‘Soy,’ begon ze, waarop ze zichzelf verbeterde. Het was niet ‘ik ben’ maar ‘ik heet’. Ik noem mezelf. ‘Me llamo Sunny.’ Wat konden Javier die andere namen en identiteiten schelen, wat maakte het hem uit welke naam er op haar rijbewijs stond en of die overeenkwam met die op haar paspoort of schooldiploma? Op haar rijbewijs en paspoort stond Cameron Heinz, en dus was dat ook de naam op haar reisschema tijdens haar reis van het ene vliegveld naar het volgende tot in de taxi naar een straat in San Miguel de Allende, die in veel opzichten leek op de reis die haar moeder zestien jaar geleden had gemaakt, ook al wist Sunny dat nog niet. Dat zou ze later te weten komen, tijdens hun trip naar Cuernavaca. Ondertussen wachtte Gloria Bustamante tot CamKetchBarbSylRuthSunny voor eens en voor altijd besloot wie ze wilde zijn. Het was allemaal erg gecompliceerd, des te meer omdat Stan Dunham de zomer ervoor was overleden en een klein landgoed achterliet waarvan Gloria vond dat Sunny er aanspraak op zou moeten maken. Kon ze die erfenis opeisen? Moest ze dat doen? En als ze met het restant van Stan Dunhams spaargeld ook haar eigen naam zou opeisen, hoe lang zou ze dan nog onopgemerkt blijven? Zoals Sunny beter dan wie dan ook wist, liet iedere muisklik een spoor na.
Maar hier kon ze zich noemen hoe ze maar wilde, de komende twee weken.
‘Me llamo Sunny.’
Javier lachte en wees naar de lucht. ¿Como el sol? Que bonita.’
Ze haalde verloren haar schouders op. Prietpraat was al lastig genoeg in het Engels. Ze duwde de deur van de winkel open en bracht daarmee een windtriangel aan het rinkelen. In de Man met de Blauwe Gitaar had ook een windtriangel gehangen, hoewel die een dieper, voller geluid had gehad.
Haar moeder – haar moeder! – was met een klant bezig, een korte, gedrongen vrouw met een schrapende stem die tegen de oorbellen op de counter duwde en prikte alsof ze haar op een of andere manier kwaad hadden gedaan. ‘Dit is mijn dochter, Sunny,’ zei Miriam, maar ze zat klem tussen de balie en de omvang van de klant, dus ze kon niet achter de counter vandaan komen om Sunny te omhelzen, zoals ze eigenlijk duidelijk wilde. Dat wilde ze toch wel echt? De vrouw inspecteerde Sunny even en ging toen weer verder met sieraden martelen. De stukjes leken dof te worden door haar aanraking, donkerder te worden en in haar stompige vingers te buigen. Sunny vroeg zich af of ze ooit zou kunnen ophouden zo naar vreemdelingen te kijken, of ze zich zou blijven richten op de fouten van anderen en te proberen zo snel mogelijk te bepalen of ze haar wilden helpen of schaden. Aan deze vrouw had ze duidelijk niets.
‘Ze moet dan wel op haar vader lijken,’ zei de vrouw, Sunny herinnerde zich weer hoe goed het had gevoeld om Pepsi light over het hoofd van mevrouw Hennessey te gieten in de kantine van de Journal. Er waren wel wat dingen in haar leven waar ze spijt van had, om het zachtjes uit te drukken, maar dit was er geen van. In feite was het een van haar meest glansrijke momenten. Dat verhaal zou ze haar moeder moeten vertellen tijdens hun reis. Het was een van de weinige anekdotes die ze kon delen, nu ze erover nadacht, een van de weinige waar ze zich geen van beiden verdrietig of ongemakkelijk bij zouden voelen.
Ze was eigenlijk wat nerveus of ze wel onderwerpen zou weten om over te praten met haar moeder, maar dat bleek veel makkelijker te gaan dan ze had verwacht. In de trein naar Mexico City zouden ze het de volgende dag eerst hebben over Penelope Jackson, die nog steeds onvindbaar was, hoewel ze na de eerste achtenveertig uur in Seattle gelukkig Sunny's creditcards niet meer had gebruikt. Tegen de tijd dat ze overstapten op de bus naar Cuernavaca, zou Miriam de moed verzamelen om Sunny te vragen of ze dacht dat Penelope Tony echt had vermoord. Sunny zei van wel, maar niet om het geld; Penelope had er pas toen Tony al dood was aan gedacht dat ze die lijfrente kon opstrijken, en ze was verbaasd geweest toen ze hoorde dat de lijfrente ophield na Tony's dood. ‘Maar ze was beslist in staat om iemand te vermoorden. Ze had zulke gemene ogen… mam. Ik was bang voor haar. Vanaf het moment dat ik haar zag wist ik dat ik alles moest doen wat ze van me zou vragen.
Ze zouden het hebben over rechercheur Willoughby, die lange e-mails bleef sturen met hints dat hij van plan was naar Mexico te komen om te golfen en zich afvroeg of er nog goede parcoursen waren in de omgeving van San Miguel de Allende. Miriam zei dat ze hem niet wilde aanmoedigen, maar Sunny vond dat ze het wel moest doen, een heel klein beetje. Hoe gevaarlijk kon dat zijn?
Uiteindelijk, niet de volgende dag of zelfs de dag daarna, maar een aantal dagen laten toen ze met een drankje keken naar de ondergaande zon en de witte pauwen die tijdens Las Mananitas door de schemering stapten, vroeg Sunny aan Miriam of ze dacht dat het waar was wat Kay maanden geleden had gezegd, over hoe een tragedie alleen de sterktes en zwaktes in een persoon of in een gezin naar voren bracht. ‘Barsten’, had Kay ze genoemd.