‘Ze was geweldig,’ zei ze met een vurig enthousiasme dat ze altijd over zich leek te hebben. Het plastic naamplaatje dat boven haar perfecte linkertiet was vastgespeld gaf aan dat ze Heather heette, en het toeval leek een voorbode van… Nou ja, van iets. Nu was Heather natuurlijk ook wel een vrij populaire naam. ‘Harde werker, heel betrouwbaar. Was altijd bereid om op het laatste moment in te vallen en is zelfs wel eens achter de bar gesprongen toen de barman niet op kwam dagen. Onze bazen hebben ongetwijfeld geprobeerd om haar te houden.’
‘Waarom nam ze ontslag?’
‘Nou, ze moest gewoon opnieuw beginnen. Na het vuur en zo…’ Zelfs terwijl ze oprecht verdriet uitdrukte, bleef deze Heather een soort onverwoestbaar enthousiasme houden, alsof haar schoonheid, haar mooie jonge ledematen haar een constant jubelend plezier in zichzelf gaf. Infante stelde zich voor hoe het zou zijn om die ledematen om zich heen te draperen, een beetje van dat zonnige zelfbeeld over te nemen.
‘En deze vrouw dan?’ Hij trok de foto van de zogenaamde Heather tevoorschijn. ‘Ziet zij er bekend uit? Heb je Penelope ooit samen gezien met iemand die op haar lijkt?’
‘Nee. Maar op zich heb ik Penelope nooit echt met iemand samen gezien, zelfs bijna nooit met haar vriend. Ze had het wel over hem en ik herinner me dat hij een keertje langskwam, maar dat was alles.’ Ze trok haar neus op. ‘Oudere man, nogal een viezerik. Hij zei wat dingen tegen me, maar dat heb ik Penelope niet verteld; het was vooral kroegpraat.’
‘Heeft ze verteld waar ze naartoe ging toen ze vertrok?’
‘Nee, niet aan mij. Ze heeft haar baan opgezegd en we hebben nog een klein feestje voor haar gegeven aan het einde van haar laatste dienst. Met taart en al. Maar weet je, ze was nogal op zichzelf. Ik denk…’ Ze aarzelde, ontroerend oprecht in haar verlangen om niet te roddelen, waardoor Infante haar des te leuker vond. Er waren zoveel mensen die bij een verhoor de gelegenheid aangrepen om in naam van hun burgerplicht eens lekker andermans naam door het slijk te halen en vrijwillig allerlei overtollige en schadelijke informatie gaven.
‘Denk je dat ze op zichzelf was vanwege haar thuissituatie?’
Een energieke, opgeluchte knik. God, wat wilde hij haar graag naaien. Het zou net zoiets zijn als… als ergens op het strand liggen, maar dan met het zachtst mogelijke zand dat hij zich kon voorstellen, warm en troostend en allesbehalve ruw. Het meisje had niets zuurs over zich, geen beschadigingen. Waarschijnlijk waren haar ouders nog getrouwd en zelfs nog verliefd. Ze volgde haar opleiding met gemak en was even populair bij mannen als vrouwen. Hij stelde zich voor hoe er vogeltjes op haar schouders gingen zitten alsof ze een of andere Disney-prinses was.
‘Ze kwam een keer binnen met een blauwe pek op haar gezicht. En ik keek alleen, maar toen raakte ze al overstuur. “Je hebt geen idee wat er allemaal aan de hand is,” zei ze. En ik zei tegen haar: “Je hebt nooit iets gezegd, Penelope, maar als er iets is wat ik voor je kan doen…” En toen zei ze weer: “Nee, nee, nee, Heather, je begrijpt het niet, het is niet wat je denkt. Het was maar een ongeluk.” En toen, toen…’ het meisje slikte, wat nerveus. Infante moest moeite doen om zich op haar woorden te richten terwijl hij probeerde te bedenken hoe hij haar zover zou kunnen krijgen om met hem mee te gaan naar zijn huurauto en hem te bespringen. ‘Ze zei: “Maak je geen zorgen, het zal het allemaal waard zijn. Uiteindelijk win ik.” Dat was rond Thanksgiving.’
‘Wat bedoelde ze daarmee?’
‘Dat weet ik niet echt. We hebben het er nooit meer over gehad. Heb ik dat niet goed gedaan? Had ik beter iemand kunnen bellen om te proberen hulp voor haar te zoeken? Ze was tenslotte een volwassen vrouw, ouder dan ik. Ik wist niet hoe ik haar kon helpen.’
‘Je hebt het prima gedaan,’ zei Infante, die de gelegenheid aangreep om haar geruststellend op haar onderarm te kloppen. Het moment duurde lang, maar niet op een ongemakkelijke manier.
‘Kan ik iets voor je doen? Eten, iets te drinken?’ Haar stem was iets lager, een beetje hees.
‘Kan ik beter niet doen. Ik moet over een uur al terug naar het vliegveld voor mijn vlucht naar Baltimore.’
Hij zag dat ze een blik op zijn linkerhand wierp. ‘Er gaan genoeg vluchten vanuit Jacksonville. Je zou waarschijnlijk ook wel morgenvroeg kunnen gaan, dat zou vast niet zo heel veel verschil uitmaken. Dan ben je toch wel om negen uur thuis, 's avonds wordt alleen 's ochtends. Wat maakt het uit?’
‘Ik ben al uitgecheckt bij mijn motel.’
‘Ach ja, maar er valt vast nog wel iets te regelen. De mensen hier zijn heel vriendelijk. En het is leuk op St.-Simon's. Ik durf te wedden dat je er nog maar nauwelijks iets van hebt gezien.’