Home>>read Wat de doden weten free online

Wat de doden weten(107)

By:Laura Lippman


‘Hoe bedoel je, “hij kan het niet zien”? Het staat hier voor m'n neus,’ zei ze, naar het scherm gebarend met haar geringde vingers. ‘Of het stónd hier voor m'n neus, althans,’ verbeterde zichzelf, aangezien het scherm blanco was. ‘Ik zag het allemaal net nog staan. Die machines zijn waardeloos.’

Barb schoot altijd in de verdediging als het om het systeem ging, hoe vol fouten het ook zat. De Gazette, die deel uitmaakte van een kleine keten, had de onverenigbare gewoonte om progressief denken te combineren met een gesloten knip, iets wat een oeroud systeem had opgeleverd dat beslist niet geschikt was voor journalistiek. ‘Het is een gereedschap, net als alle andere spullen. Toen u nog een typemachine gebruikte had u ook geen kopieën als u geen carbonpapier gebruikte. Alleen slechte ambachtslieden geven hun materiaal de schuld.’

Het gezegde, dat ze van haar vader had, kwam uit het niets. Zoals gewoonlijk voelde ze zich treurig en zenuwachtig tegelijk, alsof deze echo haar hele leven zou kunnen onthullen.

‘Wat zei je daar?’ De stem van mevrouw Hennesey veranderde van poeslief naar die van brullende leeuwin. ‘Jij impertinente…’ hier vulde ze een of andere vloek uit het Duits of Jiddish in, Barb wist niet zeker welk van beide. ‘Ik zal ervoor zorgen dat je ontslagen wordt. Ik zal…’ Ze klom uit haar stoel en stapte over de stapels rapporten die ze had gebruikt om een provisorische afbakening rond haar bureau te vormen en rende naar het hoekkantoor van de hoofdredacteur op haar piepkleine perfecte hakjes, trillend alsof Barb gedreigd had haar iets aan te doen. Zelfs het knotje op haar hoofd, dat ze met verf tot gehoorzaamheid had gedwongen en iedere twee weken keurig bijwerkte zodat er zo min mogelijk uitgroei door het vurige kastanjerood scheen, schudde angstig.

Barb zou zich misschien zorgen hebben gemaakt als ze hetzelfde toneelstukje niet minimaal twee keer per maand mee had gemaakt sinds ze vorige zomer in de nieuwskamer was komen werken. Mevrouw Hennessey kwam stampvoetend de redactiekamer in rennen, schudde met haar piepkleine vuistjes en eiste Barbs ontslag. Ze rende de kamer uit en binnen enkele seconden werd Barb op het matje geroepen.

‘Als je gewoon een beetje tactvoller met haar zou kunnen omgaan…’ begon de redacteur, Mike Bagley.

‘Ik zal het proberen,’ zei Barb. ‘Ik probeer het ook echt. Vraagt u haar dan ook of ze wat tactvoller met míj omgaat? Ze doet alsof ik haar persoonlijke slaafje bent. Toegegeven, zo nu en dan maakt de computer echt haar werk weg, maar de meeste problemen komen voort uit het feit dat ze de gewone basisdingen weigert te doen. Ik ben niet haar oppasser.’

‘Ze is een…’ hij keek om zich heen alsof hij bang was dat iemand hem zou horen. ‘Ze is wat ouder. Ze zit vast in haar gewoontes. Het zal gewoon niet lukken om nog iets aan haar te veranderen.’

‘Dus dan maakt dat serpent gewoon de dienst uit in de nieuwskamer?’

Bagley, een lange man met dun donkerblond haar, dat steeds grijzer begon te worden, trok een moeilijk gezicht. ‘Kom op, Barb. Je carrière is tot nu toe nogal… onorthodox verlopen. Je sociale vaardigheden zijn…’

Ze wachtte af, nieuwsgierig welk woord hij zou gebruiken. Non-existent? Gemankeerd? Maar hij probeerde niet eens iets in te vullen.

‘We zijn behoorlijk afhankelijk van je. Als het systeem crasht en jij het weer op gang brengt, dan bespaar je ons daarmee duizenden dollars. Jij weet dat en ik weet dat. Maar laat mevrouw Hennessey alsjeblieft gewoon denken dat ze hier invloed heeft, want anders wordt het wachten op een rechtszaak wegens leeftijdsdiscriminatie. Biedt gewoon je verontschuldigingen aan haar aan.’

‘Mijn verontschuldigingen aanbieden? Dit was helemaal niet mijn schuld.’

‘Je hebt haar een slechte schrijver genoemd.’

‘Ik…?’ ze lachtte. ‘Ik zei dat alleen een slechte ambachtsman zijn materiaal de schuld geeft. Dat is gewoon een oud gezegde. Ik heb helemaal geen klap over haar schrijfprestaties gezegd. Maar ze is inderdaad slecht, of niet?’ Barb dacht er diep over na. Het was nog nooit in haar opgekomen dat ze recht had op een mening over de woorden die verschenen op de schermen waar ze mee werkte. Ze was weggehaald bij een andere afdeling, een computertalent. Ze was zich niet meer bewust dat ze haar stukken had gelezen, realiseerde ze zich, maar mevrouw Hennesey wás een slechte schrijver.

‘Zeg nou maar gewoon dat het je spijt, Barb. Soms is dat gewoon de beste manier.’

Ze keek hem vanonder haar wimpers aan, met glinsterende ogen. Weet je wel wat ik met dit systeem zou kunnen doen? Realiseei je je wel dat ik dit hele bedrijf om zeep kan helpen? Tijdens haar halfjaarlijkse evaluatie had Bagley, die totaal geen recht had om haar werk te beoordelen aangezien hij geen idee had wat haar baan inhield, opgeschreven dat ze haar woede moest leren beheersen. Maar daar werkte ze echt wel aan. Iedere avond sloeg ze het op alsof het vuur was, haar beste bron van energie.