‘Je vraagt,’ zei Miriam, ‘Of het jouw schuld is dat het je vader en ik uit elkaar zijn gegaan. Sunny, het is nooit de schuld van een kind. Als je al invloed hebt gehad dan is het misschien dat ik door jullie verdwijning langer bij hem ben gebleven. Ik was al jaren ongelukkig.’
‘Maar dat is precies het punt,’ zei Sunny. ‘Als ik in de jaren dat ik weg was terugkeek, dan vertelde ik mezelf dat we een gelukkig gezin hadden, dat ik gek was geweest om ooit naar iets anders te verlangen. Weet je nog dat we al dat schattige serviesgoed vonden tussen de wortels van de bomen en onder de struiken? Weet je nog dat papa twee exemplaren van Max en de maximonsters, daarna de ruggen brak en ze gebruikte om een strook met het hele verhaal van Max en zijn verhaal op de muren van Heathers kamer te plakken? Ik vond dat het huis aan Algonquin Lane iets magisch had, maar voor jou was het een gevangenis. Een van ons moet het dan toch verkeerd hebben.’
‘Niet noodzakelijk,’ zei Miriam dan. ‘Trouwens, die strook in Heathers kamer heb ik gemaakt. Maar als ik je dat niet zou vertellen, was die herinnering dan verkeerd geweest, had je dan minder van je vader gehouden? Ik geloof het niet.’
Toen het uiteindelijk donker was, diep en echt donker, toen ze elkaars gezichten niet meer konden zien en alleen waren in de tuin, of het gevoel hadden dat ze alleen waren, kwamen ze op het onderwerp Stan Dunham. ‘Je vader dacht er hetzelfde over,’ zei Miriam, ‘als Heather of jij iets verkeerds had gedaan.’
‘Dat heb ik ook…’ begon Sunny, maar haar moeder wilde het niet hebben. ‘Dat dóén ouders, Sunny, ze proberen hun fouten recht te zetten, hen te beschermen. Kinderen kunnen gelukkig zijn terwijl hun ouders zich ongelukkig voelen. Maar een ouder is nooit gelukkiger dan zijn meest ongelukkige kind.’
Sunny overdacht wat haar moeder zei. Ze hoefde haar niet op haar woord te geloven. Als ze iets over zichzelf had geweten, dan was het wel dat ze niet gemaakt was voor het moederschap. Ze hield niet echt van kinderen. Eigenlijk had ze een hekel aan de meeste, alsof ze haar leven van haar hadden gestolen, hoe onlogisch dat ook zelfs in haar eigen oren klonk. Zij was degene die levens had gestolen, die namen en achtergronden had afgenomen van meisjes die nooit de eerste klas hadden gehaald.
‘Toch denk ik altijd graag dat je vader nooit zoveel ellende had kunnen veroorzaken als Stan Dunham heeft gedaan,’ zei Miriam. ‘Je zegt dat hij goed voor je is geweest, en daar ben ik dankbaar voor. Maar ik kan hem niet vergeven wat hij ons heeft aangedaan, zelfs niet nu hij dood is.’
‘Toch vergeef je het mij wel.’ Dat was de beurse plek waar ze maar niet vanaf kon blijven, net zoals ze nooit van het korstje van haar inenting had kunnen afblijven, waardoor het zo kwetsbaar was geweest toen Heather heel hulpvaardig met haar vliegenmepper op de proppen kwam.
‘Sunny, je was vijftien jaar. Er valt je niets te vergeven. Natuurlijk houd ik je niet verantwoordelijk. Dat zou je vader ook niet doen, als hij nog leefde. En nee, dát is ook niet jouw schuld.’
‘Dat zou Heather wel vinden. Dat het mijn schuld was.’
Nu verraste haar moeder haar door te lachen. ‘Dat zou wel kunnen. Heather hield net zo stevig vast aan haar wrok als aan haar geld. Maar ik denk dat zelfs Heather zou moeten erkennen dat je haar nooit iets wilde aandoen.’
Een van de pauwen krijste met een stem die ijzingwekkend menselijk leek. Heather die haar woordje deed? Sunny zou nooit zo overtuigd zijn van de zegen van haar zus als haar moeder graag wilde.
Maar deze gesprekken zouden later komen, aangezien de tijd en de reis en de duisternis het onmogelijk maakten tot intimiteit te komen. Op dit moment waren ze in de galerie, nog altijd wat ongemakkelijk en onvertrouwd met elkaar. Miriam trok ineens een lelijk gezicht achter de onwetende rug van de chagrijnige klant, draaide met haar ogen en stak haar tong uit. Het soort gezicht dat ik ook trek, realiseerde Sunny zich, als iemand iets downloadt waardoor het systeem overstuur raakt en ik het moet maken terwijl zij zenuwachtig toekijken.
‘Ja, ze lijkt inderdaad meer op haar vader,’ zei haar moeder. ‘Dit is haar eerste keer in Mexico, en we gaan naar Cuernavaca om Kerstmis te vieren in Las Mananitas.’
‘Ik zou nog niet naar Cuernavaca gaan als ik geld toe kreeg,’ zei de vrouw. ‘En Las Mananitas is verschrikkelijk duur.’ Ze schoof weg van de balie alsof ze haar stoel van een tafel afduwde na een zwaar maal dat haar niet had kunnen bekoren en kachelde de winkel uit zonder ook maar gedag of bedankt te zeggen.
‘En dan te denken,’ zei Miriam, die achter de counter vandaan liep om Sunny te omhelzen, ‘dat het op het puntje van mijn tong lag om deze charmante dame te vragen met ons mee te gaan op reis. Hoe was jóów reis, Sunny? Ben je moe? Wil je naar mijn casita toe voor een dutje, of wil je liever eerst eten? Hoe laat ben je vanmorgen opgestaan? Hoe lang kostte het voordat je hier was?’