Antwoordapparaten waren iets nieuws, een technologie die was opgebloeid nadat AT&T instortte en nu kocht ineens iedereen er een, om flauwe berichtjes in te spreken, parodieën op te voeren en soms zelfs liedjes in te zingen. Eigenlijk waren de Verenigde Staten een verschrikkelijk eenzame plek, waar iedereen zich bezorgd maakte dat een enkel gemist telefoontje je lot kon veranderen. Normaal gesproken zou Dave het zo lang mogelijk uitstellen om een gadget zoals deze aan te schaffen, als hij er al een kocht. Maar er was altijd de kans dat er iemand zou bellen en nooit meer terug zou bellen. En dan waren er nog de telefoontjes die je liever niet aan wilde nemen. Dankzij dit apparaat kon je eerst luisteren wie het was en dan zelf bepalen of je met de persoon in kwestie wilde praten. Dave had nog niet helemaal begrepen welke etiquette hierbij kwam kijken – als je eenmaal aan iemand had onthuld dat je had meegeluisterd terwijl het bericht werd ingesproken, kon je het dan ooit nog maken om dat nog eens te doen? Of deed je gewoon alsof je er niet was? Misschien was het beter om nooit op te nemen. Het had hem bijna drie uur gekost om zijn welkomstboodschap te verzinnen. ‘Dit is Dave Bethany en ik ben op dit moment niet thuis…’ Dat was niet noodzakelijk waar, en hij hield niet van liegen, zelfs niet tegen vreemdelingen, en hij wilde al helemaal geen inbrekers aanmoedigen. ‘U hebt de familie Bethany bereikt…’ Maar er was geen familie Bethany meer, slechts één vrijgezelle Bethany in een steeds meer verwaarloosd huis waar niets kapot was, maar ook niets echt werkte zoals het hoorde. ‘Dit is Dave, laat je bericht achter na de piep.’ Niet echt origineel, maar de klus was geklaard.
De PhoneMate stond zo ingesteld dat hij na vier keer rinkelen aansloeg en Dave, nog versuft van de droomloze slaap die hij inmiddels als een zege beschouwde, tastte blind om zich heen en greep de hoorn. In de fractie van een seconde waarin hij hem naar zijn oor bracht, herinnerde hij zich de datum, de reden waarom hij de moeite had genomen om zijn PhoneMate te kopen. Te laat.
‘Ik weet waar ze zijn,’ sprak een mannenstem, raspend en iel.
‘Donder op.’ Dave ramde de hoorn op de haak.
Deze telefoontjes waren vier jaar geleden begonnen en waren altijd hetzelfde, althans, in de manier waarop ze werden geformuleerd. De stem varieerde van jaar tot jaar, en Dave had uitgedokterd dat de jaarlijkse beller last moest hebben van hooikoorts, waardoor zijn stemgeluid werd beïnvloed. Klonk de obscene beller dit jaar hees? Het was al vroeg lente dit jaar, gezien de pollen in de lucht. Deze man was zijn persoonlijke groundhog. Zijn telefoonmaatje.
Plichtsgetrouw noteerde Dave de datum, het tijdstip en de inhoud van het telefoontje op het notitieblokje dat hij bij de telefoon bewaarde. Rechercheur Willoughby zei dat hij alles moest melden, ook bellers die meteen ophingen, maar ook al hield Dave ieder telefoontje bij, hij nam Willoughby nooit in vertrouwen over dit specifieke lenteritueel. 'We moeten vaststellen wat er belangrijk is,’ had Willoughby hem de laatste acht jaar al tig keer verteld, maar zo kon Dave niet leven. Hij moest onderscheid kunnen maken, al was het maar om zijn eigen geestelijke gezondheid. Hoop was iets onmogelijks om mee te leven, had hij ontdekt. Het was een veeleisende en agressieve metgezel. Emily Dickinson had het over ‘dat ding met veren’ gehad, maar haar hoop was klein en bevallig, een vriendelijke aanwezigheid die in haar ribbenkast zat. De hoop die Dave Bethany kende had ook veren, maar het was meer een soort griffioen met geknepen ogen en scherpe vlerken. Klauwen, corrigeerde hij zichzelf. Een griffioen heeft het hoofd van een adelaar, maar het lijf van een leeuw. Dave Bethany's versie van hoop zat boven op zijn borst en werkte zijn klauwen erin en eruit, het vlezige oppervlak van zijn hart doorborend.
Hij hoefde er eigenlijk pas over zeker een uur uit, maar het had geen zin om zich nog een keer om te draaien en nog eens te proberen de slaap te vatten. Hij stond op, schuifelde naar buiten om de krant te pakken en zette water op voor zijn koffie. Dave had er altijd op gestaan dat ze een Chemex bleven gebruiken om koffie te zetten, hoezeer Miriam ook bleef pleiten voor een elektrisch apparaat dat een rage was geworden vanaf het moment waarop Joe DiMaggio hem had gelanceerd. Nu gingen door voeding geobsedeerde mensen, een decadent slag volgens Dave, weer terug naar de oude manier van koffiezetten, ook al maalden ze tegenwoordig hun bonen in kleine ronde apparaatjes die met veel omhaal ronddraaiden, als overdreven grote dildo's voor de delicatessenfetisjist. Zie je nou, zei hij tegen zijn onzichtbare tafelgenoot, terwijl hij het stomende water over het maalsel schonk. Ik zei toch dat alles uiteindelijk weer terugkomt.
Hij was nooit opgehouden met de gewoonte om tijdens het ontbijt tegen Miriam te praten. Hij was er zelfs meer van gaan genieten sinds ze weg was, want hij werd niet meer tegengesproken, geplaagd of in twijfel getrokken. Hij vertelde en Miriam beaamde stilletjes alles wat hij zei. Hij kon zich geen bevredigendere regeling voorstellen.