Hij moest met goede antwoorden komen op haar spervuur van vragen. Hij rekte tijd door op het bed naast haar te gaan zitten en haar een kus te geven. Ze liet het toe, maar niet van harte.
‘Wat ruik je muf en er zit stof in je haar.’ Weer die argwanende blik in haar ogen. Hij besloot de waarheid te vertellen. Waarom zou ze hem eigenlijk niet geloven? Hij had nog nooit tegen haar gelogen.
‘Oké. Ik was niet buiten. Ik ben in de gangen achter de wijnkelder geweest.’
‘Maar waarom? Oom Dieter heeft toch duidelijk gezegd dat we daar niet mochten komen wegens instortingsgevaar?’
‘Het enige instortingsgevaar is dat van zijn eigen vileine plannetjes. Die tunnels zijn een beetje stoffig, maar verkeren verder in prima staat.’
‘Waar heb je het over? Wat bazel je nou over vileine plannetjes? Ben je nog steeds dronken?’
‘Ik ben zo nuchter als maar zijn kan. Ik heb een aantal ontdekkingen gedaan in die gangen.’ Hij vertelde zijn belevenissen zo nauwkeurig mogelijk aan Sophie. Hij zag aan haar gezicht dat ze er moeite mee had hem te geloven. Oom Dieter die de boel besodemieterde en een dubbele agenda had, de onbekende vrouw in zijn kamer, de verborgen gangetjes naast de kamers met spionnetjes, het onbeduidende ‘ding’ dat hem in de tunnels achterna had gezeten. Hij moest toegeven dat het allemaal een beetje veel en vreemd was. Hoe kon hij haar ervan overtuigen dat hij de waarheid sprak? De deur met het kijkgaatje! Als hij dat aan haar kon laten zien dan moest ze hem wel geloven. Sophie meenemen die tunnels in was uitgesloten met haar claustrofobie.
Hij liet zijn ogen door de kamer gaan en schatte in waar hij ongeveer gestaan had toen hij de kamer in loerde zonder dat Sophie het in de gaten had gehad. Op de plek waar hij dacht dat de deur moest zijn leek in eerste instantie slechts een donkere houten lambrisering tot aan het plafond te zitten. Hij liep ernaartoe. Liet zijn handen eroverheen gaan en ontdekte toen pas de zorgvuldig weggewerkte kieren die deden vermoeden dat er iets achter zat. Als hij het niet met eigen ogen had gezien, zou hij nooit hebben geloofd dat dit eigenlijk een deur was. Hetzelfde houtsnijwerk dat in de lambriseringsstrook aan weerszijden zat, kwam erin terug waardoor de deur onopvallend opging in de omgeving.
Hij speurde verder, op zoek naar het kijkgaatje. Op het moment dat hij het bijna wilde opgeven, viel zijn oog er alsnog op. Hij wenkte Sophie. ‘Kijk, het is bijna niet te zien, maar hier zit het spionnetje waarmee je vanuit dat gangetje naast onze kamer naar binnen kunt kijken.’ Sophie ging naast hem staan. ‘Verrek, er zit echt een kijkgaatje.’
‘Ja, wat dacht je dan? Dat ik hier uit mijn nek stond te kletsen?’
‘Nou ja, het klonk allemaal wel een beetje onwaarschijnlijk.’
‘Dat kan ik niet ontkennen.’
‘Wat moeten we nu doen met de dingen die je hebt ontdekt?’ vroeg Sophie. ‘Moeten we Lieke en Isa inlichten en oom Dieter om opheldering vragen of moeten we dit als troef achter de hand houden?’
‘Tja, wat is wijsheid? Misschien moeten we het eerst even zelf laten bezinken voordat we het met derden delen? Sec gezien is een babbeltje met de notaris genoeg om oom Dieter verdacht te maken, maar of dat ook tot onterving leidt is nog maar de vraag. Hoe bewijs je concreet dat iemand vreemdgaat? Zeggen dat je het gezien hebt, is niet genoeg. Stel dat het lukt om een foto van hem en die vrouw te maken, dan kan er altijd nog beweerd worden dat hij bewerkt is. Met Photoshop kun je de meest prachtige dingen maken. Dat zou een hele strijd worden en het is de vraag of je dat wilt en of dat nodig is. Ik vind persoonlijk de voorwaarden van tante Eva ook wel wat ver gaan. Ik gun die man op zijn oude dag in principe nog wel een lolletje.’
‘Ik eigenlijk ook wel. Als hij ons verder niet belazert dan wil ik het best nog even aankijken. Als hij meedeelt in de erfenis blijft er vast nog genoeg voor ons over en kunnen we onze financiën weer een beetje op orde krijgen. Een serieuzer probleem is Isa, denk ik. Als ze voet bij stuk houdt en niet wil verkopen, wat doen we dan?’
‘Dat weet ik nog niet. Ik ga eerst eens een paar uur slapen en dan zal ik morgen nadenken over de mogelijke opties.’ Daan keek op zijn telefoon hoe laat het was. ‘We hebben nog precies vier uur voordat de wekker gaat.’
Sophie gaapte instemmend. ‘Een paar uurtjes tukken zou wel lekker zijn. Het zou fijn zijn als ik nog wat helderder in mijn hoofd werd voordat ik aan een strootje moet trekken. Als ik tenminste nog kán slapen, na alles wat je me net hebt verteld.’
22
Eva, ik zweef weer tussen droom en werkelijkheid. Het maakt me angstig. Geen controle, gebrek aan regie. Ik denk dat ik af en toe bezoek krijg van een man, maar zeker weten doe ik het niet. Alles is wazig. Focussen lukt niet. Meer dan schimmen kan ik niet onderscheiden. Het lijkt wel of hij af en toe tegen me praat, maar ook dat weet ik niet zeker. Fluistert hij me geheimpjes toe die alleen voor mijn oren bestemd zijn, of beeld ik me dat in omdat ik het zo graag wil?