Het begin was vijf jaar geleden, toen haar moeder na de scheiding in een ander huis ging wonen. Maar nu wonen ze alweer een paar jaar hier, met Lori en haar dochter April. April is vijftien en een handig ‘adviesbureau voor al uw pubervragen’, zoals ze zelf zegt. Merel woont een halve week bij haar moeder en een halve week bij haar vader.
Kijk, April komt er net weer aan. Ze heeft zich omgekleed en opnieuw opgemaakt.
‘Ga je straks weg?’ vraagt Merel.
‘Misschien.’
April ziet er altijd leuk en bijzonder uit, vinden Merel en Marijn. Ze is vaak zwaar opgemaakt, en combineert allerlei kledingstukken, laagje over laagje, van lang naar kort, rokje over legging, hoe warm het ook is, met kleuren, strepen en soms ook gaten in pijpen of mouwen, zoals nu. Merel wijst naar zo’n gat.
‘Hoort zo,’ zegt April. Ze laat zich naast Merel en Marijn in het gras zakken, pakt de Girlz! op en somt op van de cover: je ergste blunder, schoolstress, jongens zijn anders, de eerste puistjes, wie is jouw BFF?’
‘Zij!’ Merel en Marijn wijzen naar elkaar. Dan omhelst Merel haar vriendin, maar doet dat met zo’n vaart dat ze samen omrollen.
‘Jeetje, kun jij nooit iets gewoon doen?’ zucht April. ‘Maar wat is BFF?’ vraagt ze als de meiden weer overeind zitten.
‘Best Friend Forever!’ Het klinkt precies gelijk.
‘O ja, tuurlijk. Maar hoe kun je dat weten, dat forever?’
Marijn rolt met haar ogen en Merel wappert met haar handen. ‘Dat wéét je gewoon!’
‘Jullie zijn grappig,’ zegt April terwijl ze Merel en Marijn eens goed aankijkt. ‘De een is groot en lang, en de ander is klein en tenger.’
Merel en Marijn kijken elkaar aan. Is dat een compliment? Het is wel wáár, Marijn is een stuk kleiner dan Merel. Dan horen ze heel duidelijk Merels maag knorren. Ze lachen. ‘O, ik heb hónger!’ Ze springt op. ‘Ik ga wat lekkers snaaien.’
Ze komt terug met een paar stukken komkommer, maar haar hemdje bolt raar op: daaronder komt een halve zak drop vandaan. ‘Die waren nog over.’
‘Hoe is het mogelijk,’ zegt Marijn.
Ze verdelen de buit en ondertussen geeft April commentaar op het artikel over puistjes. ‘Je kunt beter…’ En er volgt een veel te lange spreekbeurt.
Merel brengt ondertussen haar gezicht dicht bij dat van April om die ene puist eens goed te bestuderen. ‘Ik weet niet hoor, of dat wel allemaal klopt wat je nu beweert,’ blaast ze in Aprils gezicht.
Die duwt haar van zich af. ‘Griezel! Wie is hier nou de ervaringsdeskundige! Wacht maar tot jullie je eerste puisten krijgen…’
‘Maar wij krijgen geen puistjes, hoor,’ zegt Merel troostend tegen Marijn.
‘Hoe weet je dat?’ vraagt Marijn.
Merel trekt een onnozel gezicht. ‘Dat wéét ik gewoon.’
‘Gaan we buiten eten?’ vraagt Merels moeder even later. ‘Willen jullie de tafel dekken?’
Met tegenzin staan ze op. In de keuken staat Lori. Merel hoort haar moeder net tegen haar zeggen: ‘Ja, sorry, we eten te laat, mijn schuld, mijn programma liep helemaal uit vanmiddag, maar ik moest éven zitten en een blik in de krant werpen om bij te komen.’