‘Ja.’ Sophie zweeg over haar claustrofobie. Het leek haar niet gepast om haar eigen angsten aan te kaarten terwijl de toekomst van haar man aan een zijden draadje bungelde.
‘Ik zal Mara proberen te vinden voor je.’ Ze stond op en liep naar de deur.
Achter de verborgen deur in Sophies kamer klonk een zacht schuifelend geluid.
41
Sophie rammelde voor de derde keer met de bel die op de receptiebalie stond en begon haar geduld te verliezen. Van Mara was geen spoor te bekennen. Waar zat die griet toch? Het was toch haar taak om te reageren op de bel? De Greef zat wortel te schieten in haar kamer, wachtend tot ze terug zou komen met Mara zodat hij haar kon ondervragen over het mes. Zou Mara bij oom Dieter zijn? Waar was hij eigenlijk? Op zijn kamer? Hij liet zich sinds hun laatste vervelende gesprek nauwelijks nog zien. Hij vertoonde zich alleen bij het eten en dan nog met een gezicht vol tegenzin. Alsof hij elke confrontatie met haar uit de weg ging. Op de dood van Isa had hij lauwtjes gereageerd. Kon hij niet op z’n minst dóén alsof hij het erg vond?
Sophie had eigenlijk geen idee waar Isa’s voorkeur bij leven naar uit was gegaan; begrafenis of crematie. Zou Lieke dat weten? Die had de afgelopen jaren meer contact met Isa gehad dan zij. Maar het was natuurlijk maar zeer de vraag of ze het over serieuze onderwerpen als de dood hadden gehad. Wie praatte daar nou over zonder dat er aanleiding voor was? Zij in elk geval niet. Ze had er eigenlijk nog nooit over nagedacht. Ze ging er haar hele leven al van uit dat ze stokoud zou worden. Een beetje naïef misschien, moest ze nu wel toegeven. Isa’s dood had haar doen beseffen dat je het leven niet in de hand had en dat het soms plotselinge wendingen nam waar je je niet op kon voorbereiden. Ze realiseerde zich dat vanzelfsprekendheid niet bestond en dat elke dag die vlekkeloos verliep er een was om te koesteren. Ja, nu ze de dood van zo dichtbij had gezien, was het leven voor haar aanzienlijk in waarde gestegen.
Eigenlijk hoopte ze stiekem dat het vrijgeven van Isa’s lichaam nog even op zich zou laten wachten. Dat gaf haar meer ruimte om zich volledig op Daan te richten met hulp van De Greef. Misschien moest Lieke te zijner tijd Isa’s ouders helpen met een afscheidsdienst en alle rompslomp eromheen maar regelen, aangezien ze hier haar snor had gedrukt. Dan deed ze ook nog wat. Zij had voorlopig in elk geval meer dan genoeg aan haar hoofd. Daan moest vrijkomen! Geïrriteerd rinkelde ze nog een paar keer achter elkaar met de bel. ‘Mara!’ schreeuwde ze erachteraan. Wederom bleef het stil. Geen enkel spoor van Mara. Ze gaf nog een laatste klingel met de bel en toen ook daar niet op gereageerd werd, besloot ze het over een andere boeg te gooien. Het was tijd om oom Dieter op te snorren en te vragen of hij wist waar Mara was. Voordat ze doorliep naar zijn kamer liet ze De Greef weten dat het allemaal wat langer duurde dan gepland. ‘Ik heb genoeg om over na te denken en de koffie smaakt nog steeds heerlijk,’ zei hij terwijl hij zijn kopje in de lucht stak alsof hij een toost uitbracht. Ze glimlachte en liep naar de kamer van haar oom. Ze hoopte maar dat hij wist waar ze Mara kon vinden. Haar hart bonsde in haar keel, ze was nerveus voor de confrontatie. Kon ze haar oom vertrouwen? Als ze Daan moest geloven niet.
Ze hief haar hand op en klopte op de deur. In eerste instantie bleef het stil aan de andere kant, maar toen ze nogmaals en met meer kracht op de deur bonkte, klonk er een norsig gebrom. Er klonk wat gerommel uit de kamer en even later ging de deur open. Oom Dieter zag er verwilderd uit. Zijn normaal netjes gekapte haar stond alle kanten uit en hij maakte een verhitte indruk.
‘Alles goed?’ vroeg Sophie. ‘Ik heb u toch niet wakker gemaakt?’
‘Nou, eigenlijk wel. Wat is er?’
‘Weet u misschien waar Mara is? Daans advocaat wil haar graag spreken en wat vragen stellen, maar ik kan haar nergens vinden.’
‘Heb je gebeld bij de receptie?’
‘Ja, meerdere malen maar daar reageert ze niet op.’
‘Ze zal wel buiten zijn om een sigaretje te roken of zo. Dat gedoe met Isa is haar niet in de koude kleren gaan zitten.’
‘Gedoe? Dat lijkt me een vrij milde omschrijving van wat hier heeft plaatsgevonden.’ Sophie ergerde zich aan de manier waarop oom Dieter over de moord sprak. Alsof het een lastige mug was die je weg kon wapperen om van het gezeur af te zijn. Oom Dieter ging er verder niet op door.
‘Probeer het buiten eens en anders weet ik het ook niet. We houden niet de hele dag elkaars handje vast.’
‘Misschien kunt u in de tussentijd even een babbeltje met mr. De Greef maken? Hij is druk bezig met Daans verdediging en heeft wat vragen voor u.’
‘Ik heb die man niks te vertellen en hij mij niks te vragen.’