Home>>read Wat de doden weten free online

Wat de doden weten(93)

By:Laura Lippman


‘Hier’ was nu iets wat een Kid-Go-Round heette, een winkel die blijkbaar voor kinderen was die chique kleren nodig hadden voor bruiloften en dergelijke. Bij de volgende deur zat een winkel die Touch of the Past heette, wat Kay eng vond klinken tot ze erachter kwam dat ze Negro League-spullen verkochten, dure vesten van teams zoals de Homestead Grays en de Atlanta Black Crackers.

‘Meneer Pincharelli?’ vroeg Kay.

‘De muziekleraar op Rock Glen Junior High. Sunny is een poosje smoorverliefd op hem geweest.’

Heather bleef gefascineerd staan, lichtjes wiegend en neuriënd zoals ze in de auto had gedaan, haar armen om zich heen geslagen alsof ze het koud had. ‘Moet je die jurkjes nou eens zien,’ zei ze. ‘Bloemenmeisjes, jonkertjes. Heb jij zo'N soort bruiloft gehad?’

‘Niet bepaald,’ zei Kay, glimlachend bij de herinnering. ‘We zijn buiten getrouwd, in de achtertuin van een vriend van ons die een huis aan de Severn heeft, en ik had bloemen in mijn haar. Het waren de jaren tachtig,’ voegde ze er verdedigend aan toe. ‘En ik was amper drieëntwintig.’

‘Ik ga in ieder geval nooit trouwen, echt niet.’ Er sprak geen spijt of zelfmedelijden uit Heathers toon, ze vertelde gewoon hoe het was.

‘Nou, dan hoef je in ieder geval nooit te scheiden,’ zei Kay.

‘Mijn ouders zijn gescheiden, toch? Ik had het niet meteen door. Ze zijn uit elkaar gegaan. Denk je dat het mijn schuld was?’

‘Jouw schuld?’

‘Nou ja, niet mijn schuld natuurlijk. Maar een consequentie van wat er… was gebeurd. Denk je dat ze door hun verdriet uit elkaar zijn gegroeid?’

‘Ik geloof,’ zei Kay, die haar woorden zo zorgvuldig mogelijk koos, ‘dat verdriet en tragedies vergroten wat er al is, dat ze laten zien welke barstjes er al zaten. Sterke huwelijken worden sterker. Zwakke huwelijken lijden eronder en mijn ervaring is dat die het vaak niet redden zonder hulp.’

‘Zeg je nu dat mijn ouders ervoor eigenlijk al geen goed huwelijk hadden?’ Haar toon was fel, het soort dat rechtstreeks van het schoolplein kwam, de instinctieve verdediging tegen een geïmpliceerde belediging van je ouders.

‘Ik zou het niet weten. Ik kan het niet weten. Ik zeg alleen maar hoe het in het algemeen gaat, Heather.’

Alweer die glimlach, de beloning voor het noemen van haar naam, voor het feit dat ze in haar geloofde, misschien nog wel meer dan Gloria, wiens toewijding per uur moest worden betaald. ‘Ik dacht dat iedereen dood was. Ik ging er gewoon vanuit dat iedereen dood was. Behalve ik.’

Kay richtte haar ogen op de snoezige rokjes in de etalages, het soort hartverwarmende meisjeskleding dat haar Grace nooit had willen dragen. Ik ging er gewoon vanuit dat iedereen dood was. Als dat zo was dan zou het veel gemakkelijker zijn om haar leugen voort te zetten. Maar zou iemand zo'n leugen vertellen, alleen maar om onder de aanklacht van het autoongeluk uit te komen? Als dat het geval was, dan wist ze nu dat alles goed zou komen met het jongetje. Kon ze haar verhaal dan niet gewoon terugnemen? Ze was zo geloofwaardig, maar toch was het feit dat Kay er op die manier over dacht misschien wel het bewijs van hoe berekend het allemaal was.

Als ze recht voor zich uit staarde, kon Kay Heathers spiegelbeeld zien in het glazen raam van waar de orgelwinkel ooit had gezeten. Er stroomden tranen over haar gezicht en ze trilde zo hard dat haar tanden, haar perfecte ongeschonden tanden onbeheersbaar op elkaar klapperden.

‘Hier is het begonnen,’ zei ze. ‘In zekere zin begon het allemaal hier.’





31





Het zakelijke district van St.-Simon, de ‘village’ zoals een aantal buurtbewoners zeiden die Kevin de weg wezen, had kraak noch smaak. De belangrijkste straat was bezaaid met dure winkels, het soort dat zich specialiseerde in het verkopen van nutteloze dingen voor mensen die winkelden in een reflex, als vermaak. Het was niet het soort dure merkwinkels zoals je zag in de Hamptons, waar Kevin als tiener had bijverdiend als tuinier, maar het was al een behoorlijke stap voorwaarts vergeleken met Brunswick. Hij begreep nu waarom Penelope Jackson op het vasteland had gewoond, hoe onbereikbaar de huizenmarkt hier was voor de mensen die ijsjes schepten, biertjes inschonken en de roze en groene jurken verkochten die de etalages leken te domineren.

Hij had zijn bezoek aan Mullet Bay gepland na de middagspits, maar voordat het druk werd rond het etenstijd. Het bar-restaurant was een typisch resort, een nieuwe variant op de Amerikaanse Droom, de versie van Jimmy Buffet: papegaaien, tropische drankjes, zorgeloze sfeer. Het was lastig hier een vrouw van tegen de veertig te plaatsen in een tent voor zo'N jong publiek waar de bediening, mannelijk én vrouwelijk, poloshirtjes en korte broekjes droegen. Maar de manager, een meisje met honingbruine ogen en een stralende huid, verhelderde dat Penelope een van de koks was.