Merel zucht diep. Marijn gaat ervoor! Dat zou zij ook willen, maar dan moet ze wel een kans krijgen. En nu moet ze wéér wachten.
Om vijf uur gaat ze naar huis, doet de tv aan en ploft op de bank. Lori en haar moeder zijn thuisgekomen, April is voorbijgekomen, Bram ook, gelooft ze, maar niemand kan haar opkikkeren. Als ze niet aangenomen wordt, zal ze beslist depressief worden, of krijgt ze anorexia of een ziekte met overal jeuk, zoals Lisa in de musical, of nee, die had alleen jeuk op haar hoofd, maar zij krijgt dan echt óveral jeuk, want last van kriebels heeft ze toch al heel gauw.
De dropjes liggen nog steeds dwars in haar buik. Misschien moet ze er maar eens mee stoppen, met die drop. Een musicalster met trekdrop in haar mond… Ze springt overeind. Een taart! Ze gaat een taart bakken! Dáár heeft ze zin in! Blij dat ze iets heeft verzonnen om te doen, sprint ze naar de keuken.
‘Mam! Ik bedoel Lori!’ corrigeert ze zichzelf als ze ziet dat Lori staat te koken. ‘Mag ik een taart bakken?
‘Een taart? Waarom?’
‘Zomaar. Heb ik zin in.’
‘Wat voor taart?’
‘Bijvoorbeeld een appeltaart of een cake.’
‘Best, maar niet nu, want ik ben aan het koken. Doe maar vanavond. Maar kijk eerst even of alle spullen die je nodig hebt er wel zijn.’
Nadat Merel de keukenkast heeft gecheckt, vraagt ze Lori: ‘Kan ik nog even boodschappen doen?’
‘Als je snel bent.’
‘Mag ik geld?’
‘Jij wilt bakken!’ plaagt Lori haar.
‘Maar jullie doen mee met opeten,’ verdedigt Merel zich.
Dus komt Merel voor de tweede keer die middag bij de super. ’s Avonds na het eten gaat ze direct bakken. Je moet toch wat doen als je op belangrijk nieuws wacht! En de rest van de avond raast ze als een dolle door het huis, doet ze dit, doet ze dat – een spoor van rommel achterlatend.
‘Ja hoor, het is weer windkracht Merel,’ verzucht haar moeder zoals zo vaak.
Het enige moment van rust is als ze allemaal een warm stukje appeltaart eten.
De volgende dag uit school rent ze opnieuw zo snel mogelijk naar huis. Wachten op een belangrijke brief is goed voor je conditie, denkt Merel, terwijl ze het huis in draaft.
De mat is leeg. Géén post? Hoe kan dat nou? Maar wacht, het is dinsdag, dan is Lori vroeg thuis.
‘Lori!’ galmt ze.
‘Op de schoorsteenmantel!’ roept die van boven.
Merel vliegt naar de kamer en ziet direct de envelop staan. Ze pakt hem en scheurt hem in één beweging open. De brief zelf scheurt per ongeluk mee, maar Merel kan het nog heel duidelijk lezen: ‘Hoi Merel! Met veel plezier willen we je uitnodigen mee te spelen in Donna Lisa – de musical. Zoals je weet, beginnen we met de repetities in de herfstvakantie. De eerste zal zijn op zaterdag 16 oktober. Dan hoor je precies wie je zult spelen. De andere dagen zijn… We verwachten je…’
Merel weet genoeg. Ze begint te gillen: ‘Joehoehoepie! Jippiejeeheeee!’
Joep komt overeind uit zijn mand, komt naar Merel toe en springt tegen haar op. Gaan we uit? lijken zijn bruine ogen te vragen. Merel pakt hem bij zijn voorpoten beet en samen doen ze een rondedansje.