‘Daarvoor moet u niet bij mij zijn,’ was het antwoord. Haar vertellen bij wie ze daarvoor dan wel moest zijn werd achterwege gelaten. De mannelijke agent pakte haar bij de arm. ‘Komt u maar mee, we hebben nog meer te doen vandaag.’
De agent begeleidde haar weer naar de ruimte waar Lieke en oom Dieter zaten. Mara schonk koffie in. Het viel Sophie meteen op dat Daan ontbrak. ‘Waar is Daan?’ vroeg ze met lichte paniek in haar stem. Ze wilde hem voor haar eigen gemoedsrust bij zich in de buurt hebben.
‘Twee agenten hebben hem alvast meegenomen om hem wat vragen te stellen. We komen allemaal aan de beurt.’ Lieke beet nerveus een stuk van een van haar keurig gevijlde en gelakte nagels af. ‘Shit, waarom doe ik dat nou?’
Sophie negeerde haar gejammer en wierp haar slechts een vernietigende blik toe.
29
Het moordonderzoeksteam was nog steeds in het hotel en druk bezig met het sporenonderzoek, maar ze hadden toestemming gekregen om zich terug te trekken op Liekes slaapkamer die aan de niet afgezette rechtervleugel lag. Oom Dieter had zich in de kamer naast hen teruggetrokken en Mara had de opdracht gekregen een verlaat diner te regelen. Hoewel ze door de gebeurtenissen van vandaag geen eetlust hadden, beseften ze ook dat eten noodzakelijk was om overeind te blijven en alles zo goed mogelijk te doorstaan. De eetkamer was weer in zijn oorspronkelijke staat teruggebracht en niets deed meer vermoeden dat de ruimte als een soort mobiel laboratorium was gebruikt om vingerafdrukken en monsters af te nemen.
Sophie lag dicht tegen Daan aan op bed. Ze hadden geleende kleren aan nu hun eigen kleding voor onderzoek was meegenomen. Daan had een rode ribbroek en een geruite spencer van oom Dieter mogen lenen en Sophie had een setje van Lieke aangetrokken. Sophie en Lieke hadden redelijk dezelfde maat, maar de kleren van oom Dieter waren Daan veel te groot. Een leren riem moest ervoor zorgen dat de broek nog enigszins op zijn heupen bleef hangen en ook de pullover slobberde om zijn lichaam.
Lieke had haar tweepersoonsbed aan Sophie en Daan afgestaan en was zelf op een matras op de grond gaan liggen. Ze had hen gesmeekt om bij haar op de kamer te komen liggen omdat ze in haar eentje doodsbang was. Alle drie hadden ze moeite de slaap te vatten en de adrenaline te laten afzakken terwijl ze wel bekaf waren. Het meewerken aan de onderzoeken, het vertellen van hun verhaal aan de politie; het had er allemaal flink ingehakt. Het verdriet om Isa had nog geen kans gekregen. De angst overheerste nog. Angst voor de dader zonder gezicht die zich misschien nog wel ergens in of nabij het hotel bevond. Was het een bekende of niet? Daan en Sophie sloten nog steeds niet uit dat oom Dieter iets met de moord te maken had, maar Lieke kon het zich nauwelijks voorstellen. Ze hadden hun vermoedens wel uitgesproken tegen de politieagenten. Een agent had driftig aantekeningen gemaakt, maar een concrete reactie hadden ze niet gekregen. Ze hadden hen zo veel mogelijk hun verhaal laten doen en slechts af en toe een aanvullende vraag gesteld.
Daan had ook verteld over het ondergrondse gangenstelsel en de geheime deuren met spionnetjes die uitkwamen bij de hotelkamers aan de linkervleugel. De ene agent had hem aangekeken alsof hij de eerste de beste fantast was en de ander had amper de moeite genomen om er een notitie van te maken. Hij had aangeboden om ze de gangen te laten zien, maar daar waren ze niet op ingegaan. Waarschijnlijk hadden andere zaken in het onderzoek nu eerst prioriteit.
Sophie drukte zich nog steviger tegen Daan aan. Ze voelde zich ontzettend rot. Ook Lieke was aanmerkelijk stiller dan anders. Wie had een paar dagen geleden kunnen denken dat hun tripje naar Winterberg tot een ware hel zou worden?
Zakelijk gezien had de dood van Isa alle problemen in één klap opgelost. Het hotel zou nu zonder al te veel gedoe verkocht kunnen worden en voor hen allemaal een leuk bedrag opleveren dat zeer welkom was. Oom Dieter kon zijn leven weer proberen op te pakken en de verloting van het appartement zou nu tussen Lieke en Sophie gaan. Hun kans was van een derde ineens toegenomen tot vijftig procent. In theorie zou je dus kunnen stellen dat niet alleen oom Dieter baat had bij Isa’s dood. Sophie hoopte maar dat de politie zou inzien dat zij en Daan er in elk geval niets mee te maken hadden.
Samen hadden ze het nog uitgebreid gehad over zijn bezoekje aan het ondergrondse gangenstelsel. Als Daans telefoon niet was afgegaan en hij niet was opgejaagd door iets wat, of iemand die ook in de gangen aanwezig was, had hij waarschijnlijk nog wel wat langer rondgeneusd en de gangetjes die grensden aan de rest van de kamers aan de linkervleugel ook bekeken. Ineens realiseerden ze zich dat hij dan uiteindelijk ook bij Isa’s kamer was uitgekomen en misschien wel oog in oog was komen te staan met haar moordenaar. Deze wetenschap sloeg in als een bom. Niemand wist precies wanneer Isa was vermoord. Was het gedurende de nacht geweest of al eerder? Misschien was degene die Daan achterna had gezeten wel Isa’s moordenaar geweest! Wie weet was hijzelf op het nippertje ontsnapt aan de dood omdat de moordenaar hem als mogelijke getuige uit de weg had willen ruimen. Dat zou betekenen dat hij nog steeds gevaar liep.