‘Ssst,’ deed de eerste. ‘Ouwehoer niet. Ik heb ook ogen.’
Ze waren al bijna aan de voet van het bed, toen Brandon de pistolen onder de deken vandaan haalde en rechtop ging zitten.
‘Blijf staan, jongens,’ beval hij. ‘Jullie zijn erbij. En sta heel stil, want deze aardige stukjes speelgoed bevatten twee loden kogels om gaten in jullie bast te maken.’
Midden in een pas bleef het tweetal stokstijf staan. Een van hen draaide zich half om alsof hij vluchten wilde, terwijl de ander de arm van zijn maat beetgreep.
‘Heather, steek de kaars eens aan, zodat we de gezichten van onze nachtelijke bezoekers kunnen bekijken,’ beval Brandon.
Snel kroop zij achter hem door en stak de kaars op de commode aan. De vlam verspreidde een zacht licht door de kamer en dat viel op de gezichten van de twee mannen. Het bleek het tweetal te zijn dat tijdens het eten aan de andere kant van de gelagkamer gezeten had. ‘We wilden haar echt geen pijn doen,’ stotterde de een. ‘We wilden het meisje geen pijn doen.’
De andere ontvoerder-in-spé was brutaler. ‘We kunnen u een aardig sommetje geld voor haar garanderen, kap’tein. Een zekere hertog, die we kennen, zal meer dan haar gewicht in goud voor haar geven. Het geeft niets dat zij geen maagd meer is.’ Zijn ogen gingen naar Heather en hij grinnikte, zodat zijn witte tanden te zien waren. ‘Zij is die prijs dubbel en dwars waard, kap’tein. We zullen in drieën delen. Goed?’
Bevend drukte Heather zich vaster tegen haar man aan en trok de dekens omhoog tot aan haar kin. De manier waarop de mannen naar haar loerden, bezorgde haar kippevel. Zij wist dat als zij in hun opzet geslaagd waren, zij eerst heel wat keren door hen gebruikt zou worden voordat die hertog haar kreeg. Zij waren, precies als William Court, eerst van plan hun eigen lusten te bevredigen.
Brandon’s lach klonk gevaarlijk toen hij opstond en de beide mannen aankeek. Dat hij helemaal geen kleren aan had, kon hem blijkbaar niets schelen. De twee pistolen zwaaiden op zo’n zorgeloze manier, dat die nu niet bepaald geschikt waren om de zenuwen van de beide boeven te kalmeren.
Heather voelde haar gezicht warm worden. Dat zij alleen met Brandon was als hij naakt was, was tot daaraan toe, maar nu, met anderen erbij, was heel iets anders. Zijn mannelijkheid kwam haar ontstellend naakt voor, nu de twee mannen erbij waren.
‘Ik moet u teleur stellen, mijne heren,’ zei hij luchtig. ‘Dit meisje draagt mijn kind en ik ben een egoïstisch mens.’
‘Dat geeft helemaal niets, kap’tein,’ zei de schuchtere van het tweetal. ‘De hertog zal haar die negen maanden wel in zijn bed houden. Als hij ziet hoe knap zij is, zal hem dat niet moeilijk vallen. Dan zal hij haar een paar uur tijd geven om haar jong te werpen om dan weer opnieuw op haar te kruipen. Hij zal hetzelfde voor haar betalen. We geven u de helft, want we zien dat u een ander grietje nodig heeft om uw bed te warmen.’
Brandon’s ogen vertoonden een gevaarlijke gloed en zijn knokkels waren wit rond de polsen. Even vertrok een spiertje in zijn wang.
‘Het stinkt hier zo, dat ik haast stik,’ teemde hij met een geforceerde glimlach rond zijn lippen. ‘Jongens, loop eens even naar het raam en gooi dat voor mij open, wil je? Maar houd wel je gemak, want mijn handen worden moe.’
De twee mannen haastten zich om te gehoorzamen, en wendden zich daarna weer glimlachend tot de Yankee.
‘En nu, mijn vrienden, komt het me voor dat ik jullie nog eens alles moet uitleggen,’ begon Brandon op langzame, precieze, haast vriendelijke toon. Maar dan werd zijn stem dreigend en gevaarlijk. Ieder woord verried duidelijk zijn steeds toenemende woede.
‘Dit meisje is mijn vrouwen draagt mijn kind. Zij behoort mij toe, en wat van mij is, houd ik.’
De laatste woorden schenen alle gedachten over een eventuele verdienste bij de boeven weg te blazen. Hun monden vielen open, hun ogen werden groot van angst en kleine zweetdruppels verschenen op hun voorhoofd. Zij begonnen zich nu werkelijk ongerust te maken over de duur van hun leven.
‘Maar kap’tein, zij… wij…’ Ze stotterden allebei in hun poging hem te overtuigen.
‘Maar kap’tein, dat wisten we niet. Weet u, wij dachten… het kan geen gewone vrouw zijn, die zo lekker in bed is. Ik bedoel, sir…’
‘Smeer ’m!!!’ bulderde Brandon. ‘Smeer ’m, voordat ik jullie eruit schop!’
Zij wilden naar de deur lopen, maar bleven staan, toen Brandon dreigend grinnikte.
‘Oh nee, jochies, het raam is goed genoeg voor jullie.’
Zij hapten naar adem en keken hem met grote ogen aan. ‘Maar kap’tein, we zullen onze nek breken op de keien.’
‘Eruit!!’