‘Oké, dus een dubbele espresso en een koffie...’
‘Hé, je bent Nederlands!’ onderbrak Lieke de serveerster. ‘Dat had je wel even mogen zeggen.’ Daan en Sophie begonnen allebei te lachen.
‘Je deed zo je best om Duits te praten en het klonk zo grappig dat ik je niet heb gezegd dat het ook in het Nederlands kon. Ik ben Ank, aangenaam.’
‘Ik ben Lieke, en dit zijn Sophie en Daan.’ Ank knikte hen vriendelijk toe.
‘Werk je hier al lang?’ informeerde Daan.
‘Het is mijn tweede seizoen in Winterberg. In de zomer werk ik in de Zeeuwse horeca, maar aangezien er daar in het winterseizoen geen cent valt te verdienen, ben ik als experiment twee jaar geleden hier begonnen. Het beviel zo goed dat ik dit jaar ben teruggekomen.’
‘Lijkt me best zwaar om steeds zo’n tijd van huis te zijn. Ben je niet eenzaam?’
‘Dat valt wel mee hoor. Ik hou van mensen en waar kom je meer mensen tegen dan in de horeca?’
‘Maar mis je je familie en vrienden in Nederland dan helemaal niet?’
‘Vaak ben ik te hard aan het werk om ze te missen, maar af en toe heb ik wel last van heimwee. Zoals vandaag bijvoorbeeld. Ik ben jarig en zou het graag met familie en vrienden vieren.’
‘Ze is jarig! Horen jullie dat!’ Lieke gaf Sophie een enthousiaste por. ‘Die vrouw moet taart!’
Ank lachte schaapachtig.
‘Hoe oud ben je geworden als ik vragen mag?’
‘Tweeëndertig.’
‘Wauw, dan ben je maar twee jaar ouder dan ik.’
De mensen aan het tafeltje naast hen begonnen ongeduldig op hun stoelen te schuiven. Ank merkte het meteen op. ‘Ik moet weer aan het werk. Ik herhaal jullie bestelling nog even. Een dubbele espresso, een koffie en een cappuccino, een Schwarzwälder Kirschtorte en een Marzipantorte.’
‘Correctie, zwei Marzipantorte. Je krijgt van ons een taartje voor je verjaardag.’
Het was duidelijk dat Ank zich wat ongemakkelijk voelde bij Liekes aanbod. ‘Heel lief van jullie, maar ik heb nu geen tijd om taart te eten. De klanten wachten.’
‘Dan eet je hem later op als het wat rustiger is, je moet toch een keer eten. Zet maar op de rekening hoor, dat extra stuk.’
‘Nou, bedankt.’ De man aan het tafeltje naast hen begon luidruchtig zijn keel te schrapen. ‘Ik moet door. Veel plezier tijdens jullie verblijf in Winterberg.’
Ank liep naar het volgende tafeltje en kon nog net voorkomen dat de ongeduldige man zijn biezen pakte.
‘Ik ben best een beetje nerveus,’ bekende Sophie aan Lieke.
‘Ja? Ik eigenlijk niet. Er zijn maar twee opties, of ik ga er met het appartement vandoor, of niet. Met beide opties kan ik leven. Hoewel de eerste me natuurlijk meer aanstaat. Ik zou het onmiddellijk verkopen en van de opbrengst iets leuks in Nederland kopen.’
‘Ik denk dat het voor Isa het spannendst is. Zij heeft echt iets te verliezen. Wij kunnen alleen maar winnen,’ mengde Daan zich in het gesprek. ‘Ik snap haar boze reactie wel.’
‘Ja, ik ook,’ beaamde Sophie.
‘Toch had ze best wat minder heftig kunnen reageren. Ze mag blij zijn dat ze al die tijd kosteloos in dat appartement heeft mogen wonen. Dat ze nu misschien wat anders moet gaan zoeken, hey, that’s life.’ Ank kwam aanlopen met een vol dienblad. Lieke trok gul haar portemonnee en betaalde. ‘My treat.’
Hoewel Sophie vroeger altijd zelf degene was die trakteerde en dat van een ander moeilijk kon accepteren, aanvaardde ze nu in dankbaarheid. Elke cent die bespaard kon worden was er een. Ze deed een schietgebedje: lieve God, laat mij alsjeblieft dat appartement winnen. Ze zou geen moment aarzelen om het te verkopen. Isa moest zichzelf maar zien te redden. Vanaf nu was het ieder voor zich. En mocht ze het appartement niet winnen, dan had ze altijd nog de troef met oom Dieter achter de hand. Samen met Daan had ze besloten om zijn ontdekkingen van afgelopen nacht nog even niet met de anderen te delen. Zolang oom Dieter haar niet in de weg zat, kon het haar niet zoveel schelen dat hij de bloemetjes buitenzette met zijn mysterieuze seksslavin. Zijn ‘geheimpje’ in de openbaarheid brengen zou de positie van Isa alleen maar versterken. Als oom Dieter moest worden weggestreept op het lijstje van erfgenamen, dan verviel ook zijn stem voor verkoop van het hotel en dat wilde Sophie koste wat het kost voorkomen. Het hotel moest van de hand worden gedaan. De financiële problemen van haar en Daan oplossen was belangrijker dan het in stand houden van Isa’s hobby. Want zeg nou zelf, dat hotel was toch amper levensvatbaar te noemen? Het was oubollig en aan slijtage onderhevig. Hoewel ze al begonnen waren met de renovatie, zou er nog behoorlijk wat geld geïnvesteerd moeten worden om het weer bruisend te maken, en voor dat geld wist ze een veel betere bestemming. De ligging was prachtig dus in die zin zou het zijn geld wel opbrengen. Het is maar wat de gek ervoor geeft, zei haar vader altijd. Nou, ze hoopte dat een heel grote gek zijn oog erop zou laten vallen en hen verloste van de loden last.