Home>>read Wei Zhi free online

Wei Zhi(19)

By:Wei Zhi


                Achter haar gaat de keukendeur open. Het is haar vader, die Jeppe en Joost heeft opgehaald bij hun vriendje Tom. Ze kijken haar met grote ogen aan: ‘Merel, wat doe je?’

                ‘Boos zijn!’ gromt Merel.

                ‘Waarom?’ komt het uit drie monden.

                Merel kijkt haar vader aan. ‘Ik ben me vergeten op te geven voor de talentenjacht, het moest vóór 8 september.’

                ‘Ach…’ zegt hij. ‘Dat was gisteren.’

                Hm, is dat alles wat hij kan zeggen? De jongens trekken intussen aan haar armen: ‘Ga je mee voetballen?’ En dan kijken ze Merels vader aan: ‘Mag het nog, voor het eten?’

                ‘Jawel, ik moet nog beginnen met koken,’ zegt Merels vader.

                O, wat heeft ze de smoor in! Is nu alles voor niets geweest? Er prikt iets achter haar oogleden. Die traan van vanmiddag lijkt weer door te willen breken. Gauw neemt ze Jeppe en Joost mee naar buiten. Dat is het prettige aan kleine broertjes: ze kan zich lekker uitleven als ze een paar straten verderop op het veldje naast het speeltuintje aan het voetballen zijn. En ze kan er best wat van, vindt ze zelf. Jeppe en Joost zijn sinds kort F’jes bij Blauw-Geel: kleine, maar goeie voetballertjes in de dop.

                Merel ziet hem al van ver aankomen: Rob uit haar klas. Let op, die gaat er wat van zeggen, de uitslover, en dan gaat hij ook zeggen dat ze het niet goed doet. Puh, zij zat ook een seizoen bij Blauw-Geel!

                ‘Hé, Merel,’ schalt hij over het groene gras, ‘ben je aan het voetballen?’

                ‘Nee,’ snauwt ze, ‘ik ben aan het zwemmen.’

                ‘Hè?’ Jeppe kijkt verward van Merel naar de gracht, die ze van hier nog net kunnen zien, de gracht die maakt dat Jeppe en Joost nog steeds niet alleen buiten mogen spelen zolang ze hun A-diploma nog niet hebben.

                Merel geeft een knal tegen de bal en de jongens rennen er allebei achteraan.

                ‘Voet meer uitdraaien,’ zegt Rob, ‘dan gaat-ie harder, wedden?’

                ‘Ik hoef niet harder,’ zegt ze. En zoals altijd wanneer ze geïrriteerd wordt, begint het binnen al een beetje te waaien.

                ‘Doe je dat vaker, voetballen?’ vraagt Rob.

                ‘Ja, ik pas vaker op mijn broertjes,’ antwoordt Merel.

                Joost was het eerst bij de bal en schiet hem terug. Rob springt op het laatste moment op en haalt hem voor Merels voet vandaan.

                ‘Wedstrijdje!’ juichen de jongens. ‘Twee tegen twee!’

                Rob kijkt Merel aan. Oké, ze zal hem een poepie laten ruiken. Het wordt Rob en Joost tegen Jeppe en Merel, met bultjes jassen als doelpalen. Merel zet haar beste beentje voor, maar ja, Rob is nu eenmaal een échte voetballer. Hij schiet loepzuiver en knalt ze aldoor precies tussen de jassen door met een vreselijk irritante grijns op zijn smoel! Dat doet de wind aanwakkeren, voelt ze. En ze zegt: ‘Geef dat knulletje ook een kans, lummel!’

                Nu speelt Rob keurig aan op Joost en knalt die kleine etter hem erin. Er is storm op komst, voelt Merel nu heel duidelijk.

                ‘Kom op, Jeppe!’ hitst ze zichzelf op.

                Die geeft terug: ‘Kom op, Merel!’

                Dan ziet Merel haar kans schoon. Met een aanloop en een keurig uitgedraaide voet schiet ze de bal weg van hun eigen doel. Mooie redding! Veilig ver weg!