Moeizaam probeerde Gemma de geschrokken uitdrukking op haar gezicht te verbergen. ‘Waarom heb je niet geprobeerd een baan in een ander hotel te krijgen?’ vroeg ze.
‘Je vader heeft me duidelijk gemaakt dat hij mijn naam op een zwarte lijst zou laten zetten en dat ik in geen enkel hotel waar ook ter wereld nog zou kunnen werken. Ik had geen reden om te denken dat hij zijn dreigement niet zou uitvoeren. Daarom besloot ik terug naar huis te gaan voordat ik aan de verleiding zou bezwijken om wraak te nemen.’
Haar maag leek zich om te draaien. ‘Wraak?’
Zijn ogen leken opeens zo hard als zwarte diamanten. ‘“Gerechtigheid” is misschien een beter woord. Ik wilde mijn naam zuiveren, maar je vader heeft uiteindelijk zelf al ingezien dat ik de waarheid had gesproken. Hij heeft me een paar jaar geleden zomaar uit het niets gebeld om zich te verontschuldigen voor de manier waarop hij me behandeld had. Dat was, gezien de omstandigheden, een groots gebaar.’
‘Waarom is hij van gedachten veranderd?’
‘Hij geloofde niet langer dat het verhaal van de tegenpartij de waarheid was. Het scheen niet de eerste keer te zijn dat die persoon tegen hem gelogen had.’
‘En, eh… waar woont je familie in Italië?’ vroeg ze in een wanhopige poging het gesprek een andere richting op te sturen.
‘Ik heb het grootste gedeelte van mijn jeugd in een buitenwijk van Rome gewoond, maar tegenwoordig woon ik aan de kust van Amalfi, in een van mijn eigen resorts,’ antwoordde hij. ‘Ben je weleens in Italië geweest?’
‘Heel lang geleden. Ik herinner me de Trevifontein nog, de hitte, het drukke verkeer, en dat niemand zich aan de verkeersregels hield.’
‘Ja, dat is nog steeds zo,’ zei hij lachend. ‘Maar dat is in Sydney niet veel anders.’
‘Nee, klopt.’
‘Rijd je alweer zelf?’
Ze schudde haar hoofd. ‘Nee. Laf van me, misschien, maar na wat ik… wat er gebeurd is, durf ik het nog steeds niet. Daarnaast kon ik me niet eens meer een auto veroorloven met die stijgende olieprijzen, verzekeringen en wat al niet meer.’
‘Had je vader je dan niet kunnen helpen?’
Verbitterd keek ze hem aan. ‘Heeft mijn vader je dan nooit verteld dat ik een paar maanden na mijn ongeluk alle banden met hem verbroken heb?’
‘We spraken elkaar niet vaak, maar één of twee keer per jaar,’ zei Andreas. ‘Toen ik naar je vroeg, zei hij dat je niet veel lastiger was dan vroeger, maar dat je hem nu helemaal niet meer wilde spreken of zien.’
‘Ik heb een vreselijke ruzie met hem gehad,’ zei ze. ‘Over mijn stiefmoeder, zoals altijd. Ik heb hem voor het blok gezet, en dat heeft zich tegen me gekeerd. Hij geloofde het verhaal dat mijn stiefmoeder vertelde, en niet dat van mij.’
‘Waarom heb je eigenlijk zo’n hekel aan je stiefmoeder?’
Gemma sloeg haar blik naar hem op, en toen ze merkte dat ze bijna op het punt stond het hem te vertellen, klapte ze van de weeromstuit dicht. Hij zou haar, net als haar vader, toch niet geloven. Ook hij zou haar verhaal afdoen als de verzinsels van een nukkige egoïst. Niemand zou de waarheid geloven. Ze twijfelde er af en toe zelf aan, vooral na het ongeluk, en vroeg zich af of haar geest haar in de war probeerde te brengen met allerlei niet-bestaande beelden.
‘Gemma?’
‘Dat doet er niet toe. Mijn vader is dood. Toen hij nog leefde, was ik te trots om met hem te gaan praten en de lucht tussen ons te klaren. En nu is het te laat.’
‘Dan moet hij toch minstens zo koppig zijn geweest als jij. Hij had toch ook de eerste stap kunnen zetten?’
‘Ja… hij was koppig,’ zei ze met een geërgerde frons op haar voorhoofd. ‘Daar zat hem denk ik een deel van het probleem. Hij mocht van zichzelf absoluut niet falen. En hij zag mij als zijn grootste mislukking.’
‘Ik weet zeker dat je hem verkeerd hebt ingeschat,’ zei Andreas.
‘O ja?’ Met glanzende ogen keek ze hem aan. ‘Kijk eens naar me, Andreas. Ik ben toch nauwelijks een groot succes te noemen, of wel?’
‘Je bent veel te streng voor jezelf. Iedereen maakt weleens slechte keuzes, en iedereen moet met de pijn van verkeerde keuzes leven.’
‘Ik wou dat het mij overkomen was, in plaats van Michael,’ zei ze zacht. ‘Je hebt geen idee hoe graag ik de tijd terug zou willen draaien om het verleden te veranderen.’
‘Misschien is het juist wel een zegen dat je je er niet veel meer van herinnert.’
‘Ja,’ fluisterde ze nauwelijks hoorbaar. ‘Ja… dat zou best kunnen.’
De ober ruimde hun tafel af, en nadat Gemma dessert en koffie had afgeslagen, stelde Andreas voor dat ze zouden vertrekken. Hij bracht haar naar zijn auto, hielp haar in de stoel en leunde over haar heen om haar veiligheidsriem vast te maken. Toen daarbij zijn hand per ongeluk even over haar borsten streek, deinsde ze terug alsof ze zich gebrand had.