Home>>read Wei Zhi free online

Wei Zhi(16)

By:Wei Zhi


                Als het water is opgedweild is, zegt Merel: ‘Hé, ik heb ineens zin om te verven.’

                Merels moeder kijkt op: ‘Leuk, Merel! Dat heb je een tijd niet gedaan. Dit is zo afgelopen, dan kom ik bij je zitten.’ Dat doen ze vaker samen, verven of knutselen, maar voor Merel goed en wel bezig is, heeft ze al niet veel zin meer.

                ‘Spelletje doen, mam?’ vraagt ze.

                Die zucht. ‘Jammer! Nou, goed, maar eerst opruimen!’

                Ook het spelletje houdt ze na een kwartier voor gezien. ‘Ik heb geen zin meer. Zullen we stoppen?’

                Haar moeder vraagt als ze de pionnetjes in de doos schuiven: ‘Zeg Merel, waar is eigenlijk dat nieuwe T-shirt gebleven, met die streepjes? Dat heb ik al een tijd niet gezien.’

                Dat is het shirt dat verbrand is! Was dat nieuw? Merel doet of ze diep nadenkt. ‘Ligt hij niet in de kast? Ik ga wel even kijken.’

                Ze holt naar boven – en weer terug. ‘Hij is waarschijnlijk bij papa in de was gegaan!’

                Daarna probeert Merel toch nog een keer de tv, maar het is eigenlijk veel gezelliger om wat te kletsen. April denkt daar nu anders over. Die zet het geluid harder en snauwt: ‘Mens! Ga wat doen!’

                O ja! Ze zou voor de talentenjacht gaan oefenen. Merel rent de kamer door om naar boven te gaan, maar halverwege de trap rent ze weer terug, om in een snelle beweging haar tas mee te grissen. ‘Ik ben boven, hoor!’ zegt ze.

                Ze hoort het haar moeder nog net zeggen voor ze de kamer uit is: ‘Het is weer windkracht Merel.’





Zielig


                In de week erop oefent Merel elke dag haar dansje, maar ze twijfelt of het wel leuk genoeg is. Daarom probeert ze ook andere acts. Een week lang verzint ze het een na het ander. Ze moet zich nog opgeven, maar met wat?

                Bij haar vader heeft ze meer ruimte om te oefenen dan bij haar moeder. Ze is die donderdagmiddag op haar kamer bij haar vader bezig als ze midden in een beweging bevriest, zomaar van het ene moment op het andere.

                ‘Het is niet leuk!’ Ze zegt het hardop. ‘Het is gewoon niet goed! Dat wordt niets zo, ik kan niet iets bedenken waarmee ik de eerste prijs kan krijgen…’ Ze voelt hoe haar oog zich vult met een heuse traan. ‘En eigenlijk wil ik ook nog dat het grappig is…’

                Ze loopt naar de spiegel boven de wasbak en kijkt naar haar spiegelbeeld. Daar staat een meisje in een rood T-shirt, met lange bruine haren die zoals gewoonlijk voor de helft uit haar paardenstaart zijn ontsnapt. Ze heeft mooie witte tanden, die allemaal een beetje los van elkaar staan, en bruine ogen. Normaal lacht haar mond en glimmen haar ogen, maar nu… Merel knippert, maar kan niet voorkomen dat de traan zachtjes naar beneden glijdt. O! En nog één. Ah, ze is echt zielig! Hoe moet het nou verder?

                Merel zucht. Nog even blijft ze staan wachten of er meer tranen komen. Niet? Ook goed, je schiet er niks mee op. Dan ziet ze hoe de spiegelbeeld-Merel haar schouders recht trekt. De talentenjacht opgeven? Dat nooit!

                Ze heeft nog steeds haar jongleerspullen niet gevonden. Dat wil zeggen, ze heeft op beide kamers gezocht en het er verder bij laten zitten. Maar ze moeten toch ergens zijn. Weet je wat… die gaat ze nú zoeken. Voor de zekerheid kijkt ze nóg een keer in de schuur. Zelfs die is overzichtelijk, in haar vaders huis is Merels kamer de enige plek met rommel. Het levert stress genoeg op dat zo te houden! Merel moet er niet aan denken, een opgeruimde kamer. Maar in haar vaders schuur liggen geen ballen, diabolo of kegels. Dus fietst Merel die donderdagmiddag naar haar andere huis. Driftig rommelt ze tussen de zooi waar de schuur mee is volgestouwd. Ja, hè hè, eindelijk! Helemaal achteraan op de bovenste plank van de kast die helemaal vol potten, vazen, tuingereedschap, verf, oude doeken en lege schoenendozen staat. Merel grinnikt. Nu weet ze ook weer waarom ze ze zo ver weg had gestopt. Ze had zó genoeg van de circusschool en ze mocht niet eerder stoppen van haar vader dan aan het einde van het schooljaar. En toen heeft ze ze heel goed opgeborgen.