Nog niet,’ gaf ze toe, en dat gaf hem een tinteling van genoegen, hoe zielig dat ook was. Ik dacht lekker aan een dossier waar jij niet aan dacht.
‘Waar ligt Brunswick eigenlijk? Hoe kom je daar?’
‘Brigadier heeft een vlucht van zeven uur voor je geboekt naar het Zuidwesten, richting Jacksonville. Brunswick ligt op ongeveer een uur rijden naar het noorden. Penelope Jackson heeft daar in een restaurant gewerkt, Mullet Bay, in een of ander resort dat St.-Simon's Island heette, maar ze heeft ongeveer een maand geleden haar ontslag genomen. Misschien woont ze daar nog steeds wel in de buurt, hoewel niet meer op hetzelfde adres.’
Of misschien was ze wel in Baltimore om iedereen op een vuile manier op te lichten.
22
‘Weet je zeker dat je het alleen red?’
‘Tuurlijk,’ zei ze. Ga, ga alsjeblieft, ga nou, dacht ze. ‘Ik kan ook wel op Seth passen als hij geen zin heeft om mee te gaan.’
‘Top,’ begon de jongen, nog voor Kay had kunnen zeggen: ‘Nee, nee, ik pieker er niet over om dat van je te vragen.’
Om dat risico te nemen, bedoel je. Maar dat geeft niet, Kay. Ik zou ook geen kinderen aan mij toevertrouwen. Ik bood het alleen maar aan zodat je me niet verdacht zou vinden.
‘Is het trouwens goed als ik in jouw huis ga zitten om televisie te kijken?’
Ze merkte dat Kay haar liever niet zoveel gastvrijheid wilde aanbieden. Ze vertrouwde haar niet en dat was terecht, ook al kon ze dat niet weten. Heel even was ze in tweestrijd, maar Kays gevoel voor rechtvaardigheid won het uiteindelijk. O, ze was dol op Kay, bij wie je er altijd op kon vertrouwen dat ze zou doen wat aardig was, wat juist was. Het zou fijn zijn om net als Kay te zijn, maar vriendelijkheid en eerlijkheid waren een luxe die ze zich niet kon veroorloven.
‘Natuurlijk. En pak vooral wat uit de keuken als je trek hebt…’
‘Na al dat heerlijke eten?’ Ze klopte op haar buik. ‘Ik kan geen hap meer op.’
‘Alleen iemand die net twee dagen in het ziekenhuis heeft gelegen kan Wung Fu's eten als “heerlijk” bestempelen.’
‘We gingen altijd met het gezin naar de Chinees. O, ik weet ook wel dat het niet hetzelfde restaurant of hetzelfde gezin is. Maar ik herinnerde het me ineens toen we er naartoe reden.’
Een sceptische blik van Kay. Legde ze het er te dik bovenop, deed ze te veel haar best? Maar dit was waar geweest. Misschien had ze een punt bereikt waarop haar leugens geloofwaardiger waren geworden dan haar waarheden. Was dat de consequentie van zo lang liegen?
‘Eendensaus,’ zei ze, bewust niet te duidelijk sprekend, niet te snel. ‘Ik dacht dat saus uit een eend kwam zoals melk uit een koe komt. Ik geloofde altijd dat als we maar vroeg genoeg naar het park in Woodlawn zouden gaan, dat ik dan Chinezen zou zien die de eenden zaten te melken. Ik beeldde me hen altijd in met van die strooien hoeden… Koeliehoedjes noemden we die, vrees ik. Mijn god, wat waren we toen nog racistisch.’
‘Waarom?’ vroeg Seth. Ze mocht hem, en Grace ook, ondanks alles. Ze vond de meeste kinderen vervelend, had zelfs een hekel aan ze. Maar Kays kinderen hadden iets liefs, een soort goedheid die ze van hun moeder hadden geërfd of geleerd. Ze bekommerden zich ook om Kay, misschien was dat een soort nawerking van de scheiding.
‘We wisten niet beter. En over dertig jaar zul je misschien hetzelfde zeggen tegen een jong mens dat niet kan geloven wat voor dingen jíj allemaal hebt gezegd en gedaan en gedacht.’
Ze zag aan Seths gezichtsuitdrukking dat hij nog niet was overtuigd, maar hij was te beleefd om haar tegen te spreken. Zijn generatie zou het wel goed gaan doen, in ieder opzicht perfect zijn, alle mogelijke mysteries ontrafelen. Tenslotte hadden zij iPods. Daardoor leken ze te denken dat alles mogelijk was, dat ze in staat zouden zijn om controle over het leven te krijgen zoals ze controle en sturing aan hun muziek gaven door een klein wieltje rond te draaien. Tuurlijk, lieverd. Het was allemaal gewoon één grote playlist die nog moest worden opgesteld, de dappere nieuwe wereld van TiVo. Wat je wilde, wanneer je het wilde. Altijd.
‘We zijn als het goed is niet langer dan een uur weg,’ zei Kay.
‘Maak je maar geen zorgen over mij.’ Of, zoals oom altijd zei: niet boos weggaan – gewoon weggaan.
Alleen achtergebleven in het huis zette ze de televisie in de woonkamer aan en dwong te zichzelf om tien minuten naar een of ander wonderlijk stompzinnig programma te kijken. Kinderen vergeten altijd wel iets, beredeneerde ze, maar als je al tien minuten in de auto zit, moet het wel iets heel essentieels zijn wil een ouder omkeren en teruggaan. Toen het programma voor de tweede keer werd onderbroken met reclame, zette ze de gezinscomputer aan. Geen wachtwoorden, geen wachtwoorden, geen wachtwoorden, bad ze, en natuurlijk waren die er ook niet. De trage kleine Dell stond wijdopen. Ze zou beslist sporen achterlaten, dat was onvermijdelijk, maar in wie zou het nou opkomen om ze hier te komen zoeken? Ze ging snel te werk; las scannend haar e-mail via haar online account. Daarna stuurde ze een bericht naar haar leidinggevende om uit te leggen dat er een ongeluk en een noodgeval in de familie waren geweest – daar was niets van gelogen, ze was haar eigen familie – en dat ze de stad plotseling had moeten verlaten. Ze stuurde het bericht en sloot toen onmiddellijk haar e-mail af voor het geval haar leidinggevende online was en onmiddellijk zou antwoorden. Hoewel ze wist dat het gevaarlijk was, begon ze ‘Heather Bethany’ in de zoekmachine van Google in te typen..