Wie had ooit kunnen denken dat de simpele piccolo uit haar vaders hotel op een dag eigenaar zou zijn van zijn eigen zakenimperium! Hij leek toen een typische rugzaktoerist zonder geld, en ze had nooit zulke grote ambities achter hem vermoed.
‘Ik vind het alleen erg jammer dat mijn vader niet lang genoeg heeft geleefd om te kunnen genieten van mijn succes,’ vervolgde Andreas. ‘Hij stierf vlak nadat ik terugkwam van mijn werkvakantie in Australië.’
Plotseling overmand door verdriet over de recente dood van haar eigen vader, staarde Gemma hem aan. ‘Dat spijt me… van je vader.’
‘Dank je,’ zei hij zacht. ‘Het spijt mij ook dat jij jouw vader verloren hebt. Dat zal wel moeilijk voor je geweest zijn, als enig kind. Ik heb door de jaren heen veel steun gehad van mijn familie. Het scheelt enorm als je je verdriet kunt delen met naasten.’
Gemma was niet gewend aan medeleven van andere mensen, en ze voelde dat haar verdedigingsmuur langzaam begon af te brokkelen. ‘Ja. Nou ja, je weet misschien nog wel dat mijn vader en ik geen echt goede relatie hadden.’
‘Hij was een goed man,’ zei Andreas. ‘Af en toe een beetje meedogenloos, maar dat moeten mannen die succes nastreven soms ook wel zijn.’
‘Ja.’ Ze probeerde te lachen, maar dat voelde zo onnatuurlijk dat ze de poging al gauw staakte. Ze had al zo lang niet meer echt gelachen dat soms bang was dat ze niet meer wist hoe het ook alweer moest.
‘Hoe is het met je stiefmoeder?’ vroeg hij.
‘Die zit met ingehouden adem te wachten op het moment dat mijn vaders nalatenschap haar in de schoot valt,’ antwoordde Gemma met onverholen bitterheid.
‘Dus je vader heeft haar alles nagelaten?’
‘Niet echt, maar het ziet er toch naar uit dat ze alles krijgt.’
‘Hoezo?’
‘Omdat Marcia volgens de voorwaarden van mijn vaders testament alles erft als ik niet voor mijn volgende verjaardag getrouwd ben, en minstens zes maanden getrouwd blijf.’
Andreas keek haar verbaasd aan. ‘Waarom heeft hij dat als voorwaarde in zijn testament opgenomen?’
‘Ik weet het niet. Ik denk dat hij bang was dat ik nooit zou trouwen als hij me die onweerstaanbare wortel niet voor de neus hield.’
‘En jij kunt alleen maar met een fors geldbedrag gemotiveerd worden te trouwen?’
Ze bestudeerde even zijn gezicht, zich afvragend waarom hij niets had gezegd over de dunne witte lijn op haar voorhoofd, net onder haar pony, of over het feit dat ze lichtelijk mank liep. ‘Ik ben niet helemaal in topvorm,’ zei ze met een licht sarcasme, dat niet echt aan hem besteed leek. Aan haar was het trouwens ook niet echt besteed. Zo grappig was het allemaal niet.
‘Je bent een erg mooie vrouw, net als tien jaar geleden,’ zei hij. ‘Elke man zou trots zijn om jou als vrouw te hebben.’
‘Dank je.’ Ze zocht zijn gezicht af naar tekenen van spot, de spot die ze toch echt verdiende na alles wat ze hem aangedaan had, maar tot haar verrassing zag ze niets anders dan oprechtheid in zijn ogen.
‘Wanneer ben je jarig?’
‘Over zes dagen,’ zei ze met een licht gevoel van paniek in haar maag. ‘En mijn verloofde is net vertrokken, een paar minuten voordat jij kwam.’
‘Vertrokken?’
Ze wierp hem een cynische blik toe. ‘Voorgoed vertrokken. Het huwelijk is afgelast.’
‘Dat spijt me.’
‘Het spijt mij nog veel meer.’
‘En als je iemand vindt om zijn plaats in te nemen?’ vroeg Andreas.
‘In minder dan een week? Ik weet niet hoe het eraan toegaat in Italië, maar in Australië duurt het wel wat langer dan zes dagen om een echtgenoot te vinden. Op legale wijze dan.’
‘En als ik binnen die tijd nou eens met een oplossing voor je probleem kan komen?’ zei hij, zijn ogen strak op haar gericht.
‘Een oplossing?’
‘Je hebt een echtgenoot nodig,’ zei hij, alsof hij het had over het kopen van een pak melk.
‘Eh, ja… dat klopt, maar… ik denk niet dat –’
‘Ik ben beschikbaar om die rol voor je te vervullen,’ onderbrak hij haar. ‘Het zal me niet zoveel moeite kosten om de juridische details in orde te maken. Ik ken genoeg mensen op de juiste plekken die het binnen korte tijd voor me in orde kunnen maken. Ik ben bereid de plaats van je verloofde in te nemen.’
Gemma staarde hem aan met een combinatie van angst en toenemende opluchting. Voor haar neus stond de oplossing van haar probleem. Hij bood aan met haar te trouwen. Ze zou de nalatenschap die ze zo hard nodig had niet hoeven verliezen. En toch had ze het gevoel dat er iets niet klopte.
‘Waarom? Waarom zou je zoiets voor me doen?’
‘Je hebt een echtgenoot nodig, en snel, nietwaar?’