Het was raar om weer in de kamer te zijn. Het vertrek zag eruit alsof er de afgelopen vierentwintig uur niets gebeurd was, terwijl in die tijd toch heel haar wereld voorgoed was veranderd. De leegte van het gemis knaagde voortdurend aan haar. Met een lijf dat zwaar voelde van ellende liet ze zich op het bed zakken. De Greef liet zijn ogen scannend door de kamer gaan. ‘Waar is nou die deur met dat kijkgaatje waar Daan het over had?’
Sophie stond op. ‘Hier. Het valt alleen maar op als je weet dat ie er zit en dan nog moet je heel goed kijken.’ De Greef bekeek en bevoelde de deur nauwkeurig. ‘Dat ding is inderdaad heel knap weggewerkt.’ Even bleef hij bedachtzaam staan en nam toen plaats op de stoel in de hoek. ‘Heeft de politie die geheime gangen al doorzocht?’
‘Niet dat ik weet. Ze deden er wat schamper over.’
‘Dan moeten we er zelf maar eens een kijkje gaan nemen straks,’ zei De Greef.
De angst sloeg Sophie meteen om het hart. Alleen al bij de gedachte dat ze die gangen in moest, begon ze te zweten en versnelde haar ademhaling naar een oppervlakkig gehijg. Ze vervloekte haar claustrofobie, maar kon er niets aan doen. Ze had het gevoel dat ze faalde en Daan in de steek liet als ze zich er niet overheen kon zetten. De Greef leek haar paniekreactie niet op te merken en trok zijn koffer op schoot.
‘Lekker dat kopje koffie,’ attendeerde hij haar met een knipoog op de eerder gedane toezegging. Blij dat ze even wat omhanden had sprong Sophie op. ‘Natuurlijk, sorry.’ Terwijl zij koffiezette, rommelde De Greef in zijn koffer en haalde er een map uit. Keurig sloot hij de boel weer af en bladerde door een stapel papieren. Sophie zette een kop dampende koffie naast hem neer en hij overhandigde haar een A4’tje met tekst. Ze pakte het aan en ging weer op bed zitten.
‘De aanklachten tegen Daan,’ lichtte De Greef tussen het genietend nippen aan zijn koffie toe. ‘Lekker bakje.’ Sophie nam het ter kennisgeving aan en begon te lezen:
Daniël Johannes Smit, geboren op 25 november 1978 te Gouda wordt ervan verdacht dat:
Hij in de nacht van 12 op 13 december 2013 te Winterberg opzettelijk mevrouw Isa van Leeuwen van het leven heeft beroofd (doodslag). Verdachte heeft met opzet de hoofdharen van mevrouw van Leeuwen vastgepakt, vermoedelijk tijdens een worsteling, haar met kracht tegen de grond geduwd om haar vervolgens circa twintig keer met een mes te steken, ten gevolge waarvan mevrouw Van Leeuwen is overleden.
Sophie keek geschokt naar De Greef. ‘Waar slaat dit op? Het klopt gewoon niet, het is één grote leugen! Op basis waarvan trekken ze deze conclusies?’
De Greef bladerde wat in de stapel documenten op zijn schoot. ‘Ik zal je het voorlopige sectierapport van Isa’s lichaam en het voorlopig forensisch rapport besparen en de bewijzen gewoon vertellen.’ Sophie knikte dankbaar. Ze wist niet of ze het aankon om zo concreet met de neus op de ‘feiten’ gedrukt te worden en aan het zien van bloederige foto’s had ze al helemaal geen behoefte.
‘Allereerst zijn Daans vingerafdrukken aangetroffen op het mes dat als moordwapen is gebruikt en dat de politie later in zijn koffer heeft teruggevonden.’
‘Daan is in de nacht waarin Isa is vermoord een tijdje op onderzoek uitgegaan in de geheime gangen. Ik lag te slapen en heb niet meegekregen dat hij de kamer verliet. Voor die tijd heeft hij dus geen “officieel” alibi. Maar toen hij terugkwam had hij geen mes bij zich en zowel voor zijn nachtelijke spooktocht als daarna zijn we continu samen geweest. De moord zou in theorie tijdens zijn afwezigheid moeten hebben plaatsgevonden en dat zou betekenen dat hij het mes bij terugkeer op de kamer bij zich had moeten hebben om het te verstoppen. Maar dat was niet zo.’
‘Ik ben het niet helemaal met je eens. Als ik advocaat van de duivel speel dan zou ik meteen zeggen dat Daan het mes ook in eerste instantie buiten de kamer verstopt kan hebben om het vervolgens later op een onbewaakt ogenblik de kamer in te smokkelen.’
‘Maar ik ben verder continu bij hem geweest dus wanneer had hij dat dan moeten doen?’
‘Oké, ik speel nog steeds advocaat van de duivel. Hoe kan het dan dat het mes toch in Daans koffer terecht is gekomen?’
Sophie stond op en begon door de kamer te lopen. ‘Ik heb daar wel een verklaring voor. Ik denk dat de echte moordenaar Daan erin heeft geluisd en het mes via de verborgen deur in onze kamer in zijn koffer heeft gestopt toen wij met zijn allen in een andere ruimte wachtten op de komst van de politie.’
‘Maar dat verklaart nog steeds niet dat er vingerafdrukken van Daan op het mes zijn aangetroffen,’ reageerde De Greef.
‘Is het mogelijk dat ze per abuis aan Daan toegeschreven zijn?’