‘De Gemma Landerstalle die ik me herinner, had geen plaats in haar hart voor iemand anders dan zichzelf. Je bent dan wel je geheugen kwijt, of een gedeelte ervan, maar je kunt niet ook je hele persoonlijkheid verloren zijn. Ik weet zeker dat er in dat mooie lichaam van jou nog steeds die gevoelloze jonge vrouw zit, hoezeer je ook je best doet haar te verbergen.’
‘Waarom zou ik haar willen verbergen?’ vroeg ze geïrriteerd.
Zijn gezicht drukte plotseling een en al cynisme uit. ‘Omdat je werkelijk alles zult doen om de erfenis van je vader in handen te krijgen, Gemma. Zelfs trouwen en kinderen krijgen met iemand die je zegt niet meer te herkennen.’
Ze staarde zwijgend voor zich uit en zei tegen zichzelf dat het niet uitmaakte wat hij van haar dacht. Het enige wat ze van hem nodig had, was een huwelijk. Ze zou beleefd blijven, maar als hij ervan overtuigd was dat ze niet veranderd was, dan was dat zijn probleem, niet het hare.
‘Je was zelfs zo wanhopig dat je bereid was te trouwen met een man die niet eens in alle opzichten je man kon zijn. Je gebruikte hem alleen maar om je doel te bereiken.’
‘Hoe durf je zo over Michael te praten?’ zei ze kwaad. ‘Hij is… Hij is…’ Plotseling overmand door emoties, voelde ze de tranen over haar wangen stromen.
Het verbaasde Andreas dat haar tranen hem zo raakten. Hij had de neiging haar in zijn armen te nemen, haar dicht tegen zich aan te drukken. En dat had hij ook bijna gedaan, ware het niet dat zij opeens opstond en zich verontschuldigde om naar het toilet te gaan.
Hij zag de lichte onhandigheid in haar loop en voelde zijn hart ineenkrimpen. Hij nam een slok wijn en vroeg zich af of het wel verstandig was om na al die jaren met haar in zee te gaan. De meeste mensen zouden hun leven allang weer elders opgepakt hebben, maar iets in hem dwong hem af te dalen in het verleden en het een en ander recht te zetten. Het was een kwestie van trots, dat zeker, maar ook van eer. Hij en zijn familie waren kapot geweest van de manier waarop ze hem behandeld had, en hij had wraak gezworen.
Maar nu hij daar eindelijk de kans toe kreeg, leek de vrouw die hij zo haatte, veranderd te zijn, op het onherkenbare af. Of was het een act? De oude Gemma zou zich door niets en niemand laten weerhouden om haar zin te krijgen; hij had aan den lijve ondervonden hoe meedogenloos ze kon zijn. Ze had in het verleden glashard gelogen en ze zou ongetwijfeld weer liegen. Hoe kon hij haar ooit nog vertrouwen?
Wie weet waren haar tranen slechts een onderdeel van haar act om hem het huwelijksbootje in te slepen. Er stond per slot van rekening een hoop geld op het spel; ze had veel te verliezen als hij zich niet aan de afspraak hield.
Hij was niet bereid zich zo kwetsbaar op te stellen. Niet weer. Niet na wat er de vorige keer gebeurd was.
Hoofdstuk 4
Een paar minuten later kwam Gemma terug, haar make-up perfect bijgewerkt, haar emoties weer onder controle.
‘Het spijt me,’ zei Andreas, terwijl hij haar hielp weer te gaan zitten. ‘Het was wreed van me om op die manier over je ex-verloofde te praten.’
‘Het geeft niet.’ Ze ontweek zijn ogen. ‘Michael is voorgoed gehandicapt, en ik moet leven met de wetenschap dat dat mijn schuld is, terwijl ik me niets herinner van… het ongeluk.’
‘Herinner je je helemaal niets meer van die avond?’
Ze schudde haar hoofd. ‘Wat kleine dingen. Ik zie af en toe wat flitsen, maar er valt geen touw aan vast te knopen. Ik had die avond ruzie met mijn stiefmoeder, maar ik weet niet meer waarover. We hadden zo vaak ruzie.’
‘Herinnert Michael zich nog iets van het ongeluk, of de oorzaak ervan?’
‘Niet veel. Hij lag ook in coma, langer dan ik zelfs. Het was lange tijd niet eens zeker of hij… of hij het wel zou overleven.’
‘Hadden jullie toen een relatie?’
Ze wilde bijna in lachen uitbarsten, maar ze had al zo lang niet meer gelachen dat het idee ergens plezier om te hebben haar bijna onnatuurlijk voorkwam. ‘Nee, Michael is niet geïnteresseerd in vrouwen, als je snapt wat ik bedoel,’ antwoordde ze. ‘Dat heeft hij nog niet zo lang geleden bekendgemaakt. Hij voelde zich pas na de dood van zijn vader, een jaar geleden, vrij genoeg om er met anderen over te praten.’
‘Hoelang ken je hem al? Ik herinner me niet dat hij tien jaar geleden een van de mannen was die achter je aan zaten.’
‘Nee… toen kende ik hem nog niet.’
‘Hoe hebben jullie elkaar ontmoet?’
Ze dacht niet graag terug aan de avond waarop ze Michael had ontmoet; er waren zoveel vreselijke herinneringen aan verbonden. Als hij haar die avond van haar verjaardagsfeest niet zo goed opgevangen had, waren ze waarschijnlijk niet zulke goede vrienden geworden.
‘We hebben elkaar op… een feestje ontmoet. Hij was er met een kennis van me. We raakten aan de praat, en ik voelde me meteen op mijn gemak bij hem. We hadden veel met elkaar gemeen, ondanks het feit dat we allebei een totaal andere achtergrond hebben. We zijn allebei grotendeels opgegroeid zonder moeder, en hij kwam veel oprechter over dan de meeste andere mensen waar ik toen mee omging.’