Home>>read Winterberg free online

Winterberg(72)

By:Suzanne Vermeer


Ze liep naar het veldbed toe. Er kwam een muffe geur uit de slaapzakken. Nu pas zag ze de kleine dekenkist zonder slot die bij de ingang van het vertrek in de hoek stond. Aan de andere kant stond een straalkacheltje dat de ergste kou uit de ruimte haalde. Een paar dozen met half aangevreten pizza’s lagen in de hoek en ernaast stonden wat borden die ze herkende uit het hotel en een verzameling bronwater. Ze knielde neer bij de kist en opende hem. Hij zat vol met beschreven velletjes die geordend op elkaar lagen, bijna dwangmatig. Het handschrift was statig en kwam haar vaag bekend voor. Ze dacht aan de envelop met brieven die ze in het laatje onder de receptiebalie had gevonden. Waren ze van dezelfde afzender? Ze zou ze naast elkaar moeten leggen om het zeker te weten. Ze concentreerde zich weer op de brieven in de kist voor haar. De kreukels en vette vingerafdrukken aan de randen impliceerden dat het papier vaak was vastgehouden en wellicht ook navenant gelezen. Nieuwsgierig pakte ze het bovenste velletje en begon te lezen.



NB: Deze brieven zijn geschreven door Eva Moehlmann-Drost aan Eva Moehlmann-Drost. Mijn geheugen laat me steeds vaker in de steek en dat beangstigt me. Steeds vaker ben ik stukken ‘kwijt’. Door op schrift bij te houden wat ik meemaak kan ik de lege stukken vullen met wat ik teruglees. Ik richt de brieven aan mezelf. Mijn naam zal ik toch niet vergeten? Documentatie is belangrijk. Aan Dieter hoef ik niks te vragen, die is allang blij. Hij hoopt natuurlijk dat er ooit een moment komt dat ik vergeet dat hij met mij getrouwd is zodat hij me buitenspel kan zetten. Hij heeft een vrouw aangenomen om voor ‘ons’ te zorgen. Ik vermoed dat ze hem heel andere zorg levert dan mij. Ze lijkt uit hetzelfde hout gesneden als die hoertjes die mijn vader vroeger rond had lopen voor de gasten. Ik vertrouw haar voor geen meter.



Sophie pakte een stapel beschreven vellen in haar hand en scande de eerste regels.

... Ik heb je zoveel te vertellen, maar de woorden zweven in mijn hoofd als ballonnen aan touwtjes en ik grijp steeds mis. Steeds als ik denk er een te vangen, neemt de wind ze mee en verlies ik grip. Ik ren en ik ren tot ik buiten adem ben, maar keer op keer moet ik het laten gaan en ben ik te laat. Vroeger gebeurde me dat nooit...



... Ik voel me zo raar. Het lijkt wel of ik vlieg. En dorst, steeds maar weer die dorst. Ik drink de hele dag thee, maar ik ben onverzadigbaar. Ik zal toch geen suikerziekte hebben? Een ziekte die op mijn leeftijd nog weleens voorkomt. Een droge mond is daar toch een kenmerk van?



... Vandaag heb ik me opgesloten in mama’s kamer. Dat doe ik de laatste tijd steeds vaker. Ik wil op de plek zijn waar zij het laatst geweest is. Het is een poging om dichter bij haar te zijn. Voelen wat zij voelde toen ze er een einde aan maakte. Hoewel het al heel lang geleden is, blijft het gemis aan me knagen. Nog elke dag...



... Ik ben zo ongelukkig. Het leven voelt als een zware last die ik maar niet van me af kan schudden. Was ik hem maar nooit tegengekomen. Hoe anders had mijn leven er dan uitgezien? Had ik dan wel de liefde gekend waar in romannetjes zo mooi en zo zoet over wordt geschreven? Was die allesomvattende eenzaamheid dan niet het centrale thema in mijn leven geweest? De kilte, de leegte, af en toe verstikt het me gewoon. Dan kan ik niet meer goed ademen en mijn hart klopt dan in een onregelmatig ritme. Alles om me heen is zwart en droef. Is dit hoe mama zich voelde? Was zij net zo ongelukkig met papa als ik met D?



Sophie legde de brieven die ze zojuist had gelezen op de grond naast de kist en pakte een nieuwe stapel. Ze was geschokt door de wanhoop en droefheid die uit de brieven sprak. Ze had geen idee dat haar tante Eva zo ongelukkig was geweest en dat haar huwelijk met oom Dieter van begin af aan een farce was geweest. Eigenlijk was haar tante zo’n beetje uitgehuwelijkt door haar vader. In die tijd was het gebruikelijk dat ouders bepaalden en dat je als kind deed wat er van je verwacht werd. Vreselijk.

Weer vond ze het moeilijk om geconfronteerd te worden met het feit dat haar oma, die ze nooit gekend had, zelfmoord had gepleegd. Haar vader had haar altijd verteld dat oma door ziekte was gestorven. Dat die ziekte in haar hoofd zat, had ze nooit geweten. Haar vader had er nooit over willen praten. Ze had altijd gedacht dat dit kwam omdat het te pijnlijk voor hem was. Dat het grotendeels opgroeien zonder moeder nog steeds een open wond was die de tijd niet had kunnen helen.

Ze had zijn geslotenheid over het onderwerp altijd gerespecteerd en het gelaten voor wat het was, niet wetende dat er een heel ander verhaal achter zat en dat zijn zwijgen misschien wel meer met schaamte en familiegeheimen te maken had. Want dat er geheimen waren in haar familie, dat was haar de afgelopen dagen wel duidelijk geworden. Haar roots waren een stuk duisterder dan ze ooit had kunnen vermoeden.

Ze concentreerde zich weer op de nieuwe stapel brieven in haar hand. Wat ze las was vreselijk. Wat moest haar tante zich alleen hebben gevoeld. Schuldgevoel kreeg de overhand. Had ze niet wat meer aandacht aan haar moeten besteden? Af en toe eens langs moeten gaan in Winterberg? Het was natuurlijk allemaal achteraf gelul. Ze was nu eenmaal niet zo’n familiemens en ze was er ook van uitgegaan dat Isa een beetje op haar tante zou letten. Had Isa niets gemerkt van dit alles? Ze kon het haar helaas niet meer vragen. Naar ze begrepen had, zorgde Mara voor tante Eva en wie weet had ze Isa wel bij haar weggehouden. Ze moest de politie onmiddellijk inlichten als ze weer bovengronds was. Geconcentreerd las ze weer verder.