Het einde van de gang kwam in zicht. Een streepje licht gaf aan dat de deur nog steeds op een kier stond. Hij denderde door en bereikte de deur voordat zijn achtervolger hem kon inhalen. Hij schoot erdoorheen en schoof vliegensvlug de grendel op de deur. Dat ging een stuk minder behoedzaam dan een uur geleden. Hijgend stond hij met zijn rug tegen de deur geleund. Tijd om bij te komen van de schrik kreeg hij niet echt. Aan de andere kant van de deur klonk duidelijk hoorbaar geschuifel en gekrabbel. Er zat niet meer dan een centimeter of vijftien tussen hem en zijn belager.
Iets raakte de deur aan. Paniekerig rende hij bij de deur weg en hoopte dat de grendel stevig genoeg was. Hij schoot de opslagruimte en de wijnkelder door en pas in de buurt van de receptie durfde hij iets te vertragen. Hij werd opnieuw overspoeld door een golf van paniek. Wat ging hij Sophie vertellen? Hij zag dat hij inmiddels vier oproepen van haar gemist had. Als ze hem maar geloofde. De uitleg die hij haar kon geven was te bizar voor woorden. In wat voor nachtmerrie was hij beland?
Hij merkte dat hij steeds langzamer ging lopen, om de confrontatie met Sophie nog even uit te stellen. Hij wilde zijn handen door zijn haar halen en constateerde dat er sporen van roest op zijn huid zaten. De verroeste ladders natuurlijk. Vlug checkte hij zijn kleding en klopte het stof eraf. Zijn sokken zaten zo onder het gruis dat ze niet meer te redden waren. Hij trok ze uit en stopte ze onder in een prullenbak bij de receptie. Op zijn blote voeten liep hij verder. Nu was hij niet eens meer een held op sokken, dacht hij schamper. Hij sloeg de gang in naar zijn kamer en pakte de sleutel uit zijn broekzak.
‘Nachtelijke wandeling aan het maken, meneer Smit?’ Daan keek verschrikt om. Mara keek hem onderzoekend aan.
‘Ja, ik kon niet slapen dus ik dacht ik haal even een frisse neus,’ hakkelde hij.
‘Op uw blote voeten?’
Shit, hoe kletste hij zich hier nu weer uit. ‘Ja, ik eh, vind het, eh prettig om contact te maken met de aarde als ik probeer te ontspannen.’
Mara keek hem aan alsof hij niet spoorde. Ze had nog gelijk ook. Toen trok ze haar gezicht weer in de plooi.
‘Waarom bent u zo zenuwachtig?’
‘Voor morgen, hè. De verloting van het appartement.’
‘Ach ja, natuurlijk. Nou, ik hoop dat u nu lekker slaapt. Zo niet, dan weet ik nog wel wat manieren om te ontspannen.’ Voordat Daan kon reageren was ze alweer vertrokken. Insinueerde ze nou... Nee toch? En waarom liep Mara eigenlijk bij nacht en ontij door het hotel? Het was niet eens in hem opgekomen om het haar te vragen. Hij was nooit goed geweest in onverwachte confrontaties. Misschien moest ze oom Dieters voorhoofd deppen na zijn avontuurtje met die gemaskerde vrouw of zijn zuurstoffles vervangen? Hij voelde zijn telefoon weer in zijn broekzak trillen. Sophie. Hij drukte het gesprek weg en ging de hotelkamer binnen.
21
‘Waar wás je?’ Sophie zat rechtop in bed en keek hem met dikke slaapogen aan. Haar kapsel zat warrig.
‘Ik was een beetje misselijk van al die wijn en had behoefte aan frisse lucht.’ Hij hoorde het zichzelf zeggen en kon zichzelf wel voor zijn kop slaan. Waarom vertelde hij haar niet gewoon de waarheid? Oké, hij had iets gedaan wat niet zo netjes was: hij had tegen de uitdrukkelijke wens van oom Dieter in toch de verboden gangen van het hotel bezocht. Sophie zou dat vast afkeuren. Maar wat hij daar ontdekt had, was ook niet zo netjes. Was hij bang dat ze hem niet zou geloven? Waarschijnlijk wel, hij kon zelf amper geloven wat hij had gezien.
‘Je was dus buiten?’
‘Ja.’
‘Alleen?’
‘Ja, natuurlijk alleen. Met wie zou ik anders buiten moeten zijn?’
‘Mara? Ik hoorde haar net op de gang. Wel heel toevallig dat jullie allebei ’s nachts rondlopen.’
‘Doe niet zo belachelijk. Wat zou ik met Mara moeten?’
‘Ik ving iets op over ontspannen.’
Sophie keek hem onderzoekend aan. Hij voelde zich ongemakkelijk onder haar blik.
‘Mara was op weg naar oom Dieter toen ik haar tegenkwam. Ze vroeg waarom ik door het hotel liep en ik heb haar verteld dat ik niet kon slapen omdat ik zenuwachtig was voor de verloting van het appartement.’
‘Dus je was niet met Mara. Jullie kwamen elkaar net in de gang pas tegen.’
‘Ja, dat zeg ik toch. Wat haal je je allemaal in je hoofd?’
‘Waarom nam je je telefoon niet op dan?’
‘Nam ik mijn telefoon niet op?’ deed hij verbaasd. Hij pakte het ding uit zijn broekzak en keek op het scherm. ‘O verrek, ik zie nu pas dat je een paar keer hebt gebeld. Ik heb hem niet over horen gaan.’ Hij checkte demonstratief het schuifje aan de zijkant van het toestel. ‘Ah, ik zie dat ik het geluid uit had staan.’
Sophie keek met een steeds ongeloviger blik naar Daan. ‘Hoe kan het dan dat ik je telefoon duidelijk over hoorde gaan? En hoe kun je een gesprek wegdrukken dat je niet hoort?’ Sophies blik ging richting de grond. ‘En waarom loop je in hemelsnaam op blote voeten?’