'Dat weet ik. ' Dillard raakte even kort de rug van haar hand aan. 'Ik ben door mijn grootmoeder opgevoed. Ze is tweeënnegentig geworden, maar ik wist al een jaar van tevoren dat ze stervende was. Het maakte niet uit. Niemand is voorbereid op de dood, wanneer die ook komt. '
'Dat is waar, maar -' Ze keek hem met een ruk van haar hoofd aan. 'Weet je, ik kan het niet uitstaan om me hulpeloos te voelen, ' gooide ze eruit. 'Iedereen heeft iets - een irrationele angst die onder je huid en in je botten kruipt. Dit is de mijne. Dit project is mijn redding. Ik moet het doen, want anders voel ik me verloren, begrijp je dat?'
'Natuurlijk. Ik probeer alleen maar de zaak te rationaliseren. '
Ze glimlachte zwakjes. 'En dat waardeer ik, Hutton. Daarom zijn wij ook zo'n goed team. We mogen het dan niet altijd eens zijn over de methodologie, maar ik heb altijd het gevoel gehad dat ik er impliciet op kon vertrouwen dat je mijn gezichtspunt begreep. '
'En ik zal nu alles doen om ervoor te zorgen dat dat vertrouwen niet misplaatst is. ' Hij kneep haar geruststellend in haar hand.
Cassandra las de uitdraai van het werkstation. 'Mijn God -' Ze zette camera's aan en zoomde in op de zak. 'Hutton, kijk toch eens!'
Dillard, die zich over haar schouder boog om op de monitor te kijken, floot zachtjes. 'De zygoot is al een embryo geworden. ' Hij controleerde zijn eigen uitdraai en kwam toen terug. 'De versnelde veroudering gaat ongeveer vijf keer zo snel als bij Minnie. '
'Het werkt!' Cassandra was door het dolle heen. 'Hutton, het werkt!' Ze sprong van haar kruk, omhelsde hem en gaf hem een zoen op zijn wang. Haar ogen glansden toen ze hem diep in zijn ogen keek. 'Realiseer je je wel wat we hier voor historische mijlpaal hebben bereikt?'
Even snel als ze er van af was, zat ze weer op haar kruk. 'Ik moet mijn berekeningen bijstellen, ' zei ze, terwijl haar vingers over het toetsenbord dansten. 'Deze baby zal over acht dagen al geboren worden. Hij zal over negentien dagen volwassen zijn. En daarna beginnen we met de dagelijkse tetracyclinetherapie om de veroudering terug te brengen naar normaal. '
Helemaal opgaand in haar bestudering van cijfertjes en uitdraaien ontging haar de flakkering van pure begeerte in Dillards ogen en de minieme verslapping in zijn anders zo vormelijke gedrag na haar spontane emotionele uitbarsting.
Christopher zat elke ochtend al heel vroeg aan het ontbijt in de onooglijke tent aan Mercer St. die de toepasselijke naam No-Name droeg.
De zaak was in een onbestemde, lichte kleur geverfd en bestond uit drie tafeltjes ter grootte van een postzegel en een roze-met-grijs gestippelde formicabar met een verchroomde rand, een relict uit de jaren vijftig. Voor de bar stonden acht verchroomde krukken met een zitting van lipstickrood kunstleer. Achter de bar en de smalle loopruimte voor het personeel was een doorgang naar de benauwde keuken, waar een koperen bel stond waarop de kok met vlakke hand een klap gaf als er weer een bestelling klaar was. Een ouderwetse jukebox speelde nummers van Los Lobos en Roseanne Cash, lekker ontspannen muziek waar Christopher wel van hield. Slechts één andere kruk was bezet. Een vaste klant, een gorilla van een vent wiens lichaam als tapioca over de kruk hing, slurpte een enorm ontbijt naar binnen, alsof het vloeibaar was.
Kenny, een van Christophers tipgevers, was een man met een bierbuik, een tattoo van een naakte vrouw en vies blond haar dat in een paardenstaart bijeengebonden zat. Hij had ook een scherp oog en dito neus voor ruziezoekers. Hij was een interessant geval. Tot ongeveer een jaar geleden ontwierp hij audiocomponenten voor een fabrikant aan de overkant van de Hudson, in Hoboken. Toen hij door een vrouwelijke collega valselijk werd beschuldigd van seksuele intimidatie, werd hij op straat gezet zonder dat hij kans kreeg zich te verweren. En nu stond hij hier dus van zes uur 's ochtends tot twee uur 's middags eten te serveren, waarna hij van middernacht tot vijf uur 's ochtends als DJ Kendo in de A List, een dansclub, optrad.
Terwijl hij van zijn toost knabbelde, draaide Christopher zich om en staarde enige tijd naar het portiek aan de overkant van de straat.
'Is ze er?' vroeg Kenny.
'Ze is er altijd om deze tijd van de dag, ' zei Christopher. Hij draaide zich weer om naar Kenny. 'Geef me een beker soep, een broodje en koffie met veel melk en suiker. Inpakken graag. ' Terwijl Kenny de order aan de keuken doorgaf, voegde Christopher eraan toe: 'Maak er maar half-half van. '
'Wat je maar wilt. '
Toen Kenny Christopher de papieren zak overhandigde, zei hij: 'Bedankt, ' waarna hij snel de straat overliep naar waar het jonge meisje in de deuropening hing. Op een andere tijd, een andere plek, zou ze misschien aantrekkelijk geweest zijn, maar haar lange, bruine haar was dof van het vet en haar huid zag vaal. Haar neus was rood en nat, van een koutje of van de drugs, dat wist Christopher niet. Haar gezicht was op een paar onsmakelijke plekjes gepierced, en Christophers rechercheursoog schatte haar op één meter zestig en een heel magere vijftig kilo.