Home>>read Waarheen De Storm Ons Voert free online

Waarheen De Storm Ons Voert(57)

By:Kathleen Woodiwiss


‘Maar jij bent toch ook een Engelsman, nietwaar Brandon?’ vroeg zij en keek hem met nieuwsgierige ogen aan.

Hij lachte. ‘Nee, madam, ik ben Amerikaan. Weliswaar kwam mijn familie hier vandaan, maar lang voordat zij stierven, beschouwden zij zich als volbloed Amerikanen. Mijn familie hielp mee de Engelsen te bestrijden en ik deed het als jongen ook. Je zult moeten wennen aan het idee, dat jouw Engeland niet zo geliefd is in het land, waar jij heen zult gaan.’

‘Maar jij drijft toch handel met ons,’ zei zij verbaasd. ‘Jij komt hierheen en doet zaken met de mensen, tegen wie je eens gevochten hebt.’

Hij haalde zijn schouders op. ‘Ik ben zakenman. Ik verkoop mijn katoen en andere zaken aan de Engelsen om winst te maken. Ik houd er nooit wraakgevoelens op na als ik ook maar vermoed dat er geld mee gemoeid is. Bovendien bewijs ik mijn land een dienst door dingen mee terug te brengen die men nodig heeft en die daar niet te krijgen zijn.’

‘Kom je dan ieder jaar hierheen?’

‘Dat heb ik de afgelopen tien jaar gedaan, maar deze reis is mijn laatste. Ik heb ook nog een plantage. Die kan ik niet langer meer verwaarlozen. Bovendien heb ik nu ook nog andere verantwoordelijkheden. Als ik thuiskom, verkoop ik de Fleetwood.’

Het was alsof Heather’s hart even stilstond. Was het mogelijk dat hij bedoelde, dat hij nooit meer weg zou zeilen, zich ergens zou vestigen en een vader voor zijn kind wilde zijn? Misschien zou zij wel een of andere functie in zijn huishouding krijgen. De gedachte hieraan alleen al deed haar warm worden van binnen en zij leunde haast ontspannen tegen hem aan. Maar de werkelijkheid en de twijfel verdreven de droom.

‘Zal ik op jouw plantage wonen?’ vroeg zij en was haast bang voor het antwoord.

‘Natuurlijk,’ antwoordde hij tamelijk verbaasd over haar vraag. ‘Waar dacht jij dan dat je wonen zou?’

Zenuwachtig haalde zij haar schouders op. ‘Ik… ik weet het niet. Jij hebt er niets over gezegd.’

Hij grinnikte. ‘Dan weetje het nu. Wees nou een lief meisje, kruip in bed en ga slapen. Je gekwebbel heeft mij doodmoe gemaakt.’

Toen hij opstond om zich uit te kleden, kroop zij weer in bed, maar toen hij zich uitgekleed had, maakte hij een beweging dat zij een beetje opschuiven moest.

‘Ik kan het beste bij de deur slapen,’ zei hij.

Snel schoof zij naar de andere kant van het bed zonder te vragen waarom. Het was duidelijk dat hij iets verwachtte.

Hij blies de kaars uit en ging naast haar liggen. Een vuile lantaarn bengelde brandend in de winderige avond op het erf onder hen en liet zijn schemerige schaduwen door het vertrek dartelen. Tot haar ontsteltenis ontdekte Heather dat haar haren op Brandon’s kussen lagen en onder hem gevangen zaten. Zij wachtte erop totdat hij haar los zou laten, maar er ging een hele tijd voorbij zonder dat hij dit deed. Toen wist zij dat hij dit ook niet doen zou, want hij was in slaap gevallen met zijn wang op haar zachte krullen. Met een zucht gaf zij zich over aan het feit dat zij de hele nacht zo zou moeten blijven liggen, maar omdat hij zo dicht bij haar was, voelde zij zich veilig en zonk zij weg in het rijk der dromen.





Uit de diepten van de slaap worstelde zij zich naar boven. Een steeds sterker wordende angst deed haar snel klaar wakker worden. Een hand werd op haar mond gelegd en smoorde de uit paniek voortkomende kreten. Haar ogen vlogen open en in een krankzinnige reactie klauwde zij aan de hand op haar mond. Dan doemde het gezicht van haar man boven haar op in het duister. Toen haar verstand weer terugkeerde, verdween haar angst en zonk zij terug in het kussen. Verward staarde zij hem aan, haar ogen opengesperd en vragend.

‘Lig stil,’ fluisterde hij zacht. ‘Beweeg je niet en maak geen geluid. Doe alsof je slaapt.’

Ze knikte met haar hoofd om hem te laten merken dat zij zou gehoorzamen. Zijn ademhaling ging rustig en gelijkmatig alsof hij sliep. Buiten aan de deur kon zij een gedempte stem horen en dan een vreemd gekras en getik aan de deur zelf. Langzaam ging de grendel omhoog en Heather had moeite haar ademhaling in bedwang te houden. Met dat gebeef van opwinding in haar borst viel dat ook niet mee.

Een wazige lichtstreep verscheen en werd breder naarmate de deur verder openging. Door de spleetjes van haar oogleden keek zij toe en zag een hoofd verschijnen. Zij hoorde een gefluister.

‘Ze slapen. Kom!’

Twee donkere gestalten slopen de kamer binnen en de deur werd weer dichtgeduwd. Heather beet op haar tanden toen de mannen dichterbij kwamen. Zij sprong haast overeind toen een plank onder hun voeten kraakte. Een boos gefluister weerklonk. ‘Maak die knul niet wakker, anders krijgen we die griet niet. Hij is bepaald geen katje om zonder handschoenen aan te pakken.’

‘Zij ligt aan de andere kant,’ fluisterde de tweede man, een beetje luider.