Home>>read Winterberg free online

Winterberg(22)

By:Suzanne Vermeer


Isa had de woorden die de notaris namens tante Eva uitsprak in eerste instantie zwijgend aangehoord, maar haar lichaamstaal sprak boekdelen. Ze zat verstijfd in haar stoel en balde haar vuisten. ‘Dus dat is mijn dank,’ siste ze uiteindelijk. ‘Daar heb ik me dus zo voor uitgesloofd de afgelopen jaren. Wist jij hiervan?’ Ze richtte zich furieus tot Dieter.

‘Nee, natuurlijk wist ik hier niets van, Isa. Alsof het voor mij allemaal zo goed uitpakt. Eva heeft me bij leven niets verteld over haar absurde gedachtegangen, anders had ik daar wel een stokje voor gestoken. Ik wist ook niet dat ze in tweeduizendelf haar testament nog heeft aangepast. Dat moet geweest zijn toen ze een kort bezoekje aan Nederland heeft gebracht, volgens eigen zeggen om familie te bezoeken.’ Hij zocht bevestiging bij de notaris en die knikte instemmend. ‘Eva is destijds inderdaad op mijn kantoor in Amsterdam geweest om wat aanpassingen te laten doorvoeren.’

Oom Dieter sloeg gefrustreerd met zijn hand op de armleuning van zijn rolstoel, maar deed er verder het zwijgen toe. Wat viel er nog te zeggen? Tante Eva’s wil was wet en er was niemand die daar wat aan kon veranderen. Als ze wilden erven en het testament niet verwierpen dan zouden ze zich eraan moeten houden. De notaris nam het woord weer: ‘Tot slot wil ik jullie meedelen dat het de wens van Eva was dat al haar sieraden bij haar nichtjes terecht zouden komen. Het gros daarvan zijn familie-erfstukken die in de familie dienen te blijven.’

‘Verkoop is dus uitgesloten?’ vroeg Sophie.

‘Voor een aantal sieraden geldt dat inderdaad.’

‘Hm, jammer.’ Wederom zag ze een mogelijkheid om te cashen in rook opgaan.

‘Ik heb jullie zojuist uitgelegd dat jullie drie maanden de tijd hebben om te beslissen of jullie de erfenis accepteren of niet. Waarschijnlijk hebben jullie die tijd ook wel nodig om er samen uit te komen. Ik vertrek morgenavond weer naar Nederland en wil voorstellen om de officiële verlotingsprocedure van het appartement morgenochtend te laten plaatsvinden zodat we over drie maanden slechts het papierwerk hoeven te doen en niet meer voor het strootjestrekken bij elkaar hoeven te komen. Jullie hebben ongetwijfeld allemaal een druk leven en een volle agenda dus hoe meer spijkers met koppen we nu kunnen slaan des te beter, lijkt me. Kan iedereen zich daarin vinden?’ Sophie en Lieke reageerden meteen bevestigend, maar een reactie van Isa bleef in eerste instantie uit. ‘Isa?’ drong de notaris aan.

‘Wat heb ik voor keus, geen enkele toch?’ schreeuwde ze met een stem waarin de woede duidelijk te horen was.

‘Oké, dat is dan afgesproken. Dan wil ik jullie verzoeken om morgenochtend om tien uur bij het appartement aanwezig te zijn. Als Isa het goedvindt, leid ik Lieke en Sophie dan even rond en daarna gaan we over tot verloting.’

‘Hebt u het adres van het appartement?’ vroeg Daan. Hij deed voor het eerst zijn mond open. Daan luisterde in gezelschap meestal meer dan dat hij praatte, maar als hij zijn mond opendeed kwam er altijd wel wat zinnigs uit, of iets praktisch zoals nu.

‘Kun je me even helpen, Isa? Jij weet het uit je hoofd en ik moet het opzoeken,’ vroeg de notaris.

‘Buchenweg 12-I,’ klonk het kortaf. ‘En ik was niet van plan om nog op te ruimen voordat jullie komen.’

‘Ja, en dus?’ Lieke had zich er tot nu toe niet mee bemoeid. ‘Je hebt nog drie maanden de tijd om orde te scheppen in je troep en de boel leeg te halen. Oeh, ik voel gewoon dat ik het ga winnen!’ Sophie bestudeerde haar gezichtsuitdrukking om te zien of ze een grap maakte, maar Lieke leek bloedserieus.

‘Reken daar maar niet al te vast op, Lieke. Normaliter trek ik van ons drieën altijd aan het kortste eind, dus dat maakt mijn kans aanzienlijk groter,’ pareerde Sophie.

‘Voor een wiskundejuf laat je kansberekening nogal te wensen over,’ bitste Isa. ‘Denk maar niet dat ik me mijn huis uit laat zetten.’

‘Goed, ik geloof dat jullie het verder wel zonder mij afkunnen. Ik zie jullie morgen om tien uur aan de Buchenweg. Ik wens u allen veel wijsheid...’ De notaris verzamelde zijn spullen en stopte ze in de zwarte aktetas die aan zijn voeten stond. Hij schudde hen allemaal de hand en eindigde bij oom Dieter.

‘Ik zal Mara vragen u naar buiten te begeleiden.’





17

‘Ik stel voor dat we nog even napraten bij de haard met een goed glas wijn.’ Oom Dieter deed duidelijk zijn best om vriendelijk over te komen, maar zijn stem klonk geagiteerd. ‘Als jij nou eens een lekker flesje uit de wijnkelder haalt, Daan. Iets roods of zo. Je weet het wel te vinden toch?’

‘Vindt u het niet een beetje te vroeg voor een borrel? De vijf zit nog niet in de klok.’ Oom Dieter keek hem fronsend aan. ‘Zeker weer zo’n Holländische uitdrukking. Ga je nou een flesje halen of niet?’