lijst.’
‘Waarom heb je een foto van mij?’ vroeg ze.
‘Een herinnering aan mijn verblijf in Australië. Een souvenir, zeg maar.’
‘Een vreemd souvenir, als je het mij vraagt,’ zei ze. ‘De meeste mensen hebben foto’s van de Harbour Bridge of het Opera House.’
‘Ik had liever een foto van jou dan van een brug of een bouwwerk.’
‘Ik kan me niet herinneren dat ik je toestemming heb gegeven een foto van me te maken.’
‘Nee, natuurlijk niet, cara,’ zei hij op vlakke toon. ‘Je lijdt toch aan geheugenverlies?’
Er ging een schok door haar heen bij het besef dat ze zich bijna versproken had, en ze nam zich voor om in de toekomst nog beter te letten op wat ze zei.
‘Dat doet er niet toe,’ antwoordde ze. ‘Ik snap gewoon niet waarom je een foto van mij zou bewaren. Je hebt me zelf verteld dat we tien jaar geleden niet echt dikke vrienden waren.’
‘Nee, dat klopt.’
‘Waarom dan die foto?’
‘Wat maakt het uit? Als je wilt, gooi ik hem weg. Ik heb hem toch niet meer nodig, want ik heb nu het origineel.’
De arrogante toon in zijn stem irriteerde haar, en om van onderwerp te veranderen stak ze haar verbonden vinger de lucht in. ‘Ik ga dit even wassen en er een pleister op doen.’
‘Natuurlijk,’ zei hij, waarna hij haar naar de badkamer bracht, om vervolgens met voorzichtige, tedere bewegingen haar vinger boven te wasbak af te spoelen.
‘Zo,’ zei hij nadat hij een pleister op de wond geplakt had. ‘Dat zal wel goed genezen. Ik denk niet dat er een litteken achterblijft, zo diep is het niet.’
‘Gelukkig maar,’ zei ze. ‘Het laatste wat ik nodig heb is nog een litteken.’
Andreas legde een hand op haar schouder en draaide haar naar zich toe. Hij keek naar de witte lijn op haar voorhoofd, bracht zijn hand omhoog en streelde het litteken met een tederheid die haar hart een slag deed overslaan.
‘Het is bijna niet te zien, en toch maak je je er druk om. Nergens voor nodig,’ verzekerde hij haar. ‘Echt, Gemma. Het stelt niets voor.’
‘Het stelt niets voor? Hoe kun je dat nou zeggen? Weet je wel waar dit litteken voor staat?’
‘Maak jezelf niet zo verdrietig,’ zei hij kalm. ‘Daar verander je niets mee.’
‘Door mijn schuld zit er iemand voor de rest van zijn leven in een rolstoel. Je kunt niet beweren dat dat niets voorstelt. Jíj ziet het misschien amper, maar ík loop de rest van mijn leven rond met het bewijs van mijn schuld op mijn voorhoofd gekerfd.’
Ze wrong zichzelf los uit zijn greep en stoof de badkamer uit.
Hij probeerde haar niet tegen te houden, keek haar alleen maar even na, draaide zijn hoofd naar de spiegel en staarde zichzelf in de ogen. Gemma had openlijk gesproken over haar schuldgevoelens, maar hoe zat het eigenlijk met de zijne?
Hoofdstuk 10
Gemma liep de tuin in, die weliswaar groot en beschut was, maar haar toch een opgesloten gevoel gaf, en ze besloot de straat op te gaan. Ze wandelde in de richting van de baai en voelde meteen hoe de zoutige zeewind haar lusteloosheid verdreef. Ze staarde naar het rustige kabbelende water op het zandstrand en hoorde, op een voorbijvarende motorboot na, niets anders dan het gebabbel van een groepje pubers even verderop op een steiger.
Wat zou het fantastisch zijn als ze het verleden zou kunnen herschrijven, dacht ze, starend naar de gezonde en gebruinde tieners, die dicht tegen elkaar aan zaten in de zeebries. Een van de meisjes lachte, en het lichte, sprankelende geluid dat ze daarbij produceerde, raakte een gevoelige snaar in Gemma. De zogenaamde vrienden waar zij zich een decennium geleden mee had omringd, waren er niet geweest om haar te helpen de brokstukken van haar in puin gevallen leven op te rapen. Michael was de enige die haar trouw was gebleven, en dat was nogal verrassend, gezien het feit dat zij verantwoordelijk was voor het uit elkaar vallen van zíjn leven.