Toch baarde het haar zorgen dat ze er heel even over na had gedacht om naar het openbare zwemgebied te gaan. Ze was hier nu echt thuis. Als ze niet uitkeek dan zou ze binnenkort meedoen aan de locale klaagzang van ‘je had hier moeten wonen toen er nog…’, het eindeloze gejammer over hoe hip, hoe gelukkig en hoe welvarend iedereen ooit in Austin was. En dan was er nog het ophalen van welke zaakjes er allemaal hadden gezeten, de Armadillo, de Liberty Lunch. Kijk toch eens naar Guadalupe Street, en de Drag, waar ze vandaag geen parkeerplek kon vinden. Ze moest de yoghurt laten zitten en verdergaan naar haar afspraak.
Er ging een rilling door haar heen en ze ging haar gedachten na om uit te vinden waardoor ze zich zo onrustig voelde. Parkeerplaats – Austin – Barton Springs – het meer… Vorige herfst was er een moord gepleegd bij het meer. Er waren twee meisjes gevonden op een bouwterrein waar een duur nieuw huis werd gebouwd. Twee meisjes, geen zusjes, maar de vorm van de misdaad had wel haar aandacht getrokken, en voorzover kon worden nagegaan geen motief. Miriam, die meer dan anderen was getraind in tussen de regels van krantenberichten door lezen, begreep dat de politie eigenlijk helemaal niets had, maar haar vrienden hadden uit de harde feiten allerlei soorten vreemde samenzweringen afgeleid. Getraind door de televisie bleven ze maar verwachten dat de zaak in een verháál zou veranderen, iets verklaarbaars en – hoewel haar oprechte vrienden uit Austin zo'n woord nooit zouden gebruiken – in iets voldoenends. Geobsedeerd als ze waren door hoe Austin veranderde, of muteerde zoals de oudste bewoners zeiden, of groeide en bloeide zoals de nieuwelingen meenden die net hun fortuin in de uitdijende staat hadden gestoken, meenden de bewoners van Austin dat de moorden op een of andere manier konden worden verklaard door het fenomeen groei. De meisjes kwamen uit de stad en waren een soort biker chicks, uit families die in de omgeving hadden gewoond voordat het er populair was geworden. Volgens de nieuwsberichten hadden ze een grot in de buurt van Lake Travis gebruikt om in te feesten met hun vrienden en hadden ze het feit dat er een huis werd gebouwd niet als reden gezien om ermee op te houden. Het leek Miriam dat de meisjes waarschijnlijk waren omgebracht door hun eigen twijfelachtige kennissen, maar de politie had de eigenaar van het terrein en de bouwvakkers die er werkten verhoord.
Door zich te richten op het oude en het nieuwe, vooruitgang en hoe het nu was, realiseerden Miriams vrienden uit Austin niet dat ze eigenlijk hun eigen aandeel in de tragedie naar voren schoven, dat ze probeerden een geïsoleerde verschrikking te veranderen in iets waar ze zich, met een gruwelijk woord, mee konden identificeren. En dat was natuurlijk juist het enige wat echt niet kon, niet in het liberale Austin. Austin was zo zoet, betrouwbaar liberaal dat Miriam zich begon af te vragen of ze niet eens moest tonen hoe liberaal zij eigenlijk was.
Neem nu de doodstraf, die sinds vorig jaar weer was ingesteld in Texas. Er was volop discussie tussen haar collega's en haar buren over hoe beschamend dit was, hoe afschuwelijk gebrand Texas erop was om mensen ter dood te brengen nu Utah daarmee was begonnen, hoewel er daar nog maar één iemand ter dood was gebracht. Miriam deed nooit mee aan deze gesprekken, omdat ze bang was dat ze er zelf ineens voor zou gaan pleiten, waardoor ze haar troef van persoonlijke ervaring in wel eens zou kunnen inzetten, iets wat ze absoluut niet op tafel wilde gooien. Sinds haar aankomst in Texas, zes jaar geleden, had ze de luxe gehad dat ze niet langer de getergde moeder was, arme verdrietige Miriam Bethany. Sterker nog, ze was niet langer Miriam Bethany. Ze ging nu door het leven als Miriam Toles, haar meisjesnaam. Zelfs al zou iemand afweten van de meisjes Bethany – als hun namen al voorbij zouden komen in de eindeloze speculaties over de dubbele moord bij Lake Travis – dan zou niemand het verband leggen. Ze had zelfs af zitten geven op haar tijd in Baltimore. Slecht huwelijk, dat werkte allemaal niet; goddank geen kinderen; oorspronkelijk uit Ottawa; vind het klimaat hier veel aangenamer. Dat was wat mensen van haar wisten.
Er waren momenten geweest van door alcohol ingegeven vriendschap, meestal 's avonds laat, waarop Miriam met het idee speelde om iemand in vertrouwen te nemen. Nooit een man, want hoewel het Miriam opvallend gemakkelijk afging om mannen te vinden en met ze te slapen, wilde ze onder geen beding een vriend, en dat soort vertrouwelijkheid zou een man aanmoedigen om haar serieus te nemen. Maar ze had ook vriendinnen gemaakt, onder wie Beth, die steeds meer van haar eigen geheimen onthulde. Ze was een student antropologie van zevenendertig. Austin stond bol van de mensen die vastbesloten leken te zijn om hun leven als student te vullen en het was dan ook al laat geweest, na afloop van een feestje, toen ze Miriam had gehouden aan haar aanbod om gebruik te maken van het bad in de achtertuin. Terwijl ze een fles wijn wegwerkten, begon ze over een afgelegen dorpje in Belize waar ze zeven jaar had gewoond. ‘Het was er heel surreëel,’ zei ze. ‘Sinds ik daar heb gewoond weet ik niet zo zeker meer of magisch realisme iets is wat alleen in literatuur voorkomt. Ik geloof dat die lui gewoon de waarheid opschrijven.’ Ze hintte naar verkrachting, heel vaag, maar door alle persoonlijk voornaamwoorden die ze door elkaar gebruikten was het onmogelijk uit te maken of Beth het slachtoffer was geweest of een omstander die niet had kunnen optreden. Miriam en zij hadden rond het vuur van hun respectievelijke verledens gedanst en prachtige schaduwen gevormd om de ander de kans te geven om iedere mogelijke conclusie te trekken die ze maar wilde. Maar ze waren nooit meer zo persoonlijk geworden, tot Miriams grote opluchting, en wellicht ook die van Beth. Eigenlijk hadden ze elkaar daarna nauwelijks meer gesproken.