Home>>read Wei Zhi free online

Wei Zhi(13)

By:Wei Zhi


                Maar ook daar zijn ze niet. ‘Nou, ik heb nu geen zin om naar mijn moeder te gaan. Ik zoek dit weekend wel.’

                Ze lopen naar de keuken waar Merel limonade inschenkt. ‘Dus!’ besluit ze ineens opgewekt. ‘Ik ga wel dansen. Doe je echt niet mee? Gaan we samen een dansje maken!’

                Marijn drinkt in één keer haar glas leeg. ‘Nee hoor, ik kom je wel aanmoedigen.’

                Dat is ook belangrijk, denkt Merel, steun van je omgeving. ‘En jij komt ook, hè pap?’ zegt ze tegen haar vader, die op donderdag altijd vrij is en op dat moment net de keuken binnenkomt met de boodschappen. Hij zet het krat op het aanrecht en kijkt Merel aan.

                ‘Wat? Waar?’

                ‘Als ik mee ga doen met de talentenwedstrijd!’

                ‘Tuurlijk kom ik dan kijken! Ik heb er nu al zin in!’ Hij strijkt Merel over haar hoofd. ‘Mijn talentvolle dochter,’ voegt hij er glimlachend aan toe.





Windkracht Merel


                Vrijdagmiddag uit school spreekt Merel met niemand af, ook al vragen Marijn en Janieke allebei of ze komt spelen. Nee, ze wil oefenen!

                Onderweg van school naar het grachtenhuis van haar vader loopt ze de supermarkt binnen om een zak drop te kopen. Ze aarzelt als ze haar hand uitsteekt. Welke zal ze kiezen? Muntdrop? Engelse drop? Ook lekker… Nee, ze heeft zin in zoute drop, ze voelt het in haar buik.

                Thuis op haar kamer schuift ze het kleed en de stoel weer aan de kant, propt haar mond vol drop en zet de muziek lekker hard aan. Het raam doet ze dicht vanwege de buren die in de tuin zitten.

                ‘Goed van jou, Merel, dat je daaraan denkt!’ zegt ze met volle mond tegen zichzelf omdat er niemand anders is die dat kan zeggen. Pas nu ziet Merel dat recht onder haar raam Tjarda op een luie stoel ligt te lezen – de vrijdag is háár vrije dag. Ze doet het raam weer open en buigt voorover. Heel duidelijk ziet ze Tjarda’s dikke buik. Een moment blijft Merel ernaar kijken. In die buik groeit haar halfzusje of –broertje, ze weten nog niet wat het wordt. Ze vindt het zo’n gek idee! Haar eigen vader is de vader, Tjarda is natuurlijk de moeder, Jeppe en Joost zijn dan halfbroertjes van de baby – en Bram en zij ook, maar dan anders. Eh… zij is een halfzusje natuurlijk. Gek en raar, en om je te schamen dat je vader straks achter een kinderwagen gaat lopen! En aan hen is niets gevraagd. Ineens was er de mededeling: ‘Jullie krijgen een broertje of zusje!’ Haar vader was van haar en van Bram, die wilde ze helemaal niet delen met zo’n huilebalk. Want dat werd het natuurlijk!

                Ze weet het nog goed. Ze waren met zijn drieën naar de film geweest en na afloop naar McDonald’s gegaan. Dat had hen al moeten waarschuwen, hun vader ging nooit met hen naar de McDonald’s. Bram was woedend: ‘Als je denkt dat we nu staan te juichen en te klappen, heb je het goed mis. Pure omkoperij! Eerst slijmen en dan een slechtnieuwsgesprek.’

                Ja, Bram kan later zó de politiek in, zoals haar vader altijd zegt. Die praat in onbegrijpelijke taal. Alleen moet hij zijn emoties dan nog wat in de hand leren houden.

                ‘Maar Bram!’ had haar vader zich verdedigd. ‘Het is goed nieuws!’

                ‘Voor jou misschien,’ had Bram gemompeld.

                Merel was alleen maar onder de indruk: van Brams woede en van haar vaders teleurgestelde gezicht, en ja, ook wel van het nieuws zelf, natuurlijk. Maar langzamerhand is ze gewend geraakt aan het idee: in december wordt de baby geboren.

                ‘Joehoe! Tjarda!’ zwaait ze.

                Er komt een verschrikte kreet terug: ‘Niet zo ver uit het raam hangen!’ Als Merel een stap naar achteren doet, steekt Tjarda haar duim op en ze zwaait vrolijk. Dan gaat het raam voor de tweede keer dicht.