Home>>read Wei Zhi free online

Wei Zhi(31)

By:Wei Zhi


                Marijns vader werkt als technicus in het theater. Merel heeft geen flauw idee wat hij precies doet, maar het kan handig zijn. Ze slaan een andere straat in en lopen door naar het theater.

                Met een zelfverzekerde blik duwt Merel de grote deur open. Net als toen met haar vader geeft die mee. Ze laat Marijn voorgaan: ‘Mevrouw!’

                Merel werpt een blik op de vrouw achter de kassa en groet haar. Er staat nu niemand om de kaartjes te controleren, wat heel logisch is, en er is ook niemand om hen tegen te houden. Ze lopen de ruime hal in, waar een grote zwarte vloer zich voor hen uitstrekt. In die vloer is een grijs lijnenspel aangebracht, die je kunt volgen als je wilt. Dan kom je bijvoorbeeld bij de garderobe, of bij een van de balies waar je koffie en thee kunt kopen of bij de grote zaal. Merel gaat wel eens met haar moeder, Lori en April naar een voorstelling, ze kent de weg een beetje.

                ‘In welke zaal is het?’ vraagt Marijn.

                ‘Dat weet ik eigenlijk niet.’ Merel weet wel dat er drie zalen zijn, voor de andere twee moet je de trap hebben.

                Overal zijn mensen aan het werk om de ruimtes te versieren. Ook een jarig theater heeft recht op slingers. Merel vraagt op goed geluk aan een van hen: ‘In welke zaal is de talentenjacht morgenmiddag?’

                ‘Boven! De Torenzaal.’

                Dan loopt ze met Marijn achter zich aan de trap op. Boven kunnen ze zó doorlopen de zaal in. Het is er donker, Merels ogen moeten even aan het duister wennen. Ze horen geluiden uit de richting van het podium komen.

                ‘Kom mee!’ Merel trekt Marijn verder mee naar voren. Het is een soort gang waar ze doorlopen: links is de muur, maar rechts van hen is de aflopende tribune, en uiteindelijk komen ze voor in de zaal uit, waar de rij met stoelen het laagst is, op een meter of twee van het podium vandaan. Vol ontzag kijken Merel en Marijn in het rond. Op het podium zijn mensen bezig met de spots die in stellages boven het podium hangen en er wordt een zwarte vloer uitgerold.

                Merel knijpt Marijn in de arm. ‘Hier sta ik morgen!’ Ze kijkt naar boven, naar de oplopende rijen met stoelen. Hoeveel mensen kunnen in deze zaal? Heel veel, dat ziet ze wel. Haar onrustige buik, een beetje afgeleid door de drop, wordt er weer helemaal wakker door!

                Ze schrikt op als er iemand voor hen staat. De man in de zwarte kleren zegt: ‘Hé Marijn, Merel, wat doen jullie hier?’

                ‘Ha pap!’ Marijn kijkt opgelucht.

                ‘Gewoon even kijken,’ zegt Merel. ‘Ik doe morgen mee met de talentenjacht.’

                ‘O, dat is leuk! Wat ga je doen?’

                ‘Ik ben een clown, ik doe een circuslied.’

                Marijns vader kijkt om zich heen. ‘Kom maar mee, dan mogen jullie even op het podium kijken.’

                Wauw, dat is super! Apetrots loopt Merel achter Marijn en haar vader aan en via de zijkant beklimmen ze het podium.

                ‘Pas op de rommel,’ waarschuwt hij. ‘Voorzichtig over alles heen stappen.’

                Ze lopen naar het midden en Merel laat die enorme ruimte op zich afkomen. De lucht lijkt vol zenuwen, hoe meer ze ervan inademt, hoe onrustiger haar buik. Tjeetje…

                ‘Hoeveel mensen kunnen daar zitten?’ Merel wijst naar de tribune.

                ‘Zo’n honderdvijftig mensen.’

                ‘En wat zijn jullie aan het doen?’