Als hij iedere dag de vaat moest doen, dacht Sunny terwijl ze de overgebleven pannekoeken in de prullenbak schraapte, dan zou hij vast niet meer zo faliekant tegen een vaatwasser zijn. Ze had hem de advertenties voor mobiele modellen laten zien en hem uitgelegd hoe ze hem bij de wastafel weg konden rollen naar de veranda achter het huis als ze hem niet nodig hadden, maar haar vader had gezegd dat zo'n machine verspilling was, dat ze te veel water en stroom verbruikten. Ondertussen bouwde hij zijn stereotoren iedere keer weer verder uit. Maar zijn studeerkamer was een plek voor bezinning, hielp hij Sunny herinneren wanneer ze daarover klaagde, de plek waar hij de rituelen voor zonsopgang en-ondergang uitvoerde die bekend stonden als de agnihotra, een onderdeel van het Vijfvoudig Pad, dat volgens Sunny's vader geen religie was, maar iets veel beters.
‘Heb jij me lopen bespieden?’ vroeg Sunny aan haar zusje, dat in zichzelf zat te neuriën en een lok haar om haar vinger wikkelde, verloren in een of ander geheim genoegen. Hun moeder zei vaak dat hun namen omgewisseld zouden moeten worden, dat Heather altijd vrolijk en opgewekt was, terwijl Sunny zo prikkelbaar was als een distel. ‘Hoe wist je dat ik van plan was om de bus naar het winkelcentrum te nemen?’
‘Je had het schema op je bureau laten liggen, met de vertrektijden onderstreept.’
‘Wat deed je in mijn kamer? Je weet toch dat je niet naar binnen mag?’
‘Ik zocht naar mijn haarborstel. Jij pikt hem altijd in.’
‘Niet waar.’
‘Maar goed,’ Heather haalde zorgeloos haar schouders op. ‘Ik zag dat schema en toen dacht ik het gewoon.’
‘Als we daar eenmaal zijn dan gaan we allebei ons eigen weg. Niet bij me rondhangen, oké?’
‘Alsof ik achter je aan wil lopen. Je gaat toch alleen maar naar Singer om door patronenboeken te bladeren, terwijl je er vorig jaar op Glen Rock zowat uit bent gegooid bij Huishoudkunde.’
‘De machines waren heel krakkemikkig, doordat zoveel kinderen ze gebruiken. De naalden breken steeds af.’ Dat was het excuus dat haar moeder had aangedragen voor Sunny's lage cijfer bij Huishoudkunde. Sunny was er maar al te graag in mee gegaan, en had gewenst dat er soortgelijke verklaringen voor haar andere niet al te beste cijfers waren. Dromerigheid was de vriendelijkste reden die haar ouders konden opbrengen. Presteert niet naai kunnen, had haar mentor geschreven. ‘Het jurkje dat ik thuis heb gemaakt, samen met mam, was hartstikke mooi,’ hielp Sunny haar zusje herinneren.
Heather wierp haar een veelbetekenende blik toe. Technisch zat het jurkje goed in elkaar, en Sunny had zelfs de lastig gedeeltes, zoals het stiksel in het lijfje en het knippen van de stof, precies zó dat het patroon klopte, zelf heel handig gedaan. Maar het leek wel of Heather een aangeboren kennis bezat over dingen die Sunny ontgingen. Heather zou nooit hebben gekozen voor het zware, bijna mousselineachtige materiaal, met een motiefje van maiskolven in verticale strepen. Achteraf bezien was het zo voorspelbaar geweest dat Sunny was gepest. Maismeisje, maisbrood, maiskop. Maar ze had zich zo mooi gevoeld toen ze zich 's ochtends had klaargemaakt voor school, met haar haren in twee staartjes opzijgetrokken en vastgestrikt met twee groene linten, zodat ze mooi pasten bij de groene halmen die om de goudkleurige kolven zaten. Zelfs haar moeder vond dat ze er leuk uitzag. Maar onmiddellijk nadat ze de bus instapte, nog voor de kreten ‘Maisbal!’ en ‘Maisvreter!’ losbarstten, wist Sunny al dat ze met de jurk opnieuw een vergissing had begaan. Het hielp niet mee dat de steekjes, hoe mooi ze ook waren uitgevoerd, het lijfje strak aanspanden over de borsten waar ze nog lang niet klaar voor was.
‘Hoe dan ook, als we er zijn, ga je niet achter me aan lopen. Pap zei dat hij om vijf uur buiten staat om ons op te halen. Ik zie je om tien vóór bij de Kamelkorn.’
‘En krijg ik dan een portie?’
‘Wat? O ja, natuurlijk. Kamelkorn of Baskin Robbins, als je dat liever hebt. Wat je maar wilt. Sterker nog, ik geef je vijf dollar als je belooft dat je me met rust laat.’
‘Vijf dollar, echt?’ Heather was dol op geld, geld en spullen, maar ze vond het vreselijk om afstand van haar geld te doen om er spullen voor terug te krijgen. Hun ouders vonden dit een zorgwekkende eigenschap, wist Sunny. Ze probeerden er grapjes over te maken, noemden haar een kleine ekster en zeiden dat haar oog op alles viel wat maar glinsterde, wat ze dan meenam naar huis, naar haar nest. Maar dit was geen gedrag voor een Bethany en Sunny wist dat haar ouders zich zorgen maakten om Heather. ‘Ze heeft een oog voor glans alleen,’ zei hun vader onheilspellend, verwijzend naar een of ander gedicht over een hertogin.
‘Ja, dan hoef je helemaal niets van je spaargeld op te maken.’ En, dacht Sunny, dan hoef je je metalen kaartendoosje niet te openen en kom je er niet achter dat ik geld van je heb geleend en dat de vijf dollar die ik je geef eigenlijk al van jou was. Heather was niet de enige die andermans kamer binnensloop om in spullen te neuzen waar ze eigenlijk niet aan mocht komen. Het was Sunny zelfs gelukt het patroon van de elastieken te doorgronden dat Heather voor het doosje gebruikte.